Alvleesklier, galblaas, twaalfvingerige darm
Oefenvragen Wat voor functie heeft amylase? Wat is de functie van zoutzuur? Waarom wordt er in de maag pepsinogeen geproduceerd en niet gelijk pepsine? Noem de 3 lagen rondom de maag Wat voor functie heeft pepsine? Waarom heeft een maag een laag met spieren? Waarom produceert de maag slijm? Afbreken van zetmeel in maltose Maagsap zuur maken en zo bacteriën en ziekte kiemen doden. Pepsine hoeft alleen actief te zijn als er ook daadwerkelijk voedsel in de maag zit Slijmlaag, bindweefsellaag, spierlaag Afbreken van eiwitten Kneden van voedsel, voedsel mengen met maagsappen Bescherming van de maagwand
Maagontleding: in kleine hoeveelheden doorlaten van de zure maaginhoud Als voedsel de darmwand raakt, sluit het maagportier in een reflex Ingang buizen in de dunne darm is de Papil van Vater
Twaalfvingerigedarm (duodenum) Functie twaalfvingerige darm: Verzameling sappen van de galblaas en alvleesklier Neutraliseren zure chymus Maagportier (pylorus) 25 cm lang (12 inches/12 duimbreedtes) Afvoerbuizen galblaas en alvleesklier Het neutraliseren gebeurd door het alvleeskliersap, deze heeft een PH tussen de 10 en 12 (basisch). De chymus wordt geneutraliseerd zodat de enzymen kunnen werken Peristaltische beweging zorgt ervoor dat sappen met de voedselbrij gemengd worden en deze brij wordt voortgestuwd.
Alvleesklier (pancreas) Hormonen afgeven aan het bloed Productie alvleeskliersap (pancreassap) exogene klier Hormonen die worden afgegeven aan het bloed zijn: insuline en glucagon. Dit noemen we endocriene klier, vanwege de hormonen die rechtstreeks naar de bloedbaan gaan Alvleesklier produceert ongeveer 1,2 liter spijsverteringssappen Het is een exogene klier omdat wat de alvleesklier produceert niet direct in de bloedbaan komt
Alvleeskliersap Alvleeskliersap bevat: Natriumbicarbonaat Pancreasamylase Proteïnase Pancreaslipase - Natriumbicarbonaat: NaHCO3 stof met een zuurbindend vermogen - Pancreasamylase: Amylase uit de pancreas. Deze zorgt voor de laatste afbraak van het zetmeel in maltose - Proteïnase: Afbreken van eiwitten in kortere en losse aminozuur(ketens) - Pancreaslipase: Afbreken van vetten splitst vetten in vetzuren en glycerol
Galblaas (vesica fellia) Functie: Slaat gal op Gal wordt ingedikt Gal afgeven aan de twaalfvingerigedarm Galblaas kan 30 ml opslaan Men maakt 15ml/kg/per dag aan Als men vette maaltijden eet wordt cholecystokine afgegeven, dit zorgt ervoor dat de galblaas samentrekt en de inhoud het darmkanaal in gaat.
Gal Gal is een uitscheidingsproduct van de lever. Gal bevat: water slijm natriumbicarbonaat galzure zouten cholesterol fosfolipiden galkleurstoffen (bilirubine) water slijm natriumbicarbonaat NaHCO3, neutraliseert de zuurgraad galzure zouten emulgeren vetten (zorgen dat dit kleinere bolletjes worden) zodat vetsplitsende enzymen hier beter op in kunnen werken cholesterol fosfolipiden vetten waarbij 1 vetzuur is vervangen door een fosforgroep Galkleurstoffen (Bilirubine) afvalstof dat vrij komt bij de afbraak van rode bloedcellen. Deze stof is giftig voor het lichaam en wordt via het gal uit het lichaam verwijderd Zouten worden aan het einde van de dunne darm/begin dikke darm in de bloedbaan opgenomen en naar de lever getransporteerd (kringloop)
Dunne darm De darmsapklieren produceren 2-3 l./etmaal met daarin: enterokinase: trypsinogeen trypsine Peptidasen disacharidasen 4 - 6 meter lang ! 90 % opname voedingsstoffen (10 % dikke darm) 5 uur in de dunne darm voordat het de dikke darm in gaat Trypsinogeen wordt door de alvleesklier afgegeven, dit is op het moment inactief. Door het enzym enterokinase wordt het actief en is het trypsine. Trypsine breekt eiwitten af in peptiden (kortere aminozuurketens) en losse aminozuren. Peptidasen breekt peptiden af in losse aminozuren Disacharidasen breken lange ketens van glucosemoleculen af tot monosachariden - lactase lactose glucose +galactose - maltase malatose glucose + glucose - sacharase sacharose glucose + fructose
Dunne darm Groot oppervlak door plooien in deze plooien liggen de darmsapklieren
Absorbatie via epitheelcellen in het bloed 2 darmvlokken 3 epitheelcellen