WGA en Ziektewet per 2017 kosten & keuzes Onder iedere dia treft u een aantal aandachtspunten aan waarvan gebruik gemaakt kan worden bij de mondelinge toelichting op de presentatie aan uw relatie(s) datum naam adviseur

Financiële verantwoordelijkheid Zieke werknemers: Loondoorbetaling bij ziekte 104 weken, minimaal 70% Eerste 52 weken in ieder geval WML Aanvulling vanuit arbeidsovereenkomst Financiering Ziektewet- en WGA instroom Premiedifferentiatie Eigenrisicodragen Financiering IVA-instroom Premie Arbeidsongeschiktheidsfonds Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Globale uitleg van financiële verantwoordelijkheid anno 2016 Iedere zieke werknemer kost geld: in dienst, of uit dienst De werkgever betaalt, maar heeft wel een keuze. Het risico op loondoorbetaling bij ziekte kan zelf worden gedragen, of worden verzekerd. Voor het Ziektewet- en WGA-risico geldt dat een werkgever kan kiezen voor de publieke verzekering of de private verzekering. De publieke verzekering wordt uitgevoerd door het UWV dat de uitkeringen betaalt en de Belastingdienst die de voor de uitkeringslast benodigde premies heft. De enige regeling waar geen keuze voor is, is de regeling voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten: de IVA. Voor dit risico betalen alle werkgevers een premie aan de Belastingdienst en geldt voor alle werkgevers hetzelfde premiepercentage.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Werknemer die ziek uit dienst is gegaan en Ziektewetuitkering ontvangt; Werknemer die binnen 28 dagen na uitdiensttreding ziek wordt en geen nieuwe baan of WW heeft Max. 104 weken WGA: Werknemers die na loondoorbetaling in WGA belanden = WGA-vast Werknemers die via de Ziektewet in de WGA belanden = WGA-flex Max. 10 jaar Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Werkgevers zijn al sinds 2006 financieel verantwoordelijk voor WGA instroom. Sinds 2014 zijn zij ook verantwoordelijk voor Ziektewetuitkeringen en WGA uitkeringen van flex-werknemers. De term flexwerker is eigenlijk misleidend. Bij de financiering van Ziektewet- en WGA-flex-uitkeringen gaat het om werknemers die: • ziek uit dienst gaan en een ZW-recht hebben. Denk hierbij aan werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst (de grootste groep), maar ook aan ontslag in de proeftijd of ontslag tijdens een reorganisatie, bijvoorbeeld middels een vaststellingsovereenkomst; • binnen 4 weken na het einde van hun dienstverband ziek worden (nawerking van de Ziektewet). Als er sprake is van elders verzekerde arbeid zoals een andere werkgever of ziek vanuit de WW, is er geen sprake van recht op nawerking; • ziek worden en een fictief dienstverband hebben, zoals thuiswerkers, provisie-werkers, stagiaires. Omdat een Ziektewetuitkering maximaal 104 weken duurt, is de lengte van de financiële verantwoordelijkheid ook beperkt op 104 weken. Een WGA uitkering kan veel langer duren aangezien deze tot de AOW-leeftijd verstrekt kan worden. Het verhalen van deze uitkering op de werkgever is echter beperkt op een maximale periode van 10 jaren. Er is één uitzondering en dat is de WGA-uitkering die is gestart in 2006. Deze uitkering wordt maar voor vier jaar verhaald en daarom kunnen we uitkeringen die zijn gestart in 2006 nu niet meer tegenkomen in de WGA-financiering.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Werkgevers die geen eigenrisicodrager zijn: Werkhervattingskas (Whk) Premie Ziektewet Premie WGA flex Premie WGA vast Afdracht via loonheffingen Belastingdienst Per 2017 worden WGA-vast- en -flexpremie samengevoegd tot één premie Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Aan het einde van ieder jaar ontvangen werkgevers een premiebeschikking van de Belastingdienst. Als een werkgever geen eigenrisicodrager is, dan staan er drie premies op deze beschikking vermeld: Ziektewetpremie, WGA-vast-premie en WGA-flex-premie. Bij de beschikking zit een uitleg hoe de Belastingdienst de premies heeft berekend. Op de beschikking voor 2017 die eind 2016 naar de werkgevers wordt gestuurd staan nog maar twee premies: de Ziektewetpremie en de WGA-premie. Dat komt omdat per 2017 de risico’s van WGA-flex-uitkeringen en WGA-vast-uitkeringen worden samengevoegd. De werkgever die geen eigenrisicodrager is voor de WGA betaalt dan dus een premie die gebaseerd is op de instroom van vaste werknemers in de WGA en werknemers die ziek uit dienst zijn gegaan en in de WGA zijn beland.