VIP²-GGZ: forum dd 26/02/2016
1. Wat zijn sterktes en zwaktes van de huidige aanpak? Koffietafels 1. Wat zijn sterktes en zwaktes van de huidige aanpak? 2. Hoe behouden we de betrokkenheid van de sector? 3. Wat zijn interessante nieuwe indicatoren? 29.12.18 Vlaams Indicatorenproject
1. Wat zijn sterktes en zwaktes van de huidige aanpak? De zorg voor de patiënt als vertrekpunt De bottom-up approach De betrokkenheid van patiëntenvertegenwoordigers Sectorbrede indicatoren (maar zie ook zwaktes) Zwaktes: Het ontwikkelproces: de wisselende samenstelling van een ontwikkelingsgroep leidt ertoe dat er vaak dezelfde discussies worden gevoerd. Veel deelnemers haken onderweg af, en de finale beslissingen worden dan door een kleine fractie genomen. Sectorbrede indicatoren: deze zijn moeilijker om te ontwikkelen. Specifieke indicatoren zijn mogelijk interessanter. To do’s en tips: Sommige deelnemers (uit centra voor ambulante revalidatie of voorzieningen die nu inkantelen in het Vlaamse beleid) wonen hun eerste forum bij. Voor hen is de structuur van het project niet zo duidelijk, al tonen ze duidelijk interesse in het VIP²-verhaal. We geven graag bijkomende toelichting indien nodig. Ontwikkelingsgroepen zouden baat hebben bij administratieve en/of academische ondersteuning. De verschillende initiatieven inzake kwaliteitszorg moeten meer op elkaar afgestemd worden. We moeten regelmatig blijven communiceren. 29.12.18 Vlaams Indicatorenproject
2. Hoe behouden we de betrokkenheid van de sector? Kwaliteitszorg en indicatoren: bah! Medewerkers associëren deze concepten doorgaans met meer administratie en minder empathie. Informeren en laten participeren zijn essentieel. Medewerkers moeten geïnformeerd worden over de betekenis en het gebruik van indicatoren. Een indicator vereenvoudigt de complexiteit van (een deel van) de zorg tot een cijfer, en geeft daarmee feedback over of men de juiste richting op gaat (zoals vooraf gedefinieerd, en algemeen gecommuniceerd). Een indicator wordt best gekoppeld aan een verbetertraject, waar medewerkers én zorggebruikers aan participeren. Zo kan de indicator ook erkenning gaan uitdrukken, en wordt hij relevanter en meer gedragen. Conclusie: cijfers op zich zijn van ondergeschikt belang. Het gaat erom dat het gesprek over de cijfers gevoerd wordt: een indicator moet in een verhaal passen over goede, menselijke zorg, breed gedragen in de organisatie. 29.12.18 Vlaams Indicatorenproject
3. Wat zijn interessante nieuwe indicatoren? Veel concrete voorstellen: Tijd gespendeerd aan face-to-face contact met patient (maar cave link met financiering bij CAR); Zorg op maat: wordt er vertrokken van de hulpvraag? Is de hulpvraag geregistreerd? Worden begeleidingsdoelen opgevolgd? Ontslagbeleid: is de ontslagbrief binnen de 2 weken bij de huisarts? Voorschrijfgedrag psychofarmaca ‘Gedeelde zorg’ en continuïteit van zorg / 107: zijn/worden alle actoren voldoende betrokken? Hoe vlot verloopt de overdracht? Is er een zorgnetwerkplan en/of zorgcoördinator? Wachtlijsten binnen het netwerk? Komen de 107-partners de afspraken na? Wachttijden tussen aanmelding/intake/opname Monitoring en feedback Heropnames Wordt er systematisch gescreend op middelengebruik? Enkele brede topics, vooralsnog minder uitgewerkt: Rond agressie, ook bijv. op spoed, AZ, … Rond afzondering Rond therapietrouw (ook medicatie) Rond effectiviteit van zorg Rond het gebruik van guidelines Misschien focussen op specifieke deeltrajecten of -populaties en minder sectorbrede indicatoren ontwikkelen. 29.12.18 Vlaams Indicatorenproject