ZIEKTE VAN PARKINSON Dr. B. Lagae.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De rol van de verpleegkundige bij medicatietoediening
Advertisements

Kanker gerelateerde vermoeidheid
De ziekte van Parkinson Casuïstiek en verpleegkundige interventies
Rianne Esselink Neuroloog UMC St. Radboud
VROEG of LAAT… in de ziekte van Parkinson
Bipolaire stoornissen
HIV/AIDS Verpleegkundig perspectief
RESTLESS LEGS SYNDROME (RLS) & Periodic Limb Movement Disorder (PLMD)
Hoe ontstaat Parkinson tremor?
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
TRACHEACOLLAPS = DORSOVENTRALE AFPLATTING TEN GEVOLGE VAN TRACHEOMALACIE DORSAAL LIGAMENT TRACHEARING.
Marieke Bossuyt en Barber Declerck
Delier in de palliatieve fase
Restless Legs Referaat Rob Rouhl 4 mei 2005.
CAT Mariëlle Vlooswijk
DBS voor essentiële tremor
SPECT scans bij M. Parkinson
Delier Een tijdelijke psychische stoornis veroorzaakt door een lichamelijke aandoening met kenmerken zoals wisselend bewustzijn, desoriëntatie, hallucinaties,
Substantia nigra.
Postoperatieve zorg bij diepe hersenstimulatie L. Daeter & M. Postma, V erpleegkundig Consulent Parkinson Amsterdam, februari 2007.
M. Postma, Parkinsonverpleegkundige
Zelfmanagement bij de ziekte van Parkinson
Mental Dysfunction in Parkinson’s Disease
Presentatie nieuwe richtlijn
Hoe staat het met de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson? Een update.
Wat is Parkinson ? Dr. Carla Verstappen
Het staken van geneesmiddelen: evidence
Depressie en de ziekte van Parkinson
Parkinson wat kan je er mee?
Wat doet Parkinson met mij? Een inleiding
Afdeling Trombose en Hemostase; Trombosedienst Leiden
Metabool syndroom en antipsychotica
Medicatie bij M. Parkinson
Camille Coussée 1 BaTP B2 DEPRESSIE PREVENTIE.  Betekenis: voorkomen van een ziekte  Doel:  meer kwaliteit van leven  mensen minder/korter ziek 
'shaking palsy' ofwel 'schudverlamming
Behandelingen voor gevorderde ziekte van Parkinson
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose
Optimale farmaceutische zorg voor patienten met M.Parkinson Wereld Parkinsondag 2015 Nieuwegein.
“ A thrilling story “ Dr. Narender van Orshoven, Neuroloog
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFo P 2.
Week 2 CAT vragen oefenen Dr. U.M.H. Klumpers (cursuscoördinator, psychiater ) Psychisch Functioneren 2016.
Week 1 CAT vragen oefenen Dr. U. Klumpers (cursuscoördinator, psychiater) Psychisch Functioneren 2016.
Ziekte van Parkinson Intro slide: Dr. Verhellen Eva 12 mei 2016.
 Wat is de ziekte van Parkinson?  Wie was Parkinson?  Wat is het verloop?  Wat zijn de symptomen?  Onderzoek en behandeling?  Verpleegkundige zorg?
Parkinson en medicatie(-beleid)
IBD en moeheid Jan H. Kleibeuker.
Vermoeidheid bij COPD Dr. Jan Vercoulen, Klinisch Psycholoog
Ouderen die bewegen en vallen…
Overgewicht, complexe materie!
en palliatieve terminale zorg
WZC De Liberteyt Meer dan u denkt! Leven in balans Parkinsonwerking.
Meten van de bloeddruk.
Hoofdstuk 2. Doel en gebruik
De ziekte van Parkinson Van behandeling tot zorg
Dagkliniek bewegingsstoornissen
מרצה: אסיה גלר R.N., B.A.
Parkinson en medicatie(-beleid)
Anke Bakker-van der Salm Apotheker
Parkinson KinetiGraph PKG horloge
Doorleven met de ziekte van Parkinson
P. Canavar Bayram Neuroloog
Diagnose en classificatie in de Psychiatrie
Parkinson en Depressie
Mictie en Defecatieproblemen bij Morbus Parkinson en MSA
Sadan Opdracht Kindersyndromen
Neurologische aandoeningen (2)
Therapie. Therapie FALEN SPANNING, PIEKEREN DEPRESSIE SLAAP- PROBLEMEN Niet-medicam. maatregelen Behandeling lichamelijke problemen Maatschappelijk.
Slaapstoornissen bij Parkinson
Neuropsychiatrische syndromen na een beroerte.
Ziekte van Parkinson en parkinsonisme www. medifarm
Transcript van de presentatie:

