Dactylische Hexameter
Metriek Metrum: wanneer afwisseling een vaste regelmaat vertoont. Trochee: (— ∪) Liesje leerde lotje lopen langs de lange lindelaan Jambe: (∪ —) Vandaag is Nijn vroeg wakker ‘Tis geen gewone dag
Dactylische Hexameter In epos: Dactylische Hexameter: 6 versvoeten Basis = dactylus (lang – kort – kort) Soms: spondee (lang – lang) 5e versvoet (bijna) altijd dactylus.
Voorbeelden Dactylisch vers: In het Nederlands wordt het metrum gevormd door afwisseling van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen. In het Latijn wordt het metrum gevormd door afwisseling van lange en korte lettergrepen. Dactylisch vers: Geef me m'n hoed en m'n jas en m'n tas want ik ga me bedrinken. Vers met veel spondeeën: Traag vaak schreef mijn pen die zin neer op kleine papiertjes.
Basisregels kwantiteit Kort: Korte klinker, gevolgd door één MK. amo Lang: Lang van nature: Tweeklank (ae, au, ei, eu, oe) Lange klinker: Woordenboek (māter, pater) Lang door positie: Gevolgd door 2 MK’s. castra Ook bij meerdere woorden: animus mutatas Behalve Muta cum Liquida:
Muta cum liquida Muta: Gutturalen (k, g, c) Labialen (p,b) Dentalen (t,d) Liquida: m,l,n,r (molenaar)
Klinkers & medeklinkers Hoeveel mk’s? x, z = 2 mk’s qu = 1 mk h = geen mk Klinker voor klinker = kort. Lange klinkers: abl. ev. dat. / abl. mv. op -is acc. mv. op -as/ -os/ -us nom. / acc. mv. op -es Elisie: Woordeinde: Woordbegin: Klinker/-m klinker/h- matrem amo ‘matramo’
Stappenplan Begin bij het scanderen (d.w.z. het zetten van ⎯ en ∪) met de dingen die zeker zijn: de eerste lettergreep is altijd lang de laatste versvoet bestaat altijd maar uit 2 lettergrepen: ⎯ ⎯ de voorlaatste versvoet (5e) is (bijna) altijd ⎯ ∪∪ kijk dan welke lettergrepen zeker lang of kort zijn vul dan in wat je over hebt en let daarbij op de onmogelijkheden: de volgende combinaties kunnen niet voorkomen: een versvoet kan nooit beginnen met een ∪ Onmogelijke combinaties zijn ook: ∪∪∪ en ⎯ ∪⎯ Controleer altijd of je 6 versvoeten hebt!