Weerstand en transitie Dierenartsenpraktijk……………………… Gebruik deze dia om (eventueel) uw eigen praktijk logo toe tevoegen.
Deze middag Relatie weerstand & transitie en uiergezondheid Goed droogzetten Relatie weerstand & transitie en uiergezondheid Wat is een goede transitie? Controlepunten transitie Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle opdrachten Deze middag gaat over de weerstand van de koe en de transitie periode. Deze onderwerpen zijn niet voor niets aan elkaar gekoppeld. Tijdens de transitieperiode zijn er verschillende factoren die de weerstand van de dieren kunnen ondermijnen. Daar tegenoverstaat dat een goede en succesvolle transitie een gezonde/ sterke en goed producerende koe opleverd. Er zijn dus valkuilen die tot een verminderde weerstand bij de dieren kunnen leiden en succesfactoren die zorgen voor een goede start van de lactatie. Deze presentatie zal vooral gaan over de relatie tussen de transitieperiode en de weerstand van de koe. De weerstand heeft weer veel invloed op de uiergezondheid. Voeding speelt een sleutelrol in deze relatie. Ook het begin van de droogstand en het droogzetten zelf zullen kort aan bod komen. Het begin van de droogstand behoort feitelijk niet tot de transitieperiode (drie weken voor tot drie weken na afkalven) maar de eerste weken van de droogstand zijn wel van belang voor een goede transitie. Zaken die hier fout gaan zijn in de overgangsperiode van droogstand naar lactatie moeilijk te corrigeren. Er zal worden aangegeven wat we bij een goede transtie moeten voorstellen en wat zinvolle doelstellingen daarbij zijn. Ook zal aangegeven worden hoe we dat kunnen bereiken. Om de transitieperiode te kunnen beoordelen zijn controle punten nodig. Die zullen ook aanbod komen
Transitie = overgang droogstand naar lactatie Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Transitie = overgang droogstand naar lactatie Goede droogstand periode legt basis voor goede transitie Goede droogstand begint met goed droogzetten Transitie staat voor de overgangsperiode van droogstand naar lactatie. Voor een goede start van de lactatie is een goede droogstand erg belangrijk. Niet alleen de twee of drie laatste weken van de droogstand maar voor een deel ook het begin van de droogstand. Dieren mogen in deze periode bijvoorbeeld niet vervetten. Om de droogstand goed te beginnen is een goed droogzet management van belang. In zijn geheel kan de droogstand in drie perioden worden ingedeeld. (zie figuur) Het begin van de droogstand wordt gekenmerkt door de involutie van het uierweefsel en de resorptie van restmelk. Belangrijk is het om te beseffen dat de keratineprop pas in de tweede week na het droogzeten is voltooid. Halverwege de droogstand verkeert het uierweefsel in een fysiologische rust fase. Ruim een week voor het afkalven lost de keratineprop weer op en komt de colostrum productie op gang. De kwartieren zijn het meest kwetsbaar in de perioden waar geen sprake is van een stabiele keratineprop. (Begin en eind)
Goed droogzetten Juiste tijdstip Inleiding Droogstand Controleer laatste ki datum Productie < 15 liter krachtvoer afbouwen Rantsoen aanpassen Niet mismalen! Verhoogd kans op uierontsteking Melkuitliggen Gebruik behandelplan droogzetten Celgetal laaste drie MPR uitslagen Voorkom stress Zet groepsgewijs droog Bekap ruim voor of na droogzetten Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten In de aanloop naar de transitie periode (3 wk voor tot 3 wk na de partus) is het belangrijk dat de dieren een goede droogstand periode doormaken. Een goede droogstand periode duurt minimaal 35 dagen. Optimaal is ongeveer 45-50 dagen. Een goede droogstand begint met een juiste methode van droogzetten. Juiste tijdstip. Controleer hiervoor de laatse ki datum. Een tekorte droogstand geeft problemen met de droogzetter (wachttijden) en er is dan ook te weinig tijd voor het uierweefsel om te herstellen van chronische infecties. Bij een te lange droogstand is er soms meer kans op vervetting maar dit is vooral afhankelijk van het rantsoen. Controleer daarom de laatste KI datum om de lengte van de droogstand goed in te kunnen schatten. De melkproductie mag maximaal 15 liter bedragen maar het is nog beter als de productie 10 liter of minder is. Krachtvoergift stoppen! Een maand voor droogzetten beginnen met afbouwen krachtvoer gift. Op grotere bedrijven kan een apartegroep dieren gemaakt worden die binnenkort drooggezet dienen te worden. Via een aangepast rantsoen kan vervolgens bij deze groep de melkproductie omlaag gebracht worden. Het droogzetten dient in een keer te gebeuren. Niet eenmaal daags laten melken (=mismalen). Dit mismalen verhoogt de kans op een uierontsteking! De dieren liggen ook vaker de melk uit in de boxen een verhogen zo de infectiedruk. Sub-klinische uierontstekingen worden vaak klinisch bij deze dieren. Gebruik het bedrijfsbehandelplan voor het droogzetten. Controleer het celgetal van de laatste drie melkuitslagen! Voorkom zoveel mogelijk de stress rondom het droogzetten. Probeer de koeien groepsgewijs droog te zetten. Doe het bekappen een week voor of na het droogzetten.
