Mensa SlimmerIQuiz scholenstrijd 8 november 2017 vragen en antwoorden de klok is uit deze presentatie gehaald

90 seconden vraag 1 Deze tekening klopt niet helemaal. Hoe kan die ene baan nou over de andere baan heen lopen, terwijl ze allebei even hoog zouden moeten zijn? Op je antwoordenblad staat het begin van deze tekening ook. Maak de tekening af zodat alles wél even hoog is.  

90 seconden vraag 1  

30 seconden vraag 2 Geschiedenisvraagje: Wie was “Konijn van ‘Olland”?  

30 seconden vraag 2 Lodewijk Napoleon Bonaparte was op last van zijn broer keizer Napoleon Bonaparte van 1806 tot 1810 bewindvoerder in Nederland. Ondanks zijn taallessen kreeg hij het Nederlands niet zo onder de knie. Hij sprak het woord “koning” uit als “konijn” en dus noemde hij zichzelf “Konijn van ‘Olland”.  

1900 2000 2150 1616 1826 1981 40 vraag 3 Omcirkel de schrikkeljaren. seconden vraag 3 Omcirkel de schrikkeljaren.      1900       2000         2150 1616 1826 1981  

40 seconden vraag 3 Omcirkel de schrikkeljaren.      2000         1616  

20 seconden vraag 4 Verklaar de naam: Nederland  

20 seconden vraag 4 Neder = laag: wij zijn de lage landen.  

40 seconden vraag 5 Volgens welke regel zijn de getallen 1 t/m 10 hier in de rij gezet? 8 - 3 - 1 - 9 - 10 - 2 - 4 - 5 - 6 - 7  

40 seconden vraag 5 Ze staan er in alfabetische volgorde  

20 seconden vraag 6 In Nederland roept een haan “Kukeleku”, in Engeland “Cock-a-doodle-doo”. In Duitsland roept een haan “Kikiriki” en in Frankrijk “Cocorico”. Wat zou een Arabische haan zeggen? (Gokje)  

20 seconden vraag 6 Iedereen die íets opschreef heeft al die punt te pakken. Het ging hier gewoon om: durf je te gokken? Overigens zegt een Arabische haan “Koekoekoe”.  

20 seconden vraag 7 In het Frans zegt dit dier “groin groin” en in het Duits “grunz grunz”. Welk dier zou dat zijn?  

20 seconden vraag 7 Een varken  

40 seconden vraag 8 Deze prisma-vormige kattenmand is uitgeklapt. Er ontbreekt een vlakje. Waar zou dat laatste vlakje allemaal aan de andere vlakken kunnen vastzitten? Teken het vlakje op alle mogelijke plaatsen erbij.  

40 seconden vraag 8  

30 seconden vraag 9 Weer een zinnetje in het Deens. Simon og Barend svømmer ved fisken Probeer een vertaling te geven.  

30 seconden vraag 9 Simon og Barend svømmer ved fisken Simon en Barend zwemmen met vissen  

inleiding vraag 10 Een dingbat is een woordgrapje, een lettertekening met een verborgen betekenis. Zo staat hier het woord “ring”. Zie je dat de R in de G staat? R in G.... dat is het woord “ring”. Je krijgt zo meteen drie dingbats te zien. Probeer te achterhalen wat hun betekenis is.

60 seconden vraag 10  

60 seconden vraag 10   reiger aaseter dierentuinen

70 seconden vraag 11 Hier staan drie hyena’s: Karel, Leo en Martin. Slechts één van drie vertelt altijd de waarheid, de andere twee liegen erop los. Het laatste kippenboutje is uit de koelkast gestolen en we vragen de hyena’s wie het gedaan heeft. Karel: “Leo heeft het gedaan” Leo: “Martin heeft het niet gedaan” Martin: “Karel is een leugenaar” Wie heeft het kippenboutje gestolen?  

70 seconden vraag 11 Als Karel de waarheid spreekt, levert dat twee dieven op: Leo en Martin. Als Leo de waarheid spreekt, zijn Karel en Martin allebei leugenaars en zou Martin daarover moeten liegen, hetgeen hij niet doet. Als Martin de waarheid spreekt, is hij zelf ook de dief. De laatste optie is het.  

120 seconden vraag 12 Welke kaarten ontbreken in dit spel? Teken ze op je antwoordblad. (hoeft niet perfect) We verklappen niet hoeveel het er moeten zijn.  

120 seconden vraag 12  

inleiding vraag 13 Het paard is een schaakstuk dat zeer bijzondere sprongen maakt. Ze zijn het beste te omschrijven als twee vooruit en één opzij. Zometeen krijg je drie tekeningen te zien. In iedere tekening moet je een paard zijn sprongen laten maken. De letters waar hij op springt vormen een woord. Succes.  

40 vraag 13 w e l r s n u d z t h b Drie paardensprongpuzzels seconden De beginletter is grijs, maar daar heb je maar één keer plezier van. w e l r s n u d z t h b  

40 vraag 13 w e l r s n u d z t h b Drie paardensprongpuzzels seconden zeeleeuw edelhert neusbeer w e l r s n u d z t h b  

20 vraag 14 Het werkwoord “elifanten”  wordt regelmatig vervoegd. seconden vraag 14 Het werkwoord “elifanten”  wordt regelmatig vervoegd. Welke spelling zal in het dagelijks gebruik niet voorkomen? elifanten elifantten elifante elifantte  

20 vraag 14 Het werkwoord “elifanten”  wordt regelmatig vervoegd. seconden vraag 14 Het werkwoord “elifanten”  wordt regelmatig vervoegd. Welke spelling zal in het dagelijks gebruik niet voorkomen? elifanten elifantten elifante elifantte  

40 seconden vraag 15 Echoput Wat is het lievelingsdier van Barend? ......arend….arend Wie is de burgemeester van Wezel? ….ezel…..ezel Kun jij een vraag met antwoord verzinnen voor de echoput? Extra punten als het antwoord een dier is!  