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Premieberekening Ziektewet en WGA Afhankelijk van totale loonsom Definitieve loonsom = premiejaar -2 Voor premie in 2017 is loonsom 2015 van belang Indeling: Kleine werkgever = tot € 322.000 Middelgrote werkgever = tussen € 322.000 en € 3.220.000 Grote werkgever = > € 3.220.000 Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Bij de premieberekening is het van belang hoe groot de loonsom van een bedrijf is. De Belastingdienst berekent de premie voor een bedrijf aan het einde van het jaar voor het jaar dat volgt en geeft voorafgaand aan een premiejaar de premiebeschikking af. Hiervoor heeft zij wel definitieve uitkerings- en loongegevens van het bedrijf nodig. De gegevens van het lopende jaar zijn op dat moment nog niet definitief zodat de informatie van het vorige jaar wordt gebruikt. Eind 2016 wordt dus de premie voor 2017 berekend, maar omdat de loon en uitkeringsgegevens van 2016 op dat moment nog niet definitief zijn, wordt de informatie van 2015 gebruikt. Zo ontstaat de systematiek dat een premie van enig jaar, gebaseerd is op de gegevens van twee jaar ervoor. Dit wordt T-2 genoemd. In de premiesystematiek bestaan drie groepen werkgevers: kleine, middelgrote en grote werkgevers. De indeling is dus afhankelijk van wat de werkgever heeft betaald aan salarissen. Het loon waarbij rekening wordt gehouden met de indeling is de loonsom voor de sociale verzekeringen.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Premieberekening kleine werkgevers Gebaseerd op instroom en schadelast in de sector Middelgrote werkgevers Gebaseerd op instroom en schadelast vanuit bedrijf en sector Grote werkgevers Gebaseerd op instroom vanuit de onderneming Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: De vormgeving van de premievaststelling is afhankelijk van de loonsom van de werkgever: kleine werkgevers betalen een sectorpremie, grote werkgevers een individueel gedifferentieerde premie en middelgrote werkgevers een combinatie van beide. De verhouding eigen last en last van de sector wordt bepaald volgens de methode: hoe groter de loonsom hoe meer de eigen last meetelt.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Premieberekening Kleine werkgevers: vast percentage UWV tabel Grote werkgevers: Rekenpremie UWV + opslag of korting Bij meer ZW/WGA-schade dan gemiddelde werkgever: Premieopslag Bij beter resultaat dan gemiddelde werkgever: Premiekorting Voorbeeld: Bandbreedte WGA 2017: Minimumpremie 0,18% & maximumpremie 2,96% Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Voor grote werkgevers moet er per onderneming een premie worden berekend. De WGA premie die een grote werkgever betaalt wordt vastgesteld volgens het principe: de vervuiler betaalt. Heeft een bedrijf veel WGA instroom gehad dan zal er een hogere premie gelden dan voor de onderneming zonder WGA instroom. Ieder jaar wordt de WGA gedifferentieerde premie per werkgever opnieuw berekend. Iedere werkgever betaalt daarbij een rekenpremie, maar kan op die premie een korting of juist een opslag krijgen. De Belastingdienst analyseert daartoe wat de WGA last van een onderneming is geweest in verhouding tot de loonsom van het bedrijf. Dit wordt vergeleken met het gemiddelde resultaat van alle werkgevers. Indien de werkgever een grotere last heeft dan gemiddeld, dan wordt er een opslag berekend bovenop de rekenpremie. Is er sprake van een lagere last dan gemiddeld, dan volgt er een korting op de rekenpremie. Zo bedraagt de rekenpremie voor 2017 voor de WGA 0,76% over de loonsom van de werkgever. Als deze werkgever helemaal geen WGA-instroom heeft dan krijgt hij een korting en betaalt uiteindelijk maar 0,18%. De werkgever die veel meer instroom dan gemiddeld heeft, kan echter fors duurder uit zijn met een premiepercentage van maximaal 2,96%.