8.5 Molecuulformules Opdracht 16:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
HST 5 Les 1: herhaling hst 4.
Advertisements

Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Klik nu op de titel van dia 2 om verder te gaan
Bouw van zuivere stoffen
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen , moleculen en reactieschema
Van reactieschema tot reactievergelijking
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Moleculen en atomen Hoofdstuk 7.
Reactievergelijkingen kloppend maken
Viviane De Valck, Gerda Grepdon, Annemie Jacob, Marie-Josée Janssens
Hoofdstuk 4 Zouten.
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Hoofdstuk 2 Moleculaire Stoffen
Het kloppend maken van reactievergelijkingen
Stoffenmoleculen Om te kunnen verklaren dat stoffen bepaalde stofeigenschappen hebben gebruiken we een modelvoorstelling De molecuultheorie: stoffen bestaan.
Chemische reacties De mol.
Chemische reacties Reactieschema: Beginstoffen -> reactieproducten
Introductie Zouten klas 4.
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Paragraaf 2 van hoofdstuk 2: Warmtebronnen
Atomen , moleculen en reactieschema
Voorbereiding op paragraaf 6.2 van het boek natuurkunde overal 2HV
4. Atomen in chemische symbolentaal
Reacties en reactievergelijkingen
Pijl rechts: verder pijl links: terug Kloppend maken In een reactieverglijking moet van elke atoomsoort voor en na de pijl evenveel atomen zijn Dus alle.
1.5 Naamgeving moleculaire stoffen
Reactievergelijkingen Klas 3
pijl rechts: verder pijl links: terug
Reactievergelijkingen kloppend maken 2
Reactievergelijkingen kloppend maken.
Waar haal je de energie vandaan?
Marc Bremer Scheikunde Marc Bremer
Molecuulformules (voorbeelden)
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Scheikunde 4 W&L.
Naamgeving koolwaterstoffen
Hoofdstuk 3 Kelly van Helden.
Atomen, moleculen en ionen
Zwijsen College Test jezelf Pulsar Chemie Hfdst 6. Hoofdstuk: Moleculen en atomen. Klik telkens op de driehoek om verder te gaan! Zet deze toetspresentatie.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5
NