In het leven loop je risico’s

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Advertisements

VERZEKEREN.
De pensioenregeling verandert Wat vindt u?
Quiz hoofdstuk 6.
 (het wordt niet makkelijk…)
Inkomen les 17 Begrippen & 81 t/ 84
Overheidsfinanciën College 2, 6 mei 2008 Robert Inklaar
Verzekeren.
solidariteit en moreel wangedrag
7.1: Van de wieg tot het graf
De nieuwe zorgverzekering
verplicht sociaal verzekerd
17.3 t/m 17.5 Sociale zekerheid, herverdeling, sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
Hoofdstuk 6: Werk en uitkeringen
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 18 Begrippen & 85 t/m Begrippen Collectieve regelingen Regelingen die gelden voor alle mensen van een bepaalde groep.
Inkomen les 19 Begrippen & 92 t/m 99
Sociale Zekerheid Verzekering en voorziening
Samenvatting Intro Samenvatting:
Paragraaf 1 Kennen: De verschillen tussen de formele en informele sector Verschillen tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst Welke.
Afschaffing ziektekostenbijdrage gepensioneerden
Zorgverzekering.
Wat nou, pensioencrisis?
Prinsjesdag Opening nieuw werkjaar Staten Generaal
Uitleg paragraaf 4.4 Klas: 2M5.
4.1 Pijn in je eigen portemonnee? ↗ Verzekerde ↗ Degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij ↗ Verzekeraar ↗ De verzekeringsmaatschappij.
7.2 Wat doet de overheid voor ons?
Faculteit economie en bedrijfskunde COELO Gemeentelijk armoedebeleid, koopkracht en armoedeval Maarten Allers COELO Centrum voor onderzoek van de economie.
Hoofdstuk 19 (9) AOW, ANW, AKW SJM. Wetten  Volksverzekeringen  Richten zich op ALLE INGEZETENEN  Legale verblijfsstatus Opzoek opdracht KG: Waar in.
Zorgverzekeringswet sociale verzekeringen die de risico’s van ziektekosten dekken
H4B - Maatschappijleer H 5 - § 7 – De toekomst van de verzorgingsstaat Week 3 Probleem: de verzorgingsstaat wordt onbeheersbaar en onbetaalbaar Vraagstelling:
H5: verzorgingsstaat.
Aantekeningen Hoofdstuk 1
AOW EN PENSIOENEN SOCIALE ZEKERHEID. SOCIALE VERZEKERING Verzekeringen ( betaald uit inkomstenbelasting, sociale premies) Volksverzekeringen AOW ANW AWBZ.
1 H8: verzorgingsstaat. 2 § 4: van nachtswakersstaat tot verzorgingsstaat Negentiende eeuw nachtwakersstaat: - orde handhaving - bescherming - voorzieningen.
Soorten verzekeringen  Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)  WA-verzekering  WA- + cascoverzekering ‘allrisk’  Reisverzekering 
Aantekeningen hoofdstuk 2. Arbeidsovereenkomst 4.3 Wat moet je doen? Om in Nederland aan het werk te mogen is het verplicht om een arbeidsovereenkomst.
Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens Nibud 12 november
Samenvatting Lesbrief Werk & Werkloosheid Hoofdstukken 1-3.
Vragen vooraf Hoe staat de Nederlandse economie ervoor? Wat is de oorzaak van de financiële crisis? Zijn er wel eens belastingen afgeschaft? Hoeveel verschillende.
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Collectieve sector Sociale zekerheid
Hoofdstuk 4 Verzekeren.
Hoofdstuk 8 Risico & informatie.
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Lesbrief Vervoer H 3.
Risico & informatie VWO
Hoofdstuk 8 Risico & informatie.
Risico & informatie VWO
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom 4 Havo..
Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2018
Welkom 4 Havo..
Welkom 4 Havo..
Wat gaan we vandaag doen?
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Hoofdstuk Overige kosten
Wat wordt er ingehouden op het brutoloon
Wat gaan we vandaag doen?
Verzekeren Er zijn in Nederland meerdere mogelijkheden van verzekeren:
Stelsel sociale zekerheid
Hoofdstuk 6: De verzorgingsstaat
Levensloop.
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Verzekeren Risico verzekeren
Levensloop.
Transcript van de presentatie:

In het leven loop je risico’s

Verzekeren van risico’s is gebaseerd op het principe van solidariteit Premie (maandelijks) Verzekeraar Verzekerde Uitkering (bij schade) Overwegingen zijn: grootte van de kans op schade de grootte van de schade zelf is het risico de premie waard Polis = contract Sterk  snel verzekeren Risico-avers Weinig  niet snel verzekeren

Good risks (een soort Wet van Gresham) Averechtse selectie Vrijwillig Reisverz. Fietsverz. Rechtsbijstandv. Bad risks drives out Good risks (een soort Wet van Gresham) Averechtse selectie (er is dan nog geen contract) Asymmetrische info Verzekeren Verplicht Zorg, WA (motorrijtuig) Acceptatieplicht vereveningsfonds Moral Hazard Gevolg van symmetrische info en er is dan al een contract Voorbeelden: Slordig omgaan met verzekerde spullen (op reis , met je auto, enz) Ten onrechte iets declareren Vaak naar de dokter gaan, terwijl dat niet nodig is Probleem voor verzekeraars Moral Hazard aanpakken (waarbij de goeden moeten lijden onder de slechten) Eigen risico Bonus-malus regeling invoeren (premie differentiatie) Onderverzekeringsclausule

Er was niet altijd een sociale zekerheid Nachtwakerstaat versus verzorgingsstaat Problemen ontstaan door 1) inkomensderving en 2) hoge kosten ZW (Wulbz), WIA/WAO, ANW, WW AWBZ, AKW UWV (Uitvoeringsorgaan werknemersverzekeringen) • werk – het aan het werk houden of helpen van de klant, in nauwe samenwerking met de gemeenten; • sociaal-medische zaken – het beoordelen van ziekte en arbeidsongeschiktheid volgens bepaalde criteria; • uitkeren – het snel en correct verzorgen van uitkeringenwanneer werk niet of niet direct mogelijk is; • gegevensbeheer – ervoor zorgen dat de klant nog maar één keer gegevens over werk en uitkering aan de overheid hoeft te geven.

