ETHIEK/ kwaliteitszorg
Kos Griekenland Asklepieion.
Hippocrates van Kos Was een Griekse arts: wordt beschouwd als de grondlegger van de Westerse geneeskunst. Leefde van ca. 460 – 370 voor Chr. Legde sterk de druk op hygiëne Werkte op basis van lichamelijke symptomen ipv bovennatuurlijke
De eed Artseneed van het KNMG en de VSNU van 2003 Ik zweer/beloof dat ik de geneeskunst zo goed als ik kan zal uitoefenen ten dienste van mijn medemens. Ik zal zorgen voor zieken, gezondheid bevorderen en lijden verlichten. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Ik zal aan de patiënt geen schade doen. Ik luister en zal hem goed inlichten. Ik zal geheim houden wat mij is toevertrouwd. Ik zal de geneeskundige kennis van mijzelf en anderen bevorderen. Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden. Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving. Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen. Ik maak geen misbruik van mijn medische kennis, ook niet onder druk. Ik zal zo het beroep van arts in ere houden. Dat beloof ik. of Zo waarlijk helpe mij God* almachtig.
Apollo, god van de genezing Zoon van Apollo heet Asklepios, Symbool: de aesculaap Kreeg meerdere dochters o.a Hygiena (gezondheid/hygiene) en Panacea (geneesmiddelen)
ethiek Vraagstukken waar 2 dingen centraal staan: Verantwoordelijkheid en Afweging. Vraagstukken met een dilemma Vraagstukken tussen ‘goed en kwaad’
????? Van Dale zegt: ethiek = praktische filosofie die zich bezighoudt met wat goed en kwaad is. Ook wel moraalfilosofie of zedenleer. Moraal is altijd gebaseerd op een levensbeschouwing
Levensbeschouwing Is een eigen visie op wat belangrijk is in het leven, hoe mensen met elkaar samen leven, de betekenis van dood enz. Elke levensbeschouwing hangt samen met een aantal waarden die voor haar centraal staan.
Voorbeelden zijn o.a. Christendom (naastenliefde) Islam (een goed leven leiden) Liberalisme (vrijheid) Socialisme (solidariteit) Feminisme (gelijkheid)
moraal Is cultuurgebonden. Waarden en normen liggen niet voor altijd vast. Mensen veranderen; dus ook de waarden en de normen
Morele ontwikkeling jongeren gaat stapsgewijs Tot 17-18 jr nemen ze moraal over van hun ouders, opvoeders, maar ook media en vrienden Daarna meer en meer eigen keuzes maken. Ontwikkelen eigen moraal
3 dimensies: 1. Smaak (je geeft een mening zonder onderbouwing) vb: ik vind rood haar niet mooi… 2. De wetenschap, techniek. Vb: citroenen smaken zuur/ kinderen kun je vanaf 24 weken in leven houden 3. Wat is goed voor de mens/mensheid? = ethiek
Voorbeeld: Ik heb een brommertje! Hard rijden is lekker= dimensie 1 Ik heb hem opgevoerd = dimensie 2 Kan ik dit maken? (vind ik dit verantwoord)= dimensie 3 = ethiek
Normen en waarden Waarden: zijn zaken en/of mensen die we heel belangrijk in het leven vinden Normen: zijn regels die we van die normen hebben afgeleid. Vb waarde = gezondheid= norm niet roken Vb waarde = eerlijkheid = norm niet stelen
Ethisch dilemma = een waardenconflict Waar je geen ja of nee op kunt antwoorden Kenmerk van een ethisch dilemma is dat je een keuze moet maken
Stappenplan: fase 1= de situatie en het dilemma Wat is precies de situatie Wat is het dilemma Heb je voldoende feitenkennis
Fase 2= de analyse Wat zijn de handelingsmogelijkheden en wat zijn de voor-en nadelen Welke normen en waarden spelen een rol Welke belangen spelen een rol
Fase 3= de besluitvorming Welke rangorde van waarden Naar welke beslissing neig je en hoe is deze te verantwoorden Wat is je besluit (en verantwoord je besluit/handeling)
Let op: Welke alternatieven zijn er en heb je die voldoende meegewogen? Als het jezelf betrof zou je de oplossing kunnen accepteren? (principe van wederkerigheid). Zou je anderen op dezelfde wijze behandelen? (principe van gelijkheid) Heb je voldoende overlegd?