Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Leren in vijf dimensies
Advertisements

Massamedia en cultuur Normen Specifieke regels in groep / samenleving
Interculturele Communicatie
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
De eerste mensen Paragraaf 1 Hoofdstuk 2.
Omgaan met geschiedenis
Workshop Relationele en seksuele vorming
Levensbeschouwing en Maatschappijleer
De stad Veelheid aan culturen, subculturen, leefwijzen, levenshoudingen, levensbeschouwingen.
Verminderen van vooroordeel en discriminatie
Bevrijdende waarden en normen in de publiek moraal
Trends Research Medmec01-5 les 2 Thema: Rubriceren
Hoofdstuk 2 Socialisatie.
Milieurehabilitatie Hoofdstuk 8.
Hoofdstuk 3 Cultuur.
Rechtvaardigheid, conflict en emancipatie
Breuklijn tussen laag- en hooggeschoolden
inzicht op de invloed van veranderingen op het gedrag van medewerkers
Het leven geeft te denken
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Hoofdstuk 9: Tussenmenselijke relaties
Hoofdstuk 6: waarden, normen en instituties
Hoofdstuk 8: Afwijkend gedrag en conflict
Hoofdstuk 10: Positie, status en rollen
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Hoofdstuk 7: Vormen van sociale dwang
Algemene Sociologie PA – B1
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Sociologie Cultuur en Context J1.3. Bezetting Maagdenhuis Jeugd en muziek.
1 Sociologie en Diversiteit hoorcollege 3 Harrie Manders
sociologie en diversiteit
Opgroeien in de stad les 3
Levensbeschouwing Christendom (Ikos).
Levensbeschouwing Christendom (Ikos). Levensbeschouwelijke lijn Actieve pluriformiteit HumanismeIslamChristendomFilosofie.
§2: politieke stromingen en partijen:
Determinanten en andere beïnvloedende factoren bij medicatiegebruik
Klinische les medisch maatschappelijk werk
Mirjam van Puijfelik Ethiek Ethische aspecten en professioneel handelen door de maatschappelijk werker.
Seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit in het contact met de cliënt als onderdeel van de hulpverlening.
Levensbeschouwing Christendom (Icbo). Module 1 Introductie Informatie op 5 lessen: 21 februari, 7, 21, 28 maart,
Sociologie en Diversiteit hoorcollege 4
Levensbeschouwing Christendom (Icbo). ICBO Introductie Christendom voor het Basisonderwijs Kinderen nemen hun religie mee Deel van de lesstof (geestelijke.
Hoofdstuk 3 VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk September 2015.
Wat is een Theory of Change? ‘Iedere interventie is gebaseerd op veronderstellingen over wat die interventie teweeg zal brengen’ Het plaatje: welke interventie.
Burgerschap – H. 1 Sociaal Maatschappelijke Dimensie – 1.5 Jij en ik zijn gelijk.
Cultuureducatie, W&T en wereldoriëntatie
Hoofdstuk 10: Positie, status en rollen
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Belangrijke begrippen (selectie H3, H4)
Pluriforme samenleving paragraaf 2
Hoofdstuk 7: Vormen van sociale dwang
Groepsdruk Sarah Benabdallah 2015/2016.
Het ontstaan van steden
3. Oorzaken van criminaliteit
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
Consumenten-gedrag Sociologische blik
Hoofdstuk 8: Afwijkend gedrag en conflict
Sociologische paradigma’s
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Doepakket "Kinderopvang voor iedereen"
Basics over communicatie
Consumenten-gedrag Het gezin
We hebben minder managers nodig en meer leiders.
Uitwerking begrippen burgerschap. Sociaal.
Aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren of aangeleerd?
Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk
Sociale veranderingen in het bindingsvraagstuk
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
In de vuurlinie van een pos
Transcript van de presentatie:

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Begrippen: Cultuur Cultureel relativisme Cultuur patroon Cultural lag Culturele uitrusting Subcultuur Contracultuur

Definitie Cultuur Samenhangend geheel van voorstellingen, opvattingen, waarden en normen, door middel van leerprocessen verworven beïnvloedt in hoge mate het gedrag onderscheiding van andere maatschappijen

Cultuurelementen Voorstellingen/ omtrent omgang met materiële opvattingen objecten, … Waarden collectieve voorstellingen omtrent wat goed en nastrevens- waardig is Normen collectieve verwachtingen omtrent (niet)handelen

Cultuur ‘Alles wat door mensen wordt voortgebracht’ Vb. Zowel opvattingen mbt materiele voorwerpen als: voedingsgewoonten, gebedsrituelen, sociale omgangsvormen, bouwstijlen, muziekvormen, woorden, …….