40 seconden vraag 15 Bijvoorbeeld: Wie is er altijd vuil?...uil…uil… Wie houden zich aan de regels?....egels…egels…..  

inleiding vraag 16 Onderzoek wijst uit dat apen een heel goed geheugen hebben en ook heel snel hun omgeving kunnen waarnemen. Ben jij net zo snel als een aap?   Je krijgt gedurende DRIE seconden de getallen 1 t/m 10 te zien. Er ontbreekt één getal. Kun jij zo snel zien welke dat is? Goed kijken!

seconden 3 vraag 16  

10 seconden vraag 16 Je krijgt even een paar seconden om op te schrijven welk getal ontbrak.  

10 seconden vraag 16 Je krijgt even een paar seconden om op te schrijven welk getal ontbrak. Het was de 5  

20 seconden vraag 17 Heb je ook gezien dat er één getal twee keer geschreven stond? Welke was dat?  

20 seconden vraag 17 Heb je ook gezien dat er één getal twee keer geschreven stond? Welke was dat? Dat was de 3  

30 seconden vraag 18 Nog even één vraagje hierover. Heb je in de dia’s hiervoor drie keer dezelfde afbeelding van een aap gezien?  

30 seconden vraag 18 Kijk zelf nog maar even terug.  

80 seconden vraag 19 De visvijver is leeg, we vullen hem met water, emmertje voor emmertje. Omdat we daar heel moe van worden, stijgt het waterniveau in de vijver steeds minder snel. Hier zie je een deel van het logboek, je leest hoeveel het waterniveau stijgt per dag. We gaan oneindig lang door met emmertjes sjouwen.   Kun jij berekenen hoe hoog het water in de vijver zal komen te staan?

80 seconden vraag 19 Dit wordt het rijtje: 80 + 40 + 20 + 10 + 5 + 2,5 + 1,25 +…. Het totaal is (net iets minder dan) 160 cm.  

40 seconden vraag 20 Kun jij het patroon vinden in deze rij en de twee volgende getallen bedenken? 184 92 46 23 70 35 106 53 160 80  

40 seconden vraag 20 184 92 46 23 70 35 106 53 160 80 Een even getal wordt gedeeld door 2 Een oneven getal krijgt x3+1 De rij gaat dus zo verder: 40 20  

inleiding vraag 21 Een Venndiagram geeft het verband tussen groepen aan. Zó kun je laten zien dat teckels en poedels allebei honden zijn. En zo kun je laten zien dat konijnen knaagdieren zijn en olifanten niet.  

vervolg inleiding vraag 21 Kijk nog even naar dit Venndiagram. We hebben de parkiet die Kees heet (PK), de hond die Flappie (HF) heet en de vis die Blub heet (VB) ook in het diagram geplaatst.  

vraag 21 40 Teken een Venndiagram met daarin de groepen - vissen seconden Teken een Venndiagram met daarin de groepen - vissen - haaien - dieren die onder water kunnen leven Zet een CN op de plaats van Clownsvis Nemo. Zet ook een Z op de plaats van de zeester.

vraag 21 40 seconden Teken een Venndiagram met daarin de groepen - vissen - haaien - dieren die onder water kunnen leven Zet een CN op de plaats van Clownsvis Nemo. Zet ook een Z op de plaats van de zeester.

vraag 22 40 seconden Bedenk groepsnamen bij deze Venndiagrammen. Zorg dat het met dieren te maken heeft.

vraag 22 40 seconden Bijvoorbeeld:

30 seconden vraag 23 De adelaar op deze munt staat nu rechtop. We rollen de munt naar rechts. Waar is de munt, als de adelaar weer rechtop staat? Teken de omtrek van de munt op die plaats.  

30 seconden vraag 23 De munt schuift precies 1 omtrekt op, dat is net iets meer dan 3 keer de diameter.  

30 seconden vraag 24 B A Dit is een luchtfoto gemaakt in een land waar ze rechts rijden. We willen van A naar B rijden. Teken de route op de luchtfoto.  

30 seconden vraag 24 B A  

30 seconden vraag 25   Kuifje is op de maan en hij heeft Bobbie meegenomen. Kun je verklaren waarom Bobbie zulke hoge sprongen kan maken?

30 seconden vraag 25   Bobbie is op de aarde opgegroeid en zijn spieren hebben zich aangepast aan aardse zwaartekracht. De zwaartekracht op de maan is kleiner. Bobbie heeft dus superspieren!

30 seconden vraag 26 Veronderstel even dat er op de maan van nature honden voorkomen. Zo’n maanhond neem je mee naar de aarde. Kan die hond ook zo springen als Bobbie? Waarom wel/niet?  

30 seconden vraag 26 Zo’n maanhond is op de maan opgegroeid en heeft dus spieren die op een kleine zwaartekracht zijn ingesteld. Op aarde is het maar de vraag of het arme beest kan lopen, laat staan springen.  

Einde Tot volgend jaar! Vereniging Mensa Nederland