ZIEKTE VAN PARKINSON Dr. B. Lagae
Basale ganglia Nucleus caudatus Putamen Globus pallidus Substantia nigra Nucleus subthalamicus
Morbus Parkinson Traag doch gestadig verlies van dopaminerge neuronen in SN pc
Risicofactoren Man Industrialisatie Kaukasisch Genetisch, vooral jong onset Rurale omgeving Herbiciden/pesticiden Medicatie Hysterectomie en vroege menopauze
Beschermende factor Voeding (matig Vit E, laag vet) Roken Beweging Oestrogenen Caffeïne
diagnose Bradykinesie plus één van de volgende : Rusttremor Rigiditeit Posturale instabiliteit Asymmetrie Antwoord op levodopa
Rigiditeit Akinesie (bradykinesie, hypokinesie) Micrografie Hypomimiek Dysarthie Stemverandering (hees, monotoon, stil) tremor (rust, positie)
vroeg Spierpijn, schouderpijn Schrijfproblemen, fijne motoriek Vermoeidheid Gewichtsverlies Persoonlijkheidsverandering, traagheid Tremor reukstoornissen
later Complexe bewegingsstoornissen On/off freezing Autonome dysfunctie Sialorree Impotentie Hartritmestoornissen constipatie
Niet-motorische symptomen Gastro-intestinale problemen : Slikstoornissen Sialorhea Vertraagde maaglediging Vieze smaak in de mond Gewichtsverlies constipatie
Orthostatische hypotensie Urogenitale problemen : Urinaire incontinentie Seksuele stoornissen
Problemen met de thermoregulatie Hyperhidrose Seborrhea
Slaap- en waakstoornissen Inslaap- en doorslaapstoornissen REM-slaap gedragstoornis RLS Slaperigheid overdag, slaapaanvallen en vermoeidheid
Gevoelsstoornissen Pijn Problemen met de ogen
Neuropsychiatrische stoornissen Depressie Apathie Angst- en paniekaanvallen Wanen en hallucinaties Gedragsstoornissen
Cognitieve stoornissen Traagheid in denken Dementie
Exclusie Medicatie Unilaterale distributie > 3 jaar Geen antwoord op L-dopa Kenmerken van andere degeneratieve aandoening
Door medicatie geïnduceerd D2 antagonisten zoals neuroleptica (ook metoclopramide) SSRI Flunarizine en cinnarizine Valproïnezuur, lithium, amiodarone
Parakliniek NMR DAT scan
17/11/2018
Behandeling
Wanneer moet gestart worden met een symptomatische behandeling? Preventieve behandeling Behandeling Welke behandeling starten? Specifieke problemen
A) WANNEER MOET GESTART WORDEN MET EEN SYMPTOMATISCHE BEHANDELING? Functionele beperkingen als gevolg van de ziekte van Parkinson tijdens: De werksituatie Uitvoeren van hobby’s Mobiliteit en balans Activiteiten in het dagelijks leven Subjectief hinderlijke symptomen: Bv tremor (kan sociaal als zeer hinderlijk ervaren worden)
B) PREVENTIEVE BEHANDELING Momenteel geen aanwijzingen dat enige behandeling een neuroprotectief of neurotoxisch effect heeft Anti-oxidanten Selegiline en rasagiline: MAO B inhibitoren
C) BEHANDELING 1) Niet-farmacologische behandeling A) Kinesitherapie B) Logopedie C) Dieet (eiwitarm) 2) Farmacologische behandeling I) Levodopa (+ dopadecarboxylaseremmer) II) Dopamine-agonisten III) COMT-inhibitoren IV) MAO-B-inhibitoren V) Overige behandelingen
I) Levodopa (+dopadecarboxylaseremmer) Prolopa = levodopa + bensaride in 4/1 verhouding (Prolopa 125 = 100mg levodopa + 25mg bensaride)
I) Levodopa (+dopadecarboxylaseremmer) 1) Als diagnostisch middel Challenge of levodopa 2) Meest doeltreffende behandeling 3) Vormen 4) Bijwerkingen
3) Vormen A) Snelwerkend B) Langwerkend Prolopa HBS C) Duodenale infusie Duodopa