Cultuur als machts- en distantiemiddel In de praktijk: bovenlaag onderscheidt zich van ‘gewone volk’ houden hen sociaal op afstand

Cultuurpolitiek Als onderdeel van democratiseringsproces en ideologie: Om cultuurspreiding tot stand te brengen Cultuurbezit van maatschappelijke bovenlaag moet worden beschermd en worden uitgedragen onder minder bevoorrechte deel van de samenleving

Aspecten van cultuur: Cultuur betreft het gehele leven Cultuur wordt verworven in leer- en gewenningsprocessen Cultuur wordt geinternaliseerd Iedere samenleving heeft haar eigen cultuur: Cultureel relativisme Elementen van een cultuur vormen min of meer een patroon Cultuur is gemeenschappelijk bezit

vervolg 7. Cultuur is normatief 8. Cultuur is immaterieel van aard 9. Cultuur ontstaat in duurzaamheid 10. Iedereen is cultuurdrager

Aspecten van cultuur: Cultuur heeft in principe betrekking op het gehele leven van de leden van de samenleving Vanaf de geboorte

2. Cultuur wordt verworven in leer- en gewenningsprocessen Cultuur dus niet aangeboren. Dit is in tegenstelling tot ras- en instinct theorieën Verworven in omgang met anderen M.a.w. verandering mogelijk

3. Cultuur wordt geïnternaliseerd Cultuur krijgt vanzelfsprekend karakter. Zodanig dat men zich er niet of nauwelijks meer van bewust is dat het is verworven. Wordt als ‘natuurlijk’ ondervonden. Vb. Vormen van seksueel gedrag, omgang met ziekten, gebaren, verschillen per samenleving terwijl het vanzelfsprekend lijkt Internalisatie: het zich zodanig eigen maken van de groepswaarden en -normen dat deze niet meer worden ervaren alsof ze van buitenaf opgelegd worden

Iedere samenleving heeft haar eigen cultuur Cultureel relativisme: Cultuur is gebonden aan bepaalde samenleving en kan dus niet als algemeen geldend worden geacht Vanuit etnocentrisme kan cultuurconflict ontstaan. Cultuurconflict: het streven om anderen desnoods tegen hun zin gelukkig te maken door ze onder dwang tot de eigen cultuur te bekeren.

Elementen van een cultuur vormen min of meer een patroon Cultuur bestaat niet uit losse, geïsoleerde cultuurelementen zekere samenhang tussen de elementen Cultuurpatroon: voor een samenleving/groepering kenmerkende combinatie van cultuurelementen die samen een geheel vormen.

Cultuurpatroon (vervolg) Relatie tussen cultuurelementen V.b. Denk aan relatie tussen waarden en gedrag. Gedrag (spaarzaam, ‘zuinig’) op grond van waarde X (soberheid) en overtuiging Y (juiste manier van leven: appeltje voor de dorst bewaren en niet verspillen). Maar: Cultuurpatroon niet perse homogeen.

Soms: spanning tussen officiële moraal en feitelijk gedrag volgens officieuze normen. Dubbele moraal V.b. Een overheid die propageert dat sporten goed is voor de gezondheid maar wil geen middelen ter beschikking stellen om het sporten te stimuleren

Cultural lag Als 2 onderdelen van de cultuur die oorspronkelijk op elkaar afgestemd waren zich in verschillende snelheden ontwikkelen. V.b. a.g.v. snelle ontwikkeling van wetenschap en techniek: introductie computer maar nog steeds vereist om brief te typen op typemachine of met de hand geschreven

Postmodernisme Individueel gedrag: Kritisch-afstandelijke houding tov omgang met culturele verworvenheden van de moderne maatschappij V.b. jongeren kiezen op politiek en levens-beschouwelijk gebied wat van hun gading is eventueel minder coherent cultuurpatroon of zelfs ANDER coherent cultuurpatroon. ≠ marginaliteit