Sociale zekerheid in schema

Sociale zekerheid

Financiering sociale zekerheid Er zijn twee hoofdvormen te onderscheiden als het gaat om financieringsstelsels: het omslagstelsel en het kapitaaldekkingsstelsel. Bij het omslagstelsel worden premies afgedragen door de huidige generaties werkenden ten behoeve van de huidige generatie gepensioneerden. In het kapitaaldekkingsstelsel betalen mensen premies die worden gereserveerd voor hun eigen pensioenuitkering in de toekomst (bedrijfspensioen en particulierpensioen-sparen). Welvaartsvast (volgt loonontwikkeling) en waardevaste uitkeringen (koopkracht behoud)

Pensioenopbouw (3 peilers) Laag 1: AOW voor alle mensen die in Nederland wonen Laag 2: Bedrijfspensioen meestal verplicht deelname via werkgever Laag 3: Individueel niet iedereen Individuele besparingen Bedrijfspensioen Algemene Ouderdomswet (AOW)

AOW, het basispensioen Financiering met omslagstelsel: werkenden betalen in lopend jaar via belasting de uitkering van de ouderen

AOW-probleem: vergrijzing Er komen méér ouderen en (in verhouding) minder werkenden Daardoor moet elke werkende méér gaan betalen!

Vergrijzing = verandering i/a-ratio       1 actieve moet dus méér inactieven gaan betalen 12

Kapitaaldekkingsstelsel

Indexering Indexering = aanpassen hoogte pensioenuitkering Welvaartsvast: uitkeringen stijgen mee met de lonen, zodat de welvaart t.o.v. de rest van de bevolking gelijk blijft Waardevast: uitkeringen worden aangepast aan de inflatie, zodat de koopkracht gelijk blijft Bevriezen: er komt niets bij, het bedrag blijft hetzelfde Korten: als er écht geld tekort is kunnen de pensioenen zelfs worden verlaagd

Opgave indexering Waardevast: Welvaartsvast: koopkracht behouden, dus meestijgen met inflatie € 20.000 x 1,025 = € 20.500 Gegevens 2011: pensioenuitkering € 20.000 modale salaris € 35.000 Verwachting 2012: inflatie 2,5% gemiddelde salarisstijging 3,4% Bereken de hoogte van de uitkering in 2012 indien: de uitkering waardevast is de uitkering welvaartsvast is Wat is het nadeel van de welvaartsvaste uitkering? Welvaartsvast: welvaart meestijgen met overige bevolking, dus meestijgen met lonen € 20.000 x 1,034 = € 20.680 (is dus duurder!)

Kwetsbaarheid sociale zekerheid

Belangrijkste oorzaak: de wig

Noodzaak aanpak misbruik sociale zekerheid

Bestrijding kosten/misbruik sociale wetgeving Kliklijnen Boetes en kortingen op de uitkering Regelgeving aanscherpen (“passende arbeid”) Premiedifferentiatie, wulbz Eigen risico Privatisering Kinderopvang Verlagen i/a-ratio (deelnemingspercentage)

Armoedeval hindert de aanpak In het rijke Nederland noemen we iemand arm als er gemiddeld minder dan 1.000 Euro per maand uitgegeven kan worden. Als je gaat werken is de kans groot dat je inkomen boven de grens van 1.000 Euro per maand uitkomt. En het vervelende is dat je dan de huursubsidie of zorgtoeslag weer kwijt raakt. Je verdient meer, maar je gaat er in inkomen toch op achteruit. Je blijft arm: dat wordt de armoedeval genoemd. Door accepteren van werk raakt de bijstandsgerechtigde een aantal inkomensafhankelijke regelingen kwijt: huurtoeslag, zorgtoeslag, kwijtscheldingen en kortingsregelingen

Tegengaan van de armoedeval NRC 19-02-2007 Arme werkloze minst geprikkeld om baan te zoeken DEN HAAG (ANP) - Werklozen met een lage uitkering ervaren de minste financiële prikkels om betaald werk te zoeken. Ondanks diverse maatregelen in de afgelopen jaren, is de armoedeval bij deze groep het grootst. Dat blijkt uit een rapport van het ministerie van Sociale Zaken. Mensen met een uitkering betalen vaak minder belasting en sociale premies dan werkenden. Voor werklozen is het daarom soms voordeliger om geen baan te nemen. De daling in inkomen als zij toch aan de slag gaan, heet de armoedeval. Om de armoedeval te verminderen heeft het kabinet onder andere de belastingkorting voor mensen met een baan, de arbeidskorting, verhoogd. Toch hebben mensen met een deeltijdbaan meer baat bij het accepteren van meer werkuren. Herintreedsters merken het echter het meest in hun portemonnee als zij weer gaan werken. Van hen houdt 60 procent bijna twee derde van het brutoloon over dat zij extra verdienen door te gaan werken. Dat komt onder andere door de hogere vergoeding voor kinderopvang. Verhogen van arbeidskorting Verhogen vergoeding kinderopvang Afschaffen of verlagen inkomens-afhankelijke regelingen