4) Bijwerkingen A) Onmiddellijke I) Gastro-intestinale bijwerkingen II) Cardiovasculaire bijwerkingen Orthostatische hypotensie Zeldzaam cardiale ritmestoornissen B) Laattijdige
B) Laattijdige I) Wearing-off effect = end of dose fenomeen Heropflakkeren van parkinsonsymptomen 2 tot 4 uur na inname van levodopa II) On-off syndroom Onvoorspelbaar optreden van parkinsonsymptomen of dyskinesieën onafhankelijk van levodopa-inname III) Hyperkinesieën, meestal choreoathetosis en dystonie 1. Peak-dose = on 2. Difasisch = zowel voor als na de on-fase 3. Off
II) Dopamine agonisten 1) Welke 2 groepen: Ergotderivaten: bromocriptine (Parlodel) en pergolide (Permax) Non- ergotderivaten: ropinorole (Requip) en pramipexole (Mirapexin) Apomorfine sc. “rescue” therapie voor onvoorziene off-periodes 2) Bijwerkingen
2) Bijwerkingen Pulmonaire fibrose A) Specifiek voor de ergotderivaten Pulmonaire fibrose Cardiale klepfibrose: pergolide mag om deze reden slechts in derde lijn voorgeschreven worden B) Voor de volledige groep Nausea en braken, hypotensie, dyskinesieën, hallucinaties, slaperigheid
III) COMT-inhibitoren 1) Werking Inhibitie van het enzym catecholamine-O-methyl transferase 2) Welke a) Entacapone: Comtan Stalevo 3) Bijwerkingen a) Gastro-intestinaal b) Gerelateerd aan de verhoogde dopaminerge act. c) Rode verkleuring van de urine
IV) MAO-B-inhibitoren 1) Welke a) selegiline: Eldepryl b) rasagiline: Azilect 2) Indicatie - Monotherapie in het beginstadium van de ziekte - In combinatie met levodopa om de off-periodes en motorische fluctuaties te verminderen 3) CAVE Voor rasagiline: gevaarlijke interacties met: Andere MAO-inhibitoren SSRI’s, voornamelijk fluoxetine en fluvoxamine Dextromethorfan Sympathicomimetica aanwezig in nasale en orale decongestiva
V) Overige behandelingen 1) Anticholinergica Voornamelijk voor tremor 2) Amantadine: Amantan Beperkt effect bij sommige patiënten in het beginstadium van de ziekte Voor reductie van medicatie-geïnduceerde motore fluctuaties en dyskinesieën
17/11/2018
Neurochirurgie DBS thv nucleus subthalamicus 17/11/2018
17/11/2018
D) WELKE BEHANDELING STARTEN? 1) Milde symptomen Azilect 2) Nood aan antiparkinsonmedicatie Levodopa Associatie Comt-inhibitor Dopamine-agonist Opmerking: er zijn veel non-dopaminerge symptomen: slaapstoornissen, balansstoornissen, cognitieve stoornissen, pijn, autonome verschijnselen, depressie
E) SPECIFIEKE PROBLEMEN 1) Door levodopa geïnduceerde motore fluctuaties 2) Verwardheid 3) Orthostatische hypotensie
Door levodopa geïnduceerde motore fluctuaties A) On dyskinesieën - Reductie van de dosis levodopa - Associatie van Comt-inhibitor of dopamine-agonist - Amantan B) Off-periodes - Optimalisatie van de levodopa-behandeling - Associatie van dopamine-agonist, Comt-inhibitor, rasagiline - Duodenale infusie van levodopa = Duodopa - Onvoorpelbare off: apomorfine sc - Off-dystonie: evt botuline toxine injectie
2) Verwardheid Oorzaak opsporen Visuele hallucinaties, paranoïde gedachten, omkering van slaap-waakritme en hypersexualiteit zijn tekenen van dopaminerge toxiciteit Bij agitatie en psychose: sedativa, anxiolytica, sederende antidepressiva, neuroloptica (voornamelijk clozapine = Leponex, quetiapine = Seroquel)
3) Orthostatische hypotensie Vermindering van de dosis levodopa, dopamine-agonisten, selegiline Vermindering van de dosis hypnotica, anti-depressiva Behandeling met extra zoutinname, steunkousen, fludrocortisone