ZIEKTE VAN PARKINSON Dr. B. Lagae

Basale ganglia Nucleus caudatus Putamen Globus pallidus Substantia nigra Nucleus subthalamicus

Morbus Parkinson Traag doch gestadig verlies van dopaminerge neuronen in SN pc

Risicofactoren Man Industrialisatie Kaukasisch Genetisch, vooral jong onset Rurale omgeving Herbiciden/pesticiden Medicatie Hysterectomie en vroege menopauze

Beschermende factor Voeding (matig Vit E, laag vet) Roken Beweging Oestrogenen Caffeïne

diagnose Bradykinesie plus één van de volgende : Rusttremor Rigiditeit Posturale instabiliteit Asymmetrie Antwoord op levodopa

Rigiditeit Akinesie (bradykinesie, hypokinesie) Micrografie Hypomimiek Dysarthie Stemverandering (hees, monotoon, stil) tremor (rust, positie)

vroeg Spierpijn, schouderpijn Schrijfproblemen, fijne motoriek Vermoeidheid Gewichtsverlies Persoonlijkheidsverandering, traagheid Tremor reukstoornissen

later Complexe bewegingsstoornissen On/off freezing Autonome dysfunctie Sialorree Impotentie Hartritmestoornissen constipatie

Niet-motorische symptomen Gastro-intestinale problemen : Slikstoornissen Sialorhea Vertraagde maaglediging Vieze smaak in de mond Gewichtsverlies constipatie

Orthostatische hypotensie Urogenitale problemen : Urinaire incontinentie Seksuele stoornissen

Problemen met de thermoregulatie Hyperhidrose Seborrhea

Slaap- en waakstoornissen Inslaap- en doorslaapstoornissen REM-slaap gedragstoornis RLS Slaperigheid overdag, slaapaanvallen en vermoeidheid

Gevoelsstoornissen Pijn Problemen met de ogen

Neuropsychiatrische stoornissen Depressie Apathie Angst- en paniekaanvallen Wanen en hallucinaties Gedragsstoornissen

Cognitieve stoornissen Traagheid in denken Dementie

Exclusie Medicatie Unilaterale distributie > 3 jaar Geen antwoord op L-dopa Kenmerken van andere degeneratieve aandoening

Door medicatie geïnduceerd D2 antagonisten zoals neuroleptica (ook metoclopramide) SSRI Flunarizine en cinnarizine Valproïnezuur, lithium, amiodarone

Parakliniek NMR DAT scan

17/11/2018

Behandeling

Wanneer moet gestart worden met een symptomatische behandeling? Preventieve behandeling Behandeling Welke behandeling starten? Specifieke problemen

A) WANNEER MOET GESTART WORDEN MET EEN SYMPTOMATISCHE BEHANDELING? Functionele beperkingen als gevolg van de ziekte van Parkinson tijdens: De werksituatie Uitvoeren van hobby’s Mobiliteit en balans Activiteiten in het dagelijks leven Subjectief hinderlijke symptomen: Bv tremor (kan sociaal als zeer hinderlijk ervaren worden)

B) PREVENTIEVE BEHANDELING Momenteel geen aanwijzingen dat enige behandeling een neuroprotectief of neurotoxisch effect heeft Anti-oxidanten Selegiline en rasagiline: MAO B inhibitoren

C) BEHANDELING 1) Niet-farmacologische behandeling A) Kinesitherapie B) Logopedie C) Dieet (eiwitarm) 2) Farmacologische behandeling I) Levodopa (+ dopadecarboxylaseremmer) II) Dopamine-agonisten III) COMT-inhibitoren IV) MAO-B-inhibitoren V) Overige behandelingen

I) Levodopa (+dopadecarboxylaseremmer) Prolopa = levodopa + bensaride in 4/1 verhouding (Prolopa 125 = 100mg levodopa + 25mg bensaride)

I) Levodopa (+dopadecarboxylaseremmer) 1) Als diagnostisch middel Challenge of levodopa 2) Meest doeltreffende behandeling 3) Vormen 4) Bijwerkingen