Goede droogstand Inleiding Twee groepen: Droogstand Transitie Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Twee groepen: Far-off; 3-4 wk; ruwvoer & droogstand mineralen Close-up; 2-3 wk; rantsoen melkkoeien Vaarzen close-up 5 wk Huisvesting: Schoon, droog, ruim, fris Ligcomfort Beweging Controleer de (pas) droogstaande dieren! Kwartieren Conditie Pensvulling Maakt altijd twee groepen. Far-off groep; structuurrijk laag energetisch randsoen. Geef droogstand mineralen! Close –up- groep; ruwvoerrantsoen van de melkkoeien. Minimaal 2 weken van te voren. Controleer ook of deze twee weken altijd worden gehaald. Een goede droogstand periode bestaat hoofdzakelijk uit twee delen. Een far-off periode en een close-up periode. Het belangrijkste verschil tussen deze twee perioden bestaat uit de voeding. Daarom dienen de droogstaaande dieren in twee groepen te worden gehuisvest. Soms is er in de stal onvoldoende ruimte voor twee groepen droogstaande dieren. De close-up groep kan dan bij de melkgevende dieren gehuisvest worden omdat ze hetzelfde ruwvoer rantsoen kunnen krijgen. Het belangrijkste nadeel hierbij is dat de droge koeien ruimte en tijd in nemen bij het melken. De dieren in de far-off periode hebben behoefte aan veel structuurrijk ruwvoer met een lage energiedichtheid. Daarnaast is het van belang om droogstand mineralen te voeren. De close-up groep dient weer veel meer energie op nemen. Het rantsoen van de melkkoeien is hiervoor het beste geschikt. Op de huisvesting van de droge koeien mag niet beknibbeld worden. Die dient schoon, droog, ruim, fris te zijn. Droge koeien liggen (ook) veel dus het ligcomfort moet goed zijn. Een te volle droogstand groep is funest voor de voeropname en het comfort. Er dient voldoende ruimte te zijn voor enige beweging. Bij weidegang krijgen de droge koeien veel beweging maar het risico op vervetten (te ruim voeding qua energie) is aanwezig. Een ligweide (comfort) met stalvoedering is misschien beter qua voermanagement. Huisvesting: ruimte, ventilatie (vaak slecht), licht (vaak weinig) Management: 2x daags boxen schoonmaken! De droge koeien moeten na het droogzetten niet uit het oog worden verloren. Het moet eenvoudig zijn om de droge dieren te controleren. Aan het begin en het einde van de droogstand is controle op mastitis belangrijk.
Loopt van 3 weken voor tot 3 weken na De transitieperiode Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Is de periode tijdens welke de weerstand het meest onder druk staat Heeft daardoor grote relatie met mastitis Controle mogelijk Loopt van 3 weken voor tot 3 weken na Nu gaan we het hebben over de transitie periode. De weerstand staat in deze periode al gauw onder druk. Controle van de transitieperiode is mogelijk en ook wenselijk. Controlepunten: voer en water opname rond afklaven. % stofwisselingsiekten. Pensvulling, conditieverloop ect ect…. Komt later in deze presentatie nog aan de orde.
Inleiding Droogstand Transitie Management Opdrachten Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Hier een belangrijke rede waarom de weerstand tijdens de transitie minder is. De figuur toont de veranderingen in de effectivitieit van neutrophielen rondom het afkalven. Van 1 dag voor tot 3 dagen na het afklaven is onder invloed van hormonale veranderingen (gepaard met een verminderde drogestof opname) de “killing capacity” van deze witte bloedcellen sterk verminderd. De weerstand van de dieren is hierdoor verlaagd.
