OPENINGSCASE: Betere gegevens helpen Virgin Mobile Australië de strijd om de klant te winnen

Een computersysteem organiseert gegevens in een hiërarchie die begint bij een bit die de waarde 0 of een 1 vertegenwoordigt. Bits kunnen worden gegroepeerd tot een byte, om een teken, getal of symbool te vertegenwoordigen. Bytes kunnen worden gegroepeerd tot een veld en gerelateerde velden tot een record. Gerelateerde records vormen samen een bestand en een verzameling bestanden een database.

Dit record beschrijft de entiteit bestelling en de bijbehorende attributen. De specifieke waarden voor het bestelnummer, de besteldatum, hoeveelheid van een product, productnummer en het totaalbedrag voor de bestelling, zijn de velden van dit record. Het bestelnummer is het sleutelveld, omdat elke bestelling een uniek identificatienummer krijgt toegewezen.

Het gebruik van een traditionele benadering van gegevensverwerking moedigt elk functioneel gebied in een onderneming aan specifieke toepassingen te ontwikkelen. Elke toepassing vereist een uniek gegevensbestand dat vaak ook gegevens bevat die elders in de organisatie nodig zijn. Deze wijze van werken leidt tot het dubbel bijhouden van gegevens, inflexibiliteit bij aanpassen en ondoelmatigheid.

Eén PZ-database wordt gebruikt voor verschillende toepassingen en biedt een onderneming eenvoudig toegang tot de verschillende soorten informatie voor verschillende toepassingen. Het databasemanagementsysteem fungeert als interface tussen de toepassingen en de gegevens.

Dit voorbeeldrapport voor een PZ-database geeft nuttige informatie, zoals de grootte van een gegevenselement, welke programma’s en rapporten het element gebruikt en welke groepen in de organisatie verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Het rapport geeft ook de andere namen die in de organisatie voor dit gegevenselement worden gebruikt.

Elke tabel is een relatie en elke rij of record is een tupel Elke tabel is een relatie en elke rij of record is een tupel. Elke kolom correspondeert met een veld. Deze relaties kunnen eenvoudig worden gecombineerd om gegevens te achterhalen en rapporten te genereren, zolang de twee een gezamenlijk gegevenselement hebben. In dit voorbeeld deelt het bestand BESTELLING het gegevenselement ‘Onderdeel_Nummer’ met het bestand ONDERDEEL. De bestanden ONDERDEEL en LEVERANCIER delen het gegevenselement ‘Leverancier_Nummer’.

Select, project en join zorgen ervoor dat gegevens uit twee tabellen kunnen worden gecombineerd en dat alleen de geselecteerde attributen worden weergegeven.

Het hiërarchische databasemodel lijkt op een organogram of stamboom Het hiërarchische databasemodel lijkt op een organogram of stamboom. Het heeft één wortelsegment (Werknemer), verbonden met de lagere segmenten (Bonussen, Functies en Spaarplannen). Elk van deze ondergeschikte segmenten kan weer verbonden zijn aan lager gelegen segmenten. Hier is Bonussen verbonden aan Evaluatie en Salarisgeschiedenis. Spaarplannen is verbonden aan Pensioen, Levensverzekering en Ziektekosten. Elk lager gelegen segment is het kind van het segment erboven.

Dit illustreert een netwerkgegevensmodel dat de relatie tussen studenten aan een universiteit en de studievakken die ze volgen, weergeeft. Dit is een voorbeeld van een logische veel-op-veelrelatie.

In een ongenormaliseerde relatie zijn er herhalende groepen In een ongenormaliseerde relatie zijn er herhalende groepen. Er kunnen bijvoorbeeld veel onderdelen en leveranciers zijn voor elke bestelling. Er is een een-op-eenrelatie tussen Bestelling_Nummer en Bestelling_Datum, Bestelling_Totaal en Levering_Datum. Na normalisatie is de originele relatie BESTELLING opgedeeld in vier kleinere relaties. De relatie BESTELLING heeft nog maar drie attributen en de relatie BESTELDE_ONDERDELEN heeft een gecombineerde, samengestelde sleutel die bestaat uit Bestelling_Nummer en Onderdeel_Nummer.

Dit diagram toont de relaties tussen de entiteiten BESTELLING, ONDERDEEL en LEVERANCIER die zijn gebruikt om de relationele database in figuur 6.11 te ontwikkelen.

Er zijn alternatieven voor het distribueren van een database Er zijn alternatieven voor het distribueren van een database. De centrale database kan worden opgedeeld (a) zodat elke processor de benodigde gegevens heeft voor zijn specifieke omgeving, of worden gerepliceerd (b) naar alle locaties.

De weergave laat het product versus de regio zien De weergave laat het product versus de regio zien. Als je de kubus 90 graden draait, wordt het product en zijn werkelijke en voorspelde omzet getoond. Als je de kubus nogmaals 90 graden draait, zie je de regio versus de werkelijke en voorspelde omzet van een product. Er zijn ook andere weergaven mogelijk. Het vermogen om een gegevenskubus te draaien, is de belangrijkste technologie bij multidimensionale rapportage. Deze methode wordt ook wel ‘slice and dice’ genoemd.

Een datawarehouse haalt huidige en historische gegevens uit de operationele systemen in de organisatie. Deze gegevens worden gecombineerd met gegevens uit externe bronnen en opnieuw georganiseerd in een centrale database die voor rapportage- en analysedoeleinden door het management wordt gebruikt. Een informatiegids biedt gebruikers informatie over de beschikbare gegevens in het datawarehouse.

In een hypermediadatabase kan de gebruiker zijn of haar eigen pad kiezen en van knooppunt naar knooppunt springen. Elk knooppunt kan tekst, afbeeldingen, geluid, video of uitvoerbare programma’s bevatten.

Gebruikers hebben toegang tot de interne database van een organisatie via het web met hun eigen pc en webbrowsersoftware.

Om een databasemanagementsysteem goed te laten werken in een organisatie, moeten de taken op het terrein van gegevensbeheer en de gegevensplanningsen modelleringsmethoden worden afgestemd met het werk op het terrein van databasetechnologie en -beheer. Ook moet aandacht gegeven worden aan de training van eindgebruikers in het juiste gebruik van databases.