VOEDING 31 dia’s.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Vocht & Voeding tijdens Inspanning
Advertisements

Eten en drinken, voor, tijdens en zeker na een inspanning.
Voorlichtingsavond De Granaet.
Voeding en vertering 6A.
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Thema 1 Stofwisseling Basisstof 4 K4
Enzymen voor de vertering
De Wereld van Sport, Bewegen en Gezondheid 2 Hoorcollege 1: Leefstijl 1 - Energiebalans SBG leswk 1, HC1 - Jim Lo-A-Njoe.
Animatie 1 Enzymen Bioplek Animatie 2 Enzymen Bioplek
Spijsvertering.
Thema 2: Voeding en Vertering
Materie, energie en leven
Overzicht van de stofwisseling
Stofwisseling 15 maart 2011.
De invloed van voeding op sportprestaties
Dissimilatie Levert energie Deze energie is voor alle levensprocessen
Voortgezette assimilatie =
Welkom Bij het programma om uw gewicht te beheersen.
Voedingsstoffen.
Voeding en sport Voedingsstoffen Koolhydraten en Vetten Eiwitten
Voortgezette assimilatie =
Film Gezond eten. Evenwichtige voeding Hoe stel je die samen.
BLOK 2 Voeding is energie Mijn lijfstijl, mijn keuze.
T4 – Voeding en Vertering
Hoofdstuk 10 Paragraaf 1: Goed geregeld. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken eerste deel paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
Koolhydraten
Hoofdstuk 4: Voeding HAVO 4.
Voeding. 3 functies van voeding. Opbouw, herstel van cellen Voorkomen van ziektes Energie leveren Doorgaan van lichaamsprocessen.
Voorbereiding geboortestage. Onderwerpen: Doel voeding Voedingsbestanddelen Voeding in de praktijk Voeding.
Stofwisseling Thema 1.
Dikke darm en de lever.
Voortgezette assimilatie 1
Na het sporten.
Eetadvies.
GOEDE VOEDING EN SPORT De nieuwe sportvoedingspiramide sinds najaar 2016 Basisvoeding Energie uit je voeding Energie dat je lichaam verbruikt Hoeveel energie.
Veevoeding Weende analyse.
Voeren en Verzorgen Les 4 Blok 1.
Voeren en verzorgen Klas D21 MBO Doetinchem
WORKSHOP BIOMETRIE.
IBS III Voedingspatroon Energiebalans
Quiz: de voedingsstoffen
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Voortgezette assimilatie 1
Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.
Voeren en Verzorgen Blok 1 Les 3 Niveau 2.
Voedingsstoffen Bouwstoffen
Gezonde voeding.
IBS 2 de verpakking Lesweek 2..
Voeding Paard.
Welvaartziekten Obesitas
Voeding en Vertering 2 VMBO – KGT Thema 2.
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Eet je Fit!.
Leverancier van de Schijf van Vijf
Voeding Kenmerken van voeding.
Energiebehoefte.
Koolhydraten.
Voeding en vertering.
Stofwisseling 4 VMBO KGT.
Gezonde voeding.
Voeren en verzorgen Periode 1 – Introductie en H1.
Voedingshoeveelheid berekenen
Spijsvertering Bijgewerkt
Thema 2 Voeding en vertering
Voortgezette assimilatie 1
Dissimilatie Levert energie Deze energie is voor alle levensprocessen
Transcript van de presentatie:

VOEDING 31 dia’s

Wat is voeding? Definitie voeding = “Alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je lichaam” Voeding

Energie: Eten en drinken bevat energie Verbranding van voedsel  energie komt vrij Maat voor energie: in (kilo)Joule/(kilo)calorie 1 kCal = 4.2 kJ / 1 kJ = 0.2 kCal Calorie: de hoeveelheid energie die nodig is om 1 gram water, 1 graad celcius te verwarmen

Macro Nutriënten De energie leverancier

Koolhydraten Brandstof (direct) 1 gram koolhydraten: 4kcal energie Lange ketens van gekoppelde suiker eenheden opname in het lichaam: koolhydraat ketens afgebroken in de dunne darm tot losse suiker eenheden  opname in het bloed  omgezet in glycogeen en opgeslagen in de lever en spier (beperkt) Suiker eenheden: Glucose (druivensuiker) Fructose (fruitsuiker) galactose (melksuiker) Max ongeveer 400 gram glycogeen opgeslagen (= 1600 kcal), kan door trainen verhoogd worden.