Inleiding Droogstand Transitie Management Opdrachten Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Om de mastitis incidentie op een bedrijf aan te pakken is het absoluut noodzakelijk te focussen op de transitie periode en het begin van de lactatie. Deze figuur toont dat de meeste klinische mastitis piekt rondom het afkalven. Tijd-as in weken. Een gevolg van verminderde weerstand.
Factoren van invloed op weerstand Voeding Negatieve energiebalans Tekort essentiële voedingstoffen Stofwisselingsziekten Stress Periode rond afkalven Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Oprachten Welke factoren zorgen nu voor die weerstand daling in de transitie periode? Voeding en stress vormen hierbij een centrale rol. Door de negatieve energie balans, een (relatief) tekort aan vit. en mineralen en ziekten (vooral stofwisselingsziekten) staat de weerstand van de koe onder druk. Dieren met stress eten minder goed en hebben een hogere cortisol spiegel met als gevolg een verlaagde weerstand.
Negatieve energie balans Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Deze figuur laat zien waar die negatieve energiebalans vandaan komt. De laaste week voor het afkalven daalt de drogestof opname. Vlak voor het afkalven stort de drogestof opname helemaal in. Pas na het afklaven komt de droge stof opnamen weer op niveau. De gestippelde lijn toont de hoeveelheid NEFA’s in het bloed. In de laaste 3 weken voorafgaand aan het afkalven moet de koe worden voorbereid op het afkalven en het opgang komen van de lactatie. De voederopnamecapaciteit is in die periode laag, maar de behoefte aan voedingsstoffen neemt toe. Tijdens de droogstand neemt de omvang van de baarmoeder aanzienlijk toe, hierdoor neemt de opname capaciteit voor ruwvoer af. In de “close –up“ periode van de droogstand en vooral kort voor het afklaven is het belangrijk dat het voeder een hoge energie dichtheid heeft.
Negatieve energiebalans door verlaging droge stof opname Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Negatieve energiebalans door verlaging droge stof opname Steiging NEFA’s Leververvetting Links op de foto. Lever met normale kleur en consitentie. Rechts een ernstig vervette lever. Te geel en te licht van kleur met bolle randen. Onderzoek heeft aangetoont dat deze dieren een verhoogde kan op klinische mastitis hebben. Subklinische ketose is wat uiergezondheid betreft minstens zo gevaarlijk omdat het minder snel onderkent wordt. Koeien met (subklinische) ketose: 50% meer kans klinische mastitis 50% meer kans verhoogd celgetal
Tekort essentiële voedingstoffen Selenium, zink, koper, vitamine E Calcium tekort door start melkproductie Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Deze figuur toont aan dat naast energie rond het afkalven er ook een tekort is van voor de weerstand belangrijke vit. en mineralen. Selenium, zink, koper, Vit E Door het op gang komen van de melkproductie is er indirect ook een tekort aan calcium. direct: Se-,Zn-,Cu-,vit.- tekort Dit heeft negatief effect op werking afweersysyteem van koe indirect: melkziekte Dit heeft negatief effect doordat koe minder voer opneemt en meer ligt. Met name subklinische melkziekte is gevaarlijk omdat het minder snel onderkent wordt +/- 2 weken voor afkalven neemt de voeropname af, door het grote volume van het kalf en onder invloed van een hogere oestrogenenspiegel. Hierdoor daalt ook de penspassage. Het resultaat is een lagere opname van energie en eiwit, én van essentiële voercomponenten: Ca, Mg, Se, vit E, essentiële aminozuren.
Stofwisselingsziekten & voeding Melkziekte Mineralenbalans in droogstand Calciumvoorziening rond afkalven Slepende melkziekte Onvoldoende energie opname (primaire ketose) Onvoldoende vreten (secundaire ketose) Te vette dieren hebben meer risico Leververvetting Te energierijk in begin droogstand (far-off, vervetting) Te energiearm voor afkalven (close-up, afbouw reserves) Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Deze stofwisselingsziekten spelen in de transitie een belangrijke rol. Dieren met deze aandoeningen lopen meer risico op mastitis en hebben een slechtere start van de lactatie. De voeding speelt een hoofdrol bij het ontstaan van deze aandoeningen. De dia geeft per aandoening aan waar de (voedings) oorzaken gevonden moeten worden.