3) Vormen A) Snelwerkend B) Langwerkend Prolopa HBS C) Duodenale infusie Duodopa

4) Bijwerkingen A) Onmiddellijke I) Gastro-intestinale bijwerkingen II) Cardiovasculaire bijwerkingen Orthostatische hypotensie Zeldzaam cardiale ritmestoornissen B) Laattijdige

B) Laattijdige I) Wearing-off effect = end of dose fenomeen Heropflakkeren van parkinsonsymptomen 2 tot 4 uur na inname van levodopa II) On-off syndroom Onvoorspelbaar optreden van parkinsonsymptomen of dyskinesieën onafhankelijk van levodopa-inname III) Hyperkinesieën, meestal choreoathetosis en dystonie 1. Peak-dose = on 2. Difasisch = zowel voor als na de on-fase 3. Off

II) Dopamine agonisten 1) Welke 2 groepen: Ergotderivaten: bromocriptine (Parlodel) en pergolide (Permax) Non- ergotderivaten: ropinorole (Requip) en pramipexole (Mirapexin) Apomorfine sc. “rescue” therapie voor onvoorziene off-periodes 2) Bijwerkingen

2) Bijwerkingen Pulmonaire fibrose A) Specifiek voor de ergotderivaten Pulmonaire fibrose Cardiale klepfibrose: pergolide mag om deze reden slechts in derde lijn voorgeschreven worden B) Voor de volledige groep Nausea en braken, hypotensie, dyskinesieën, hallucinaties, slaperigheid

III) COMT-inhibitoren 1) Werking Inhibitie van het enzym catecholamine-O-methyl transferase 2) Welke a) Entacapone: Comtan Stalevo 3) Bijwerkingen a) Gastro-intestinaal b) Gerelateerd aan de verhoogde dopaminerge act. c) Rode verkleuring van de urine

IV) MAO-B-inhibitoren 1) Welke a) selegiline: Eldepryl b) rasagiline: Azilect 2) Indicatie - Monotherapie in het beginstadium van de ziekte - In combinatie met levodopa om de off-periodes en motorische fluctuaties te verminderen 3) CAVE Voor rasagiline: gevaarlijke interacties met: Andere MAO-inhibitoren SSRI’s, voornamelijk fluoxetine en fluvoxamine Dextromethorfan Sympathicomimetica aanwezig in nasale en orale decongestiva

V) Overige behandelingen 1) Anticholinergica Voornamelijk voor tremor 2) Amantadine: Amantan Beperkt effect bij sommige patiënten in het beginstadium van de ziekte Voor reductie van medicatie-geïnduceerde motore fluctuaties en dyskinesieën

17/11/2018

Neurochirurgie DBS thv nucleus subthalamicus 17/11/2018

17/11/2018

D) WELKE BEHANDELING STARTEN? 1) Milde symptomen Azilect 2) Nood aan antiparkinsonmedicatie Levodopa Associatie Comt-inhibitor Dopamine-agonist Opmerking: er zijn veel non-dopaminerge symptomen: slaapstoornissen, balansstoornissen, cognitieve stoornissen, pijn, autonome verschijnselen, depressie

E) SPECIFIEKE PROBLEMEN 1) Door levodopa geïnduceerde motore fluctuaties 2) Verwardheid 3) Orthostatische hypotensie

Door levodopa geïnduceerde motore fluctuaties A) On dyskinesieën - Reductie van de dosis levodopa - Associatie van Comt-inhibitor of dopamine-agonist - Amantan B) Off-periodes - Optimalisatie van de levodopa-behandeling - Associatie van dopamine-agonist, Comt-inhibitor, rasagiline - Duodenale infusie van levodopa = Duodopa - Onvoorpelbare off: apomorfine sc - Off-dystonie: evt botuline toxine injectie

2) Verwardheid Oorzaak opsporen Visuele hallucinaties, paranoïde gedachten, omkering van slaap-waakritme en hypersexualiteit zijn tekenen van dopaminerge toxiciteit Bij agitatie en psychose: sedativa, anxiolytica, sederende antidepressiva, neuroloptica (voornamelijk clozapine = Leponex, quetiapine = Seroquel)

3) Orthostatische hypotensie Vermindering van de dosis levodopa, dopamine-agonisten, selegiline Vermindering van de dosis hypnotica, anti-depressiva Behandeling met extra zoutinname, steunkousen, fludrocortisone