Iedereen gelijk?! Leerstoornissen in het SO Nu heb ik mij voorgesteld maar als ik een lezing ga geven wil ik ook weten waar ik naartoe ga en welk vlees ik in de kuip heb Wim Tops Afdeling Neurolinguïstiek Faculteit Letteren
Leerstoornissen Leerproblemen Ontwikkelingsstoornissen Comorbiditeit …
Ontwikkelingsstoornissen Specifieke leerstoornis Communicatiestoornis Autismespectrumstoornis (ASS) Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) Coördinatie-ontwikkelingsstoornis Verstandelijke beperking
Ontwikkelingsstoornissen Aanvang in kinderjaren Stoornis in verwerving van een specifieke vaardigheid Stabiel verloop met progressieve verbetering Blijft aanwezig op volwassen leeftijd Jongens > meisjes Erfelijk Oorzaken onbekend (wel risicofactoren)
Ontwikkelingsstoornissen Onbekende maar aanname van neurobiologische oorzaak Wellicht multifactorieel samenspel van risicofactoren Cognitie: hersenprocessen Neurobiologie: hersenstructuren en –verbindingen Genetica Invloed van omgevingsfactoren
? Gedrag Omgeving Cognitie Hersenen Genen Lezen, spellen, rekenen, hyperactiviteit, sociale vaardigheden, motoriek Omgeving ? Cognitie Hersenen Genen
Comorbiditeit Dubbeldiagnose Stoornissen die samen voorkomen Meer regel dan uitzondering! Dyslexie + Dyscalculie 17-43% ADHD 15-40% DCD 19% SLI/TOS 50-80%
LEERPROBLEEM Leerstoornis Leermoeilijkheid Dyslexie Dyscalculie
(Specifieke) leerstoornis Achterstand tov relevante referentiegroep Hardnekkigheid (of didactische resistentie) - Minimum 2 metingen - Bij vookeur herhaalde metingen (RTI) Exclusie - Geen alternatieve verklaringen voor gedrag
Eerste voorwaarde: Criterium achterstand / Klinische score
Tweede voorwaarde: Hardnekkigheid - didactische resistentie Geen verwachte vooruitgang Optimale instructie en oefening in klas Geprotocolleerd handelen m.b.t. leerproblemen (signaleren, analyseren, aanpassen van methodiek) Individuele remediërende leerhulp 6 maand uitgevoerd Opsporen van non-responders via Resistance To Instruction of RTI - principe
Derde voorwaarde: Exclusiecriterium Leerprobleem moet het gevolg zijn van in het kind gelegen kenmerken Niet (volledig) te verklaren vanuit andere factoren Intelligentie Ziekte Slecht onderwijs Etniciteit Aandacht Comorbiditeit is geen exclusie
Dyslexie
Probleem Dyslexie bestaat! Geen consensus over de oorzaken van dyslexie Definitie? Gedrag Lezen en/of spellen
Beschrijvende diagnose Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau. Stichting Dyslexie Nederland (2008) Achterstandscriterium Hardnekkigheidscriterium Exclusiecriterium
Beperkingen met het lezen Accuraat lezen van woorden Snelheid en vloeiendheid van lezen Begrijpend lezen
Beperkingen in de schrijfvaardigheid Accuraat spellen Accuraat gebruik van grammatica en interpunctie Helderheid of structuur van de geschreven tekst
Wat moet je nog weten over dyslexie? Voorkomen hangt af van de taal Transparantie van de koppeling tussen klanken en tekens Nederlands 5% bv. maan, bomen Engels 20% bv. though, tough
Dyscalculie
Definitie dyscalculie Beschrijvende definitie zoals die van dyslexie Oorzaken ook onbekend Multifactoriële risicofactoren Vlaamse consensus Dyscalculie en stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen met het vlot/accuraat oproepen van rekenfeiten en/of het leren en vlot/accuraat toepassen van rekenprocedures
f 2 twee Klankteken- Hoeveelheid: koppeling Analoge Magnitude System ANS f 2 twee getalwoord
Mentale nummerlijn
Subtypes van dyscalculie Geheugendyscalculie (hoofdrekenen, maaltafels) Procedurale dyscalculie (stapjes of procedures) Ruimtelijk-visuele dyscalculie (meetkunde, aardrijkskunde)
Problemen met tafels, onthouden van formules SEMANTISCHE GEHEUGENDYSCALCULIE Problemen met tafels, onthouden van formules Hoofdrekenen, wisselende resultaten 16 (4x4) 4 x 5= 15 20 25 24 (4x6) 20 tot 30% meer tijd voor toetsen/taken
Problemen met stappenplannen PROCEDURELE DYSCALCULIE Problemen met stappenplannen Problemen met lange opdrachten en rekentaal Gebruik opzoekboekje
Ruimtelijk inzicht, meetkunde Kloklezen, tijdsbesef VISUEEL RUIMTELIJKE PROBLEMEN Problemen met Ruimtelijk inzicht, meetkunde Kloklezen, tijdsbesef
Wat moet je nog weten over dyscalculie? Komt ongeveer 2 tot 13,8% voor Nederland en Vlaanderen 5% Komt even vaakvoor als dyslexie Verhouding meisjes = jongens
Geassocieerde problemen bij leerstoornissen
Aandacht en concentratie concentratieproblemen verhoogde afleidbaarheid vergeetachtigheid en verstrooidheid Oriëntatie in tijd en ruimte moeilijk klok lezen zwak gevoel voor tijd en ordening in tijd weg vinden, begrippen links, rechts, voor, na, boven, onder zijn moeilijk moeizaam en moeilijk leesbaar geschrift onhandigheid