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Middelgrote werkgevers Premie bestaat uit individuele en sectorale premie Hoe hoger de loonsom, hoe meer de individuele premie meetelt Voorbeelden: Middelgrote werkgever € 350.000 Individuele premie 1% sectorpremie 99% Middelgrote werkgever € 2.500.000 Individuele premie 75% sectorpremie 25% Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Zoals eerder aangegeven betaalt een middelgrote werkgever een premie die bestaat uit een individueel deel en een sectoraal deel. Bij de premievaststelling geldt dat hoe dichter de loonsom ligt bij de grens ‘kleine werkgever’ hoe meer de sectorpremie meetelt in de totale premie. Ligt de loonsom juist dichter bij de grens van ‘grote werkgevers’ dan zal de individuele premie een groter aandeel hebben.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Alternatief: Eigenrisicodragen (ERD) Geen ZW en WGA premie meer Uitkeringen worden door UWV verhaald Verzekeren ZW mogelijk Verzekeren WGA of bankgarantie Uitvoering ZW door ERD Taken uitbesteden Ondersteuning verzekeraars Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Een werkgever is voor het WGA- en Ziektewet-risico standaard via de Belastingdienst en het UWV en dus publiek verzekerd. Twee maal per jaar kan een werkgever echter kiezen om het Ziektewet- en/of WGA-risico privaat te verzekeren. Ook een startende werkgever kan kiezen voor de private verzekering. Deze optie wordt WGA eigenrisicodragen genoemd. Het voordeel van eigenrisicodragen is dat een werkgever geen premie meer betaalt aan de Belastingdienst en zelf, al dan niet samen met zijn verzekeraar of ondersteunende dienst de re-integratie kan vormgeven en zo maximale invloed heeft op beperking van zijn schadelast. Als een werkgever WGA-eigen risicodrager wilt worden, moet hij de publieke verzekering bij de Belastingdienst opzeggen en bij een private verzekeringsmaatschappij een WGA eigen risicodragersverzekering afsluiten. Als de werkgever geen eigenrisicodragersverzekering afsluit, dan zal er een bankgarantie overlegd moeten worden. Voor Ziektewet eigenrisicodragerschap is geen verzekering of garantie nodig. Een Ziektewet-eigenrisicodrager kan natuurlijk wel een verzekering afsluiten. Vaak is hier ook begeleiding aan gekoppeld. Dat is handig omdat de eigenrisicodrager zelf de uitkering van de Ziektewet moet vaststellen. Werkgevers zullen die kennis niet altijd zelf in huis hebben.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Alternatief: Eigenrisicodragen (ERD) WGA-uitkeringen worden door UWV verhaald UWV betaalt ERD betaalt Re-integratietaak voor ERD Samenspel met verzekeraars Afhankelijk van aanbod Invloed schadelast Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Een eigenrisicodrager is financieel verantwoordelijk voor de eerste 10 jaar van een WGA uitkering. Normaliter betaalt het UWV de uitkering en verhaalt deze vervolgens op de eigenrisicodrager. Afhankelijk van de voorwaarden van de eigenrisicodragersverzekeraar die wordt gekozen, helpt de verzekeringsmaatschappij bij de re-integratie van zieke werknemers. Niet alleen als de werknemers al in de WGA zitten, maar ook daarvoor om te proberen instroom te voorkomen. Voor het WGA eigenrisicodragen helpt de verzekeringsmaatschappij de werkgever bij de taken die hij overneemt van het UWV. Daarbij kan gedacht worden aan het opleggen van een sanctie aan een werknemer die niet meewerkt aan zijn re-integratie. Eigenrisicodragen zorgt ervoor dat een werkgever zelf zoveel als mogelijk grip heeft op de WGA schadelast waar hij voor verantwoordelijk is.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Alternatief: Eigenrisicodragen (ERD) Keuze per 1-1 of 1-7 van enig jaar Of bij aanvang werkgeverschap Aanvraagtermijn 13 weken Toestemming als werkgever de afgelopen drie jaar geen ERD is geweest ERD voor alle werknemers die ziek worden vanaf aanvang ERD Dus niet voor werknemers die dan al ziek zijn of uitkering ontvangen! Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Indien een werkgever besluit om eigenrisicodrager te worden, dan moet uiterlijk 13 weken vóór 1 januari of 1 juli van enig jaar een aanvraag bij de Belastingdienst worden ingediend. Na de ingang van eigenrisicodragerschap stopt de heffing van de WGA en/of Ziektewetpremie. Om het jaarlijks ‘in- en uitstappen’ te voorkomen is bepaald dat na het beëindigen van het eigenrisicodragen een werkgever voor een periode van drie jaar niet opnieuw eigen risicodrager kan worden. Het stoppen met eigenrisicodragerschap kan elk jaar per 1 juli of 1 januari plaatsvinden door het aan te vragen bij de Belastingdienst. Voor de WGA kan eigenrisicodragerschap ook wordt stopgezet door de eigenrisicodragersverzekering op te zeggen. Ook in dat geval zal de werkgever pas na drie jaar opnieuw eigenrisicodrager kunnen worden. Als een werkgever eigenrisicodrager wordt, dan is hij dit voor alle werknemers die een eerste ziektedag hebben op, af na de eerste dag waarop de werkgever eigenrisicodrager is geworden. Voor de Ziektewet was dit al zo, maar voor de WGA is dit een nieuwe regeling per 2017. Daarvoor moest een werkgever die WGA-eigenrisicodrager werd, ook alle bestaande zieke en arbeidsongeschikte werknemers als WGA-schade ‘meenemen’. Vanaf 2017 is dit niet meer nodig en vervalt het zogeheten inlooprisico. Dit geldt voor alle werkgevers die na 1 juli 2015 eigenrisicodrager worden of zijn geworden.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Wat bij beëindigen eigenrisicodragen ZW? Lopende uitkering blijft voor rekening ERD Of verzekering Belastingdienst: Kleine werkgever betaalt ZW-sectorpremie Grote werkgever betaalt helft van de sectorpremie In jaar van einde ERD en jaar erna Middelgrote werkgever betaalt combinatie Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Als Ziektewet eigenrisicodragerschap wordt beëindigd, dan kan de Ziektewet terugkeerpremie van toepassing zijn. Deze premie geldt voor grote werkgevers en voor het individuele deel van de Ziektewetpremie voor middelgrote werkgevers. Omdat kleine werkgevers bij terugkeer gewoon de sectorpremie betalen, is invoer van een terugkeerpremie voor hen niet nodig. De terugkeerpremie bedraagt de helft van de sectorale Ziektewetpremie die geldt voor de sector waarbinnen de werkgever valt. Als de premie daarmee onder de minimumpremie van de Ziektewet komt, dan geldt de minimumpremie. Als UWV een hogere premie kan vaststellen op basis van een eerdere periode waarin de werkgever geen eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet is geweest, dan geldt deze hogere premie. Dit kan het geval zijn als een werkgever na een kortere periode dan twee jaar eigenrisicodragerschap weer terugkeert naar de verzekering bij de Belastingdienst. De terugkeerpremie geldt voor het jaar waarin wordt teruggekeerd en het jaar daarop. Nooit langer dan 2 jaar dus, maar door de terugkeermogelijkheid per juli kan de duur ook 1,5 jaar zijn.

Financiering Ziektewet- en WGA instroom Wat bij beëindigen eigenrisicodragen WGA? Lopende uitkering blijft voor rekening ERD Of verzekering Belastingdienst: Kleine werkgever betaalt WGA-sectorpremie Grote werkgever betaalt premie obv WGA schade Premie alsof werkgever geen ERD is geweest Middelgrote werkgever betaalt combinatie Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: WGA-eigenrisicodragers kunnen met achterlating van de WGA-last bij de private verzekeraar terugkeren in de publieke verzekering. Bij UWV betalen werkgevers vervolgens tot 2017 de minimumpremie omdat er geen schadelast is die toegerekend kan worden. De vaststelling van de WGA-premie voor werkgevers die terugkeren naar de publieke WGA-verzekering is per 2017 echter gewijzigd. Vanaf 2017 wordt de publieke premie bij terugkerende werkgevers vastgesteld alsof de werkgever nooit eigenrisicodrager is geweest. Deze wijziging geldt voor alle werkgevers die na 1 juli 2015 terugkeren naar de publieke verzekering. Ook bij deze vaststelling is de onderverdeling in drie werkgeversklassen weer van toepassing. Kleine werkgevers betalen dus de sectorpremie, Grote werkgevers een individueel vastgestelde premie en middelgrote werkgevers een combinatie van beide.

