Dactylische Hexameter

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Elke kleine attentie is groot
De werkplaatsassistent
Hoe ruim ik mijn kamer op?
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Scanderen.
De Dactylische Hexameter
Grammar Chapter 4 – G4 Meervoud.
Verdeel het woord in lettergrepen
die niet om jou zou huilen.
Hoe gezond ben ik?.
Loze belofte (Carmen 70. p. 73)
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Belangrijke waarheden om even over na te denken
Tekenopdracht Voor en achter elkaar.
Praktisch en eenvoudig mediteren enkele richtlijnen …
Scanderen.
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Los Acentos.
Literatuur Geschiedenis en theorie J.A. Dautzenberg
Sectorwerkstuk 4 mavo Handelingsdeel examenjaar
‘t Is tijd voor een quiz!.
Scanderen.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Intensief lezen Lees de tekst grondig door en duid kernwoorden en/of –zinnen aan. Doe dit zo. Hoe doe je dit? Volg de pijl en dan zie je het symbooltje.
Zingen Vers 1 God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne
Trappen van vergelijking
Samenvatting Havo 5.
Tekenopdracht Voor en achter elkaar.
De dag vóór het examen Schrijf de data en uren waarop je examen moet doen op een groot vel papier en hang het goed zichtbaar op! Leg alles wat je voor.
La pronunciación De uitspraak
Spaans.
Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Mw. Sloot (SLT) en Margo Franssen (MF1)
Meervoud op –”n of - ën Maar weet je waar de klemtoon ligt?
Naam: 1 Vul je naam in Druk op de startknop om te beginnen Beantwoord de vragen door de juiste digitale tijd te kiezen Kijk aan het eind hoeveel je goed.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Naam: 1 Vul je naam in. Beantwoord zo snel mogelijk de vragen. Kijk aan het einde hoeveel je er goed had. Druk op knop om te beginnen!!
Het maken van een toets. Inleiding Voordat je aan de toets gaat beginnen doe je er verstandig aan om aan de volgende tips te denken: 1.Goed lezen Goed.
Liesje leerde lotje lopen Door de lange linde laan Maar toen lotje niet wou lopen Liet liesje lotje staan.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Je leert met de klankgroepen regelwoorden goed te schrijven.
Poëzie bespreking m.b.v. Laagland p
Woord van de dag woordenschat.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Regels en uitzonderingen
Spelling Klinkers en medeklinkers
Persoonlijk voornaamwoord
Kerstspel Spelregels Start.
Spelling Woorden afbreken.
Thema 4 : wat voor een type ben jij?
De zelfstandige naamwoorden van Groep 3
NSCCT Instructie groep 5
Dactylische Hexameter
NSCCT Instructie groep 7
NSCCT Instructie groep 6
God heeft het eerste woord
Oplosvergelijkingen maken. De oplosvergelijking van het oplossen van natriumfosfaat Begin met het opschrijven van de verhoudingsformule van het zout Na.
scanderen nieuwe versie (mei 2018)
De leesstrategie voor begrijpend lezen
NSCCT Instructie groep 5
NSCCT Instructie groep 6
NSCCT Instructie groep 7
Leesvaardigheid Woordbetekenis Leesvaardigheid – Woordbetekenis.
Transcript van de presentatie:

Dactylische Hexameter

Metriek Metrum: wanneer afwisseling een vaste regelmaat vertoont. Trochee: (— ∪) Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindelaan Jambe: (∪ —) Vandaag is Nijn vroeg wakker ‘Tis geen gewone dag

Dactylische Hexameter In epos: Dactylische Hexameter: 6 versvoeten Basis = dactylus (lang – kort – kort) Soms: spondee (lang – lang) 5e versvoet (bijna) altijd dactylus.

Voorbeelden Dactylisch vers: In het Nederlands wordt het metrum gevormd door afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. In het Latijn wordt het metrum gevormd door afwisseling van lange en korte lettergrepen. Dactylisch vers: Geef me m'n hoed en m'n jas en m'n tas want ik ga me bedrinken.   Vers met veel spondeeën: Traag vaak schreef mijn pen die zin neer op kleine papiertjes.

Basisregels kwantiteit Kort: Korte klinker, gevolgd door één MK. amo Lang: Lang van nature: Tweeklank (ae, au, ei, eu, oe) Lange klinker: Woordenboek (māter, pater) Lang door positie: Gevolgd door 2 MK’s. castra Ook bij meerdere woorden: animus mutatas Behalve Muta cum Liquida:

Muta cum liquida Muta: Gutturalen (k, g, c) Labialen (p,b) Dentalen (t,d) Liquida: m,l,n,r (molenaar)

Klinkers & medeklinkers Hoeveel mk’s? x, z = 2 mk’s qu = 1 mk h = geen mk Klinker voor klinker = kort. Lange klinkers: abl. ev. dat. / abl. mv. op -is acc. mv. op -as/ -os/ -us nom. / acc. mv. op -es Elisie: Woordeinde: Woordbegin: Klinker/-m klinker/h- matrem amo ‘matramo’

Stappenplan Begin bij het scanderen (d.w.z. het zetten van ⎯ en ∪) met de dingen die zeker zijn: de eerste lettergreep is altijd lang de laatste versvoet bestaat altijd maar uit 2 lettergrepen: ⎯ ⎯ de voorlaatste versvoet (5e) is (bijna) altijd ⎯ ∪∪ kijk dan welke lettergrepen zeker lang of kort zijn vul dan in wat je over hebt en let daarbij op de onmogelijkheden: de volgende combinaties kunnen niet voorkomen: een versvoet kan nooit beginnen met een ∪ Onmogelijke combinaties zijn ook: ∪∪∪ en ⎯ ∪⎯ Controleer altijd of je 6 versvoeten hebt!