Orde en structuur Geheugen Sociale vaardigheden taken vergeten agenda onvolledig ingevuld moeilijk orde houden, allerlei dingen verliezen Geheugen problemen met onthouden van losse, op zichzelf staande gegevens problemen met complexe opdrachten afspraken en spullen vergeten Sociale vaardigheden weinig zelfvertrouwen emotionele of sociale problemen, gedragsproblemen faalangst
EXECUTIEVE FUNCTIES KERNTEKORT PERSOONLIJKHEID
Executieve functies Processen voor doelgericht gedrag Belangrijk in het dagelijks leven en op school Bijdrage bij tot goede leerstrategieën
Kortetermijn-geheugen Langetermijn-geheugen Zintuigen Aandacht Kortetermijn-geheugen Langetermijn-geheugen
Voorbeeld 1 Vertaal wandelen: se promener Werkgeheugen = tijdelijke opslagplaats van taak-relevante informatie Hier les filles …………………. (wandelen) à la mer. Vertaal wandelen: se promener Hier = gisteren gebruik van passé composé Les filles = 3e persoon meervoud Wederkerige werkwoorden vervoegen met être Accord du participe passé Hier les filles se sont promenées à la mer.
Voorbeeld 2 1m = 100 cm 2 dozen van 45cm 2 x 45 = 90cm Jan zet twee dozen op een plank. Elke doos is 45 cm. De plank is 1m lang. Hoeveel ruimte blijft er over? 1m = 100 cm 2 dozen van 45cm 2 x 45 = 90cm Ruimte over = verschil = min 100 – (2 x 45) = 100 cm – 90 cm = 10 cm Er blijft 10 cm over.
Zwakke executieve functies Kinderen met leerstoornissen Kinderen met taalstoornissen Kinderen met motorische problemen Kinderen met gedragsproblemen Kinderen met autisme …
Hokjesdenken verdwijnt …
Aanpak van leerproblemen
Aanpak op school
weigering = discriminatie Wettelijk kader VN-Verdrag over rechten van personen met een handicap Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsdecreet VN verdrag Recht op onderwijs van personen met een handicap Handicap = niet uitsluitend medisch probleem, maar wel ‘sociale drempel’ Inclusief van aard Recht op redelijke aanpassingen die niet disproportioneel zijn Vaak krijgen studenten met leerstoornissen compensaties toegekend, bijvoorbeeld onder de vorm van onderwijs- en examenfaciliteiten (zie verder). Dit is niet zomaar een gunst. Het recht op redelijke aanpassingen is verankerd in het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsdecreet van 10 juli 2008 en het verdrag van de Verenigde Naties voor personen met een handicap (2006) [10]. Het is belangrijk dat alle betrokken partijen (bv. student, ouders, docenten, werkgevers) dit wettelijke kader kennen. Het Vlaamse gelijkekansen- en gelijkebehandelingsdecreet streeft naar een gelijkwaardige deelname van alle mensen in de maatschappij (bv. onderwijs, werk). Zo wil het bijvoorbeeld voorkomen dat mensen worden uitgesloten op basis van een handicap. Daarom voorziet het decreet voor personen met een handicap het recht op redelijke aanpassingen, tenzij deze maatregelen voor de persoon die ze moet treffen een onevenredige belasting vormen. ‘Redelijke aanpassingen’ zijn maatregelen die de negatieve gevolgen van een omgeving die niet aangepast is (bv. een lessituatie) compenseren, zodat de persoon met een handicap in staat is om aan een bepaalde activiteit deel te nemen, net als iemand anders. Dyslexie wordt beschouwd als een handicap en dus hebben studenten met dyslexie recht op maatregelen. Enkel wanneer deze maatregelen een ‘onredelijke belasting’ vormen voor diegene die de aanpassing moet doen (bv. de school), kunnen ze worden geweigerd. Dit moet steeds voor elk individu en voor elke situatie afzonderlijk worden bekeken. Het decreet beschouwt het weigeren van redelijke aanpassingen die geen ‘onredelijke belasting’ betekenen als een vorm van discriminatie. Ook het VN-verdrag van 13 december 2006 stelt dat personen met een handicap recht hebben op redelijke aanpassingen die niet buiten proportie zijn. België onderschreef dit verdrag in 2009 [10 ]. Iets meer uitleg nodig bij deze slide!!! Wettelijk kader: school is verplicht om jongere aanpassingen te geven indien nodig weigering = discriminatie
M-decreet Start op 1 januari 2015 (1 september 2015) Inclusief onderwijs Recht op redelijke aanpassingen in gewoon onderwijs Hervorming van buitengewoon onderwijs Prominentere rol voor CLB’s Controle door de overheid
Aanpak in de klas
Universeel ontwerp Aanpassingen en maatregelen voor alle leerlingen Toepasbaar op school- en klasniveau Niet-stoornis specifiek
!!! http://www.cast.org/udl !!!
