Huiswerk: Hoofdstuk 11 m&o boek, opgave 1 Oefenopgave 2 (stencil) Hoofdstuk 11_Les 2 Huiswerk: Hoofdstuk 11 m&o boek, opgave 1 Oefenopgave 2 (stencil)
Opgave 1 Tekstboek A. Manier 1 40q = 28q + € 174.000 12q = € 174.000 q = € 174.000 / 12 = 14.500 stuks Manier 2 BEA = € 174.000 / (€ 40 - € 28) = 14.500 stuks Manier 3 Totale winst = Totale opbrengsten – totale kosten Totale winst = 40Q – (28Q + 174.000) Totale winst = 40Q – 28Q - 174.000 (Let op: Haakjes weggewerkt!) Totale winst = 12Q - 174.000 0 = 12Q – 174.000 12Q = 174.000 Q = 14.500 stuks
Opgave 1 Tekstboek B. Verlies, je hebt 14.500 stuks nodig voor break even. C. Nieuwe verkoopprijs: €40 * 0,95 = € 38 Nieuwe constante kosten: €174.000 + € 26.000 = € 200.000 Manier 1 38q = 28q + € 200.000 10q = € 200.000 q = € 200.000 / 10 = 20.000 stuks Manier 2 BEA = € 200.000 / (€ 38 - € 28) = 20.000 stuks Manier 3 Totale winst = Totale opbrengsten – totale kosten Totale winst = 38Q – (28Q + 200.000) Totale winst = 38Q – 28Q - 200.000 (Let op: Haakjes weggewerkt!) Totale winst = 10Q - 200.000 0 = 10Q – 200.000 10Q = 200.000 Q = 20.000 stuks
Opgave 1 Tekstboek D. Verwachte afzet = 14.000 stuks x 1,5 = 21.000 stuks Manier 1: Verwachte omzet = € 38 x 21.000 stuks = € 798.000 Totale variabele kosten = € 28 x 21.000 = € 588.000 Totale constante kosten = € 174.000 + € 26.000 = € 200.000 + Totale kosten = € 788.000 - Winst = € 10.000 Manier 2: Totale winst = 10Q - 200.000 10 * 21.000 - € 200.000 = € 10.000
Oefenopgave 2 A. TO = P * Q TO = 32,50Q B. TK = TCK + VK*Q TK = 200.000 + 12,50Q C. TW = TO – TK TW = 32,50Q – (200.000 + 12,50Q) TW = 32,50Q – 200.000 – 12,50Q TW = 20Q – 200.000
Oefenopgave 2 D. Manier 1 32,50q = 12,50q + € 200.000 20q = € 200.000 q = € 200.000/20 = 10.000 stuks Manier 2 BEA = € 200.000 / (€ 32,50 - € 12,50) = 10.000 stuks Manier 3 TW = 32,50Q – (200.000 + 12,50Q) TW = 32,50Q – 200.000 – 12,50Q TW = 20Q – 200.000 0 = 20Q – 200.000 20Q = 200.000 Q = 10.000 stuks E. 10.000 * € 32,50 = € 325.000
Oefenopgave 2 Let op: Productiecapaciteit is 15.000 kistjes. Dus daar stoppen alle lijnen ook. (TO lijn stopt bij € 487.500) (TK lijn stopt bij € 387.500) P in € 550 TO 450 Totale winst = TO – TK Dit is het grootst bij de productie van 15.000 stuks. TK 350 250 150 50 2 6 10 14 18 BEA Q x 1000
Huiswerk Boek M&O hoofdstuk 11, opgave 2-3-5 (4 dus nog niet!) Bij alle opgaven geldt dat je (tot het anders vermeld wordt) de break even afzet op alle 3 de manieren uitrekent bij een vraag! 3 manieren