6. Cultuur is gemeenschappelijk bezit wordt door vele leden van de samenleving gedeeld. bevordert saamhorigheidsgevoel onder de leden uitoefening sociale controle Echter: niet alle leden houden zich aan de gehele cultuur (universals, specialties, alternatives; postmodernisme, ……)

‘de’ cultuur = dominante cultuur Marxisme stelt: “cultuur is de geestelijke bovenbouw (ideeën en opvattingen) gebaseerd op de onderbouw (leefomstandigheden; economische basis)“

7. Cultuur is normatief De leden behoren zich te gedragen volgens de voorschriften van hun (sub)cultuur. Cultuur dus collectief ideaal: meest juist geachte manier van (samen)leven Normen bieden wel zekere speelruimte Vandaar: cultuur is waargenomen regelmaat

8. Cultuur is immaterieel van aard Immaterieel, want het gaat om: opvattingen over goed en kwaad; Voorstellingen omtrent meest juist geachte manier van leven Overtuigingen Richtlijnen voor het gedrag

Het immateriële = de cultuur De materiële zaken = culturele uitrusting

9. Cultuur ontstaat uit duurzaamheid Er ontstaan gemeenschappelijke waarden en normen, opvattingen en overtuigingen die via internalisatie e/o sociale controle het gedrag van de leden gaat beïnvloeden en reguleren Elke samenleving ‘kiest’ uit scala aan mogelijk- heden. V.b. ene samenleving kiest ………; andere kiest ……………. Cultuur ontstaat uit interactie en is basis voor verdere interactie. Mensen worden ook sterk beïnvloed door hun cultuur

10.Iedereen is cultuurdrager Zodra men opgroeit te midden van andere mensen en zich daardoor cultuur eigen maakt. Voor de socioloog heeft in principe ieder mens cultuur.

Subcultuur Cultuurpatroon dat in bepaalde opzichten afwijkt van het grotere culturele geheel Maar in andere opzichten ermee overeenkomt M.a.w. Subcultuur: Bevat universals (overeenkomsten met dominante cultuur en andere subculturen) en specialties (verschil ermee). Vb. subcultuur van religieuze groepering, jongeren, stedelingen, middenklasse, etc.

Taal als vorm van (sub)cultuur kan rol van ‘clubinsigne’ vervullen: mensen herkennen elkaar als behorend tot een bepaalde club.

Contracultuur; specifiek cultuurpatroon Cultuurpatroon welke ontstaat in en uit conflictsituaties e/o Onder frustrerend ervaren sociale omstandigheden Reactie op bestaande opvattingen, waarden normen, bestaande (machts-)verhoudingen, Vorm van protest en verzet tegen gevestigde orde en dominante cultuur V.b. van graffiti spuiters, gangs, ………

Vergelijking Cultuur en subcultuur: Contracultuur: Reden van bepaald gedrag: Mensen zijn zo opgevoed Hebben het zo geleerd Gaan om met medeleden die erop toezien dat zij niet teveel afwijken van de in hun milieu gangbare regels Mensen worden door dragers van dominante cultuur ‘apart’ gezet Reden van bepaald gedrag: Gemeenschappelijk antwoord op bepaalde als frustrerend/onrechtvaardig ervaren omstandigheden Verzet tegen gangbare waarden en normen. Geen erkenning ervan Mensen zetten zichzelf apart, o.a. door hun cultuurpatroon

Specifieke vorm van contracultuur: Minderheden met eigen cultuurpatroon: Is echter geen reactie op dominante cultuur; Niet geworteld in de dominante cultuur; Wel protestkarakter tegen onacceptabel ervaren cultuur; Meestal ook protest tegen discriminatie etc

Multiculturele samenleving Als de minderheden zich afzijdig blijven houden: multiculturele samenleving Verschillende cultuurpatronen naast elkaar Zonder veel verwantschap en onderlinge beïnvloeding

Cultuur beschrijvend begrip Beschrijving gebaseerd op waarneming van regelmatigheden Uit waarneembare gedrag wordt cultuur afgeleid Oppassen voor reïficatie !! Cultuur is geen concreet, bestaand ding.