Wat leren? Presenteer inhoud en informatie op verschillende manieren Voorzie verschillende manieren van voorstelling (visueel, auditief, voorbeelden, …) Hoe leren? Voorzie verschillende manieren waarop leerlingen kunnen aangeven wat ze kunnen/weten Waarom leren? Stimuleer de interesse en de motivatie om te leren
Wat leren? Hoe leren? Waarom leren? Bied alternatieven voor auditieve en visuele informatie Bied alternatieven voor visuele informatie Vb. Gebruik van You Tube filmpjes Hoe leren? Mondeling overhoren in plaats van schriftelijk Voorzie alternatieven voor meerkeuzetoetsen Heldere lay-out (voldoende groot – veel wit) Tekst en vragen niet recto-verso Gebruik van ondersteunende software (Sprint) Leersleutels voorzien voor je vak Heldere formulering van toetsvragen Waarom leren? Gebruik authentieke en relevante leerinhouden Vermijd bedreigende situaties (bv. vooraan in de klas spreken) en afleiding (bv. omgevingsgeluiden)
Faciliteiten en ondersteunende maatregelen 07.03.2012 Faciliteiten en ondersteunende maatregelen Onderwijsfaciliteiten Examenfaciliteiten Leerkracht Zorgcoördinator Zorgleerkracht Student Stimulerend Compenserend Remediërend Dispenserend STICORDI-maatregelen (Henneman, 1989) Op basis van hun antwoorden even gaan kijken wat ze krijgen – werkzaam/niet werkzaam Ervaringen Vergelijken onderling Wijzen om gezamenlijke verantwoordelijkheid Stimulerend: aanspreekpunt zijn, succeservaring vergroten, overzichtelijke cursus, feedback, duidelijke taal, … Compenserend: compenserend software, gebruik van regelkaart, meer tijd geven, … Remediëren: externe begeleiding, logopedist, zorgleerkracht, studiebegeleidingspakketten, … Dispenseren: deel van het takenpakket laten wegvallen
STIMULEREN Socio-emotioneel welbevinden (begrip en succeservaringen) Relatie leerkracht – leerling REMEDIËREN Taakgericht oefenen met als doel het halen van de norm Extra instructie/extra oefening
COMPENSEREN Hulpmiddelen worden ingezet en gebruikt om de leerdoelen te behalen DISPENSEREN Vrijstellen van onderdelen van het leerplan
Leerkrachtperspectief versus leerlingperspectief Leerkracht past zich aan een zwakte van de leerling Leerling compenseert zelf een zwakte om leerdoelen te bereiken Groeiperspectief Metacognitie stimuleren Zelfredzaamheid stimuleren
CONCREET Verminderde verwerkingssnelheid Zwak werkgeheugen Problemen met oproepen uit langetermijngeheugen Minder efficiënte leesbegripstrategieën Meer tijd Geheugenkaarten, formularie, ZRM Voorleessoftware, spellingcontrole ...
Uitgewerkt voorbeeld van UDL EVALUATIE Wat wil je meten/weten?
Evaluatie Toetsen = steekproef van kennis/vaardigheden Beoordelen
DO! Duidelijke vraagstelling Enkelvoudige vragen Heldere lay-out Licht schooltaalwoorden toe (bladwijzer) Graduele opbouw “Zuivere vragen” met 1 doel (weinig executieve functies) Complexere vragen met verschillende doelen (veel executieve functies)
DO! Toetsvragen zijn identiek aan oefeningen uit de klas (ook qua formulering) Tempo mag geen bepalende factor zijn (= executieve functie) Maak toetsen niet te lang Authentiek (leefwereld) Voorstelbaar Gespreide evaluatie (zelf – peer – leerkracht)
DON’T! Dubbelzinnigheden Vage formuleringen Te klein lettertype Te weinig witruimte Figuren zonder toelichting
DON’T! Vragen zijn niet transparant Leerling heeft veel tijd nodig om vragen te ‘ontcijferen’ Geen analogie met geoefende Ver van het bed show (bv. een bankdirecteur heeft …)
Vragen?
Bedankt voor jullie aandacht!