Effect calcium tekort op drogestof opname Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Droge stof opname rond het afkalven Deze figuur toont aan dat koeien met melkziekte of subklinische melkziekte duidelijk minder droge stof opnemen Dan dieren met een voldoende calcium gehalte in het bloed. Minder droge stof opnamen → minder weerstand →meer mastitis. Ook hier geld dat subklinische melkziekte minstens zo gevaarlijk is omdat het niet wordt onderkent.
Stressfactoren tijdens afkalfperiode Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Gescheiden afkalfruimte ruimte Rantsoen verandering Kalf niet direct weggehaald Overbezetting in melkveekoppel Introductie van vaars in melkveekoppel Het is belangrijk dat de kalf koe rond het afkalven contact houdt met de koppel. Hoe geisoleerder het dier komt te staan hoe meer stress dit veroorzaakt. Stress rond het afkalven is nooit helemaal te voorkomen. De dia geeft de redenen die de stress veroorzaken. Geleidelijke voerovergangen zijn belangrijk om de pens goed op het nieuwe rantsoen te laten aanpassen. Daarnaast is een plotselinge verandering van rantsoen (krachtvoer begin lactatie) ook stressvol. Op veel bedrijven komt een mate van overbezetting in de stal voor. Dit is voor de verse koeien en de vaarsen een belangrijke rede voor stress. Deze dieren moeten moeten “knokken” voor hun plekje aan het voerhek en ligbox. Indien het kalf niet snel wordt weggehaalt hecht de koe zich aan het kalf. Als het kalf een tijdje later wel weggehaalt wordt is dit stressvol voor de koe.
Doelen transitiemanagement! Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Veel melk met goede gehaltes Melkziekte: < 10% Slepende melkziekte: < 5% Mastitis eerste maand: < 10% Lebmaagdraaiing: < 3% Aan de nageboorte staan: < 10 % Daling conditiescore: < 1 punt Goede pensvuling, geen pensverzuring Elke melkveehouder is gebaat bij een goede transitie van zijn melkkoeien. Het heeft een positief effect op de uiergezondheid maar ook op heel veel andere ziekten/problemen. Dieren die een goed transitie doormaken zullen goed produceren. Het is ook belangrijk vanuit het gemak van de bedrijfsvoering. Goede transitie → weinig problemen → scheelt veel werk/irritatie Deze dia geeft de doelen die nagestreeft zouden moeten worden. Niet tevreden zijn indien een van deze streefwaarden niet gehaald wordt. Veel melk met goede gehaltes; een goede transitie haalt het optimale uit de koe Daling conditiescore begin lactatie (40 dg) mag niet meer dan een punt bedragen (t.o.v begin droogstand)
Voeren in droogstand; far-off Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten >1x daags vers voer Droogstandmineralen Rantsoen is berekend Volop vers water beschikbaar Zo kunnen sucessen behaalt worden. De voeding in de far-off periode.
Rantsoen 2-3 weken voor afkalven: Voeren in transitie periode: close-up ! Rantsoen 2-3 weken voor afkalven: Bevat hetzelfde ruwvoer als na afkalven Hogere energiedichtheid, eiwit en essentiële voedingstoffen Minimaal 2 kg krachtvoer Lage kation-anionbalans Altijd volop, smakelijk en vers voer Accepteer restvoer! Koeien moeten niet kunnen selecteren Onbeperkt, schoon water Geleidelijke voerovergangen Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Je wilt zeer geleidelijke voerovergangen, met name vanwege adaptatie van de pens. Een lage kation-anionbalans zorgt dat de koe minder biest en melk maakt. Hierdoor heeft ze minder zucht (gunstig voor oa uiergezondheid, want betere doorbloeding, beter leegmelken en betere afsluiten slotgat) en heeft ze minder voedingstoffen nodig voor biest en melk. Zeker als niet elke koe een vreetplaats heeft, treedt gemakkelijk selectie op. Vaarsjes delven dan het onderspit. Terwijl juist de vaarsjes al eerder, vanaf 4 weken voor afkalven, behoefte hebben aan het close up rantsoen.
