Feiten en meningen Hoe herken ik feiten en meningen in een tekst en weet ik wat het verschil tussen beide is? NU Nederlands 2F.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
How to tackle a text Vakgroep Engels.
Advertisements

tekstsoort, -doel + tekstvorm
Oud en wijs.....
Hoe leer je lange teksten
Een leesstrategie: toepassing
Spreuken: De nederige wijze.
Samenvatten Klas 4A de Foorakker.
4. Leesvaardig Blz. 144 t/m 150 Blok 6. Leesvaardig Leerdoel (2f): Je weet uit de tekst de halen wat een feit of een mening is. Je kunt uit een tekst.
Woordraadstrategieën
Feiten, meningen en argumenten
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Leesvaardig Examentraining.
Het schrijven van een betoog
Invullen van de tevredenheidspeiling door leerlingen via het Ouderportaal (uitleg aan de ouders)
Lezen: betoog. Spoorboekje 1)Begrippen/theorie 2)Betoog lezen en beoordelen 3)Bespreken Wat gaan we leren? -Je kunt vertellen wat het tekstdoel van een.
S/K/L 2.6 MAKEN VAN EEN TV-JOURNAAL, OBJECTIEF EN SUBJECTIEF, KRITISCH KIJKEN.
Lezen, schrijven en argumenteren
De vraag is je beste vriend
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Tekstverklaren uitgebreid 2009-II
Overtuigende tekst/betoog
7 lessen tot het eindexamen – Tips en Tricks
Ongeschreven en geschreven bronnen
Een beschouwing schrijven
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 3
Alinea’s, inleiding, middenstuk en slot
Schrijven Een Verslag.
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
In gesprek met elkaar Gebruik eventueel rode en groene kaartjes waarmee mensen kunnen aangeven of ze het eens of oneens zijn met de stelling.
Onderwerp Het onderwerp van een tekst geeft in één of enkele woorden aan waar de tekst over gaat. Het onderwerp van een tekst is niet hetzelfde als de.
Paragraaf lezen h5 Feiten, meningen en argumenten
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Woordraadstrategieën In klas 1 leer je zes woordraadstrategieën.
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden
Lezen 1.3 en 2.1 Woordenschat 1.1 en 1.2
Doel en publiek Hoe weet ik wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken en voor wie de tekst bedoeld is? NU Nederlands 2F.
Betogende teksten Hoe herken ik de standpunten en argumenten in een betogende kijk-/luistertekst en hoe kan ik de kwaliteit van argumenten beoordelen?
Vwo 4 Nederlands Periode 2 Mevrouw Schrauwen
Informatieve teksten Hoe begrijp ik een informatieve kijk-/luistertekst en hoe kan ik opvattingen en bedoelingen uit taal- en beeldgebruik afleiden?
Betoog Hoe herken ik een betoog en hoe weet ik hoe de schrijver mij probeert te overtuigen? NU Nederlands 2F.
Lezen meningen, argumenten en conclusie
Wet & Regelgeving Vervolg op vorige week.
Informatieve teksten Hoe herken ik informatieve teksten en weet ik waarover de schrijver mij wil informeren? NU Nederlands 2F.
Hoe schrijf je een recensie?
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Vaardigheden Interviewen
Melk Laat een melkpak zien. Bekijk en bespreek deze met de leerlingen.
Les 2 Lezen 3.3 en 4.1.
Informatieve teksten, interviewverslag
Nieuw Nederlands 4/5 havo, p
Schrijven 2.5 en 2.6 Formuleren en stijl 2.3 en 2.4
Wat mooi !.
Eigenschappen van het optellen van gehele getallen
Tekstboek: Interactieve opdrachten: Via SOM -> Leermiddelen Of
Ongeschreven en geschreven bronnen Aflevering 1
Schrijven 2.3 en 2.4 Formuleren en stijl 2.2
Wet- en Regelgeving, deel 2
De zakelijke brief – schrijven 3.3
Ook wij als Wijkracht!?.
lezen Feiten, meningen en argumenten
CITO examentraining leesvaardigheid vrl.
Leesvaardigheid Woordbetekenis Leesvaardigheid – Woordbetekenis.
Transcript van de presentatie:

Feiten en meningen Hoe herken ik feiten en meningen in een tekst en weet ik wat het verschil tussen beide is? NU Nederlands 2F

UITLEG Teksten kunnen feiten en meningen bevatten: Een feit is iets wat echt zo is. Feitenuitspraken zijn objectief: je kunt controleren of ze waar of onwaar zijn. Meningen Een mening is wat iemand vindt. Meningen zijn subjectief: je kunt het ermee eens of oneens zijn. NU Nederlands 2F

FEIT OF MENING? Uitspraak 1 Er zijn nauwelijks rassen die nog doen waarvoor ze ooit zijn gefokt. 2 Weinig mensen vinden het uiterlijk van een hond belangrijk. 3 Het aantal honden daalde de afgelopen vijf jaar met vijftien procent 4 Overgaauw denkt dat de ideale stadshond al bestaat: de Jack Russell. 5 Veel honden lijden aan erfelijke ziekten of afwijkingen en lijden zelfs voortdurend pijn, doordat ze veel te ver zijn doorgefokt. NU Nederlands 2F

FEIT OF MENING? mening feit mening feit mening NU Nederlands 2F

FEIT Van een feit kun je controleren of het waar of onwaar is. 1 feit Dit zijn resultaten uit het onderzoek. Je kunt controleren of ze kloppen. NU Nederlands 2F

MENING Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Een mening is dus niet te controleren of te bewijzen. 2 mening Dit is de mening van Van Schriek. Daarmee kun je het eens of oneens zijn. NU Nederlands 2F

VOORBEELD NU Nederlands 2F Wat geeft het onderstreepte (1) aan? Een feit of een mening? Waarom? 1 een feit, omdat het controleerbaar is Wat wordt er in alinea 2 en 3 beschreven? Feiten of meningen? 2 het zijn meningen van Ton Wilthagen Wat voor woord is het woordje ‘vindt’ (3)? 3 ‘vindt’ is een signaalwoord NU Nederlands 2F