WGA samenvoeging per 2017 Wat kunt u nu al doen? Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Per 2017 zijn er dus drie zaken gewijzigd. Allereerst de regeling van inlooprisico bij de start van eigenrisicodragerschap. Daarnaast de vaststelling van de premie als eigenrisicodragerschap eindigt en niet te vergeten: ook de samenvoeging van het WGA-vast en het WGA-flexrisico is nieuw per 2017. Dit kan grote gevolgen hebben voor uw onderneming en misschien is een andere wijze van financieren van Ziektewet en WGA per 2017 zinvol. Om een goede keuze te kunnen maken kunt u nu al beginnen met de voorbereiding op 2017.

WGA samenvoeging Voorbereiding op 2017 Inzicht krijgen in: Schadelast WGA en WGA-flex Ontwikkeling loonsom Verzekeringsproposities Aandacht voor: Beleid en processen Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: Om een goede afweging te kunnen maken voor eigenrisicodragerschap of de publieke verzekering, is het van belang dat er inzicht is in de WGA-uitkeringen die zijn ontstaan vanuit de onderneming. Deze bepalen de premie die aan de Belastingdienst betaald moeten worden als er gekozen wordt voor continuatie van, dan wel terugkeer naar de publieke WGA-verzekering. Ook de ontwikkeling van de loonsom moet in kaart worden gebracht. Deze is niet alleen van belang voor de berekening van de premie, maar ook voor de indeling in werkgeversgrootte en de private verzekeringsmogelijkheden. Mogelijkheden die de inkomensadviseur als geen ander kent en aan de wensen van de werkgever kan koppelen. Overzicht van zaken die tegen het licht gehouden moeten worden t.a.v. de keuzemogelijkheid per 2017: - Het goed in beeld krijgen van de taken, activiteiten en vergoedingen die de huidige of toekomstige private risicodrager op zich neemt. - Aandacht voor een effectief, integraal verzuim- en re-integratiebeleid voor loon bij ziekte, ZW en WIA. In dit beleid hebben ook de overige WIA-aanvullingsverzekeringen een plaats; welke re-integratieondersteuning wil een evt. WIA aanvullingsverzekering geven bij dreigende WIA-instroom?

Inzicht uitkeringslast Voorbereiding op 2017 Hoe kom je aan de uitkeringsbedragen WGA (vast én flex) voor 2015? Bij terugkerende werkgevers; de terugkeerpremie Heeft de ERD verzekeraar nog info? Wat heeft u zelf? (WGA-flex beschikking premie + specificatie) Is er van iedere werknemer een kopie toekenning? Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: De instroom WGA vanaf 2007 en WGA-flex vanaf 2013 moet in kaart worden gebracht. Hiervan krijgt de werkgever kopiebeschikkingen van het UWV. Deze moeten zowel in aantallen als in uitgekeerde WGA-bedragen geadministreerd worden, zodat per 1-1-2017 een goed schadebeeld aan de verzekeraar gepresenteerd kan worden van het WGA-flex risico en/of een goede inschatting van de WGA-premie gemaakt kan worden. Een eigenrisicodrager heeft deze informatie ook doorgestuurd naar de verzekeringsmaatschappij.

Beleid en processen gereed voor toekomst? Welke financiering ook wordt gekozen: Verzuim- en WIA-beleid is risicomanagement! Oplossing ligt bij de basis: werkgever en werknemer Niet alleen HR, maar ook Financiële afdeling Niet alleen op papier, maar ook in daden WGA-Administratie? Niet alleen gerealiseerde instroom , maar ook risicovolle verzuimdossiers? Inzicht in totale maximale uitkeringslast? Inzicht in re-integratieactiviteit en begeleiding? Aandachtspunten bij de toelichtende tekst van de inkomensadviseur: De financiële verantwoordelijkheid en de keuze voor publiek of privaat heeft een doel. Instroom in de Ziektewet en WGA moeten zoveel als mogelijk worden beperkt. Of de werkgever eigenrisicodrager is of niet, uiteindelijk moeten de uitkeringen worden betaald. Binnen de onderneming moet duidelijk zijn wat een zieke werknemer uiteindelijk kan kosten en hoe deze kosten zijn te beperken of zelfs voorkomen. Het is aan de werkgever om, op advies van zijn inkomensadviseur, te beoordelen welke partij hem het beste ondersteunt bij de beperking van de schadelast en het beste past bij zijn preventie,- verzuim- en re-integratiebeleid.