Vreten moet! Inleiding Droogstand Transitie Management Opdrachten Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Droge stof opname dag 21 Droge stof opname dag 1 Naast allerlei risico’s rondom het afkalven (risicofactoren) zijn er tegelijk ook succesfactoren. Deze dia toont aan dat een hogere voeropname van koeien rond het afkalven betekend dat de voeropname drie weken later ook hoger is. Een hoge droge stofopname betekend gezonde en goed producerende koeien. Bij een goede transitie is dus ook veel te winnen kortom Vreten Moet! De voeropname dip bij afkalven moet kort duren en klein zijn De voeropname dient de hele close-up hoog te blijven
Controlepunten rantsoen & voeropname Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Pensvulling Mestsamenstelling Conditie Controle moment; droogzetten, rond afkalven, 40 dagen na afkalven Geen vervetting! Daling conditie score < 1 punt Voeropname (selectie) Aantal stofwisselingsproblemen rondom en na afkalven: melkziekte, slepende melkziekte Aantal overige aandoeningen rondom en na afkalven: mastitis, witvuilen, aan de nageboorte staan………… Melkproductie en gehaltes Kernboodschap: wat gebruik jij als controlepunten? Iedere boer heeft zijn controlepunten. Sommige daarvan zijn slimmer en functioneler dan andere. Een essentiele vraag bij controles is de reactie: hoe vroeg zien ze dingen? hoe snel reageren ze? Hoe goed reageren ze? (Deze lijst is lang genoeg om punt voor punt na te lopen!) Mest: consistentie en vertering (verschillen wijzen op selectie) Je kunt eventueel praten over urine pH. 12 uur na voeren moet het voer niet warmer zijn
Rondom afkalven Schone, droge en goed geventileerde omgeving Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstelling Voeren Controle Opdrachten Groot strohok, vlak bij de melkput, voorkomt vele problemen in de eerste dagen na afkalven. >eventueel bespreek je hier het wel-niet direct weghalen van het kalf. Hou focus op voeropname. De staande koe heeft een lege pens. Het kan maar zo dat dit komt doordat ze voortdurend bij haar kalf blijft en niet vreet. De koeien in dit hok zijn zeer schoon. Het stro is schoon en droog. Stal oogt zeer open, met dus veel ventilatie. Schone, droge en goed geventileerde omgeving Ook na afklaven goed vreten en drinken
Controlepunten rondom afkalven Inleiding Droogstand Droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Voeropname & wateropname Activiteit, alertheid, temperatuur, … Afkalfproces Bevuiling/hygiëne Afkomen nageboorte Bloedwaarden m.b.t. energievoorziening, mineralen Hier kun je die hele praktische tips kwijt, zoals de koe direct lauw water laten drinken, vruchtwater over het voer, kalf direct weg (nadat-ie biest heeft gehad) in zo’n kalverkruiwagen met twee wieltjes. In de stal kun je ook de arbeidsorganisatie en huisvesting beoordelen. Hoe heeft de boer zijn werk georganiseerd. Waar staat het verlosmateriaal, waar en hoe reinigt hij dit? Waar is de noodvoorraad biest? Verlichting? Hoe gemakkelijk kan hij kalfkoeien afzonderen, melken, behandelen? Idem kalf weghalen? enz. Kalf eraf, biest geven, koe water laten drinken, laten vreten. FOTO: Deze koe heeft zojuist gekalfd. Het dier is alert, actief, staat aan het voerhek. Merk op dat haar pens diep is en redelijk gevuld. Leger wil je de pens niet hebben en leger hoeft de pens niet te worden. Hoe krijg je dit voor elkaar? Deze koe heeft zojuist gekalfd
Bevindingen? Waar moet allemaal opgelet worden? Qua: Opdracht 1: Droogstand & Afkalven Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Waar moet allemaal opgelet worden? Qua: Droogstand management & voeding? Gezondheid droge koeien en kalfkoeien? Huisvesting? Afkalfruimte (s)? Bevindingen? Met deze dia kunt u de opdrachten bespreken Laat de deelnemers eerst zelf vertellen waar ze op gelet hebben en waarom en wat hun bevindingen waren. Gebruik een flip-over of een schoolbord om een en ander groepsgewijs te bespreken. Daarna kan de lijst van aandachtpunten doorgenomen worden en worden besproken.
Waar moet allemaal op gelet worden? Qua: Opdracht 2: Na afklaven Inleiding Droogstand Goed droogzetten Goede droogstand Transitie Weerstand Voeding Stress Management Doelstellingen Voeren Controle Opdrachten Waar moet allemaal op gelet worden? Qua: Gegevens management systeem? MPR gegevens? Voeding? Huisvesting? Koeien & vaarsen? Bevindingen? Met deze dia kunt u de opdrachten bespreken Laat de deelnemenrs eerst zelf vertellen waar ze op gelet hebben en waarom en wat hun bevindingen waren. Gebruik een flip-over of een schoolbord om een en ander groepsgewijs te bespreken. Daarna kan de lijst van aandachtpunten doorgenomen worden en worden besproken.