Vetten (lipiden) Brandstof 1 gram vet: 9 kcal gekoppelde vetzuur ketens Opname in het lichaam vetten in de dunne darm afgebroken tot vetzuren Opslag in vetcellen door het hele lichaam Andere functie van vet? (bescherming) Wat geeft je meer energie? De verbranding van 1 gram koolhydraat of de verbranding van 1 gram vet. Waarom?  het zijn grotere stoffen De koolhydraat verbranding is nodig om de vet verbranding in stand te houden

Eiwitten 2 functies: bouwstof én brandstof 1 gram eiwit: 4 kcal. lange ketens van aminozuren Opname in het lichaam afbraak in de maag en darmen tot aminozuren omzetting naar lichaamseiwitten in de lever Eiwit plaatje

Voeding Macro nutriënten Brandstoffen Koolhydraten Vetten Bouwstoffen Eiwitten

Micro Nutriënten Plus algemene functie

Vitaminen 13 verschillende soorten vitaminen 6 hoofdgroepen: A, B, C, D, E, K Specifieke functies Voorbeelden: geboortedefecten, opname van macronutriënten (energie), botopbouw,

Mineralen & Spoorelementen Mineralen: Na, K, Ca, Mg, P, Reguleren specifieke processen Geleiding van prikkels Spoorelementen: Zn, Fe, Cu, J Nodig in geringe hoeveelheid maar wel essentieel. Plaatje mineraal

Voeding Macro nutriënten Brandstoffen Koolhydraten Vetten Bouwstoffen Eiwitten Micro nutriënten Ondersteuning Vitaminen Mineralen Spoor- elementen

Vocht Essentieel voor overleven 60% van ons lichaamsgewicht is water  45 liter bij 75 kg. Bouwstof, transport, oplosmiddel, temperatuur regelen, smeermiddel Waterbalans  regulatie door de nieren Hoe krijgen we vocht binnen?

Energie Waar hebben we energie voor nodig? Basaal metabolisme (rust stofwisseling) 1 kcal per kilogram lichaamsgewicht per uur Lichamelijke activiteit Beïnvloedende factoren Leeftijd Geslacht Arbeid Activiteiten Sport Basaal metabolisme is 2/3e van de energie die een mens verbruikt

De Energiebalans

Overgewicht Energie in > energie uit Opslag in de vorm van vet Toename in grootte Toename in aantal

Meten van overgewicht Body Mass Index – BMI te hoog BMI – per definitie ongezond

Meten van overgewicht (2) Taille omtrek Mannen < 80 cm Ondergewicht 80-94 cm Normaal gewicht 94-102 cm Overgewicht >102 cm Obesitas Vrouwen < 68 cm Ondergewicht 68-80 cm Normaal gewicht 80-88 cm Overgewicht >88 cm Obesitas Onderkant van de onderste rib en bovenkant van bekken

Meten van overgewicht (3) Vetpercentage bepaling Met een huidplooimeting kan je op 4 of op 7 punten de huidplooi meten hoe dik hij is. Dit tel je dan bij elkaar op en dan zijn er hele grote tabellen om dit om te rekenen hoeveel vet percentage je dan hebt. Recreanten Sporter Vrouwen 25-30% 20-25% Mannen 15-20% 10-15%

Locatie van vetopslag

Locatie van Vetopslag FOTI = Fat Outside, Thin Inside Vet opslag in vetcellen in de buik TOFI = Thin Outside, Fat Inside Vetopslag in vetcellen rond de organen = GEVAARLIJK

Oorzaken

Gevolgen Pijn en moeite bij bewegen Cosmetische ongemakken Hoge bloeddruk Hart- en vaat ziekten Artrose Slaapproblemen Diabetes Vormen van Kanker

Opdracht: berekenen activiteiten patroon Basaal metabolisme = BMR Voor mannen: 88,362 + (13,397 X Gewicht) + (4,799 X Lengte) - (5,677 X Leeftijd) Voor vrouwen: 447,593 + (9,247 X Gewicht) + (3,098 X Lengte) - (4,33 X Leeftijd) - Gewicht in kg - Lengte in centimeter - Leeftijd in jaren

Dagelijks activiteiten patroon Ruststofwisseling x Pal-waarden = dagelijks verbruik

Energieverbruik per sport Activiteit kcal / kg / uur Aerobics 6 Badminton 4,5 Basketbal Fietsen (16 km/u) 4 Fitness 5,5 Handbal  8 Hardlopen (11 km/u) 11,5 Hockey Joggen (6 km/u)  7 Judo / karate 10 Racefietsen (25-30 km/u)   12 Schaatsen 7 Spinning 9 Squash Tafeltennis Tennis Touwtje springen 8 Voetbal Volleybal 3 Wandelen (5 km/u) 3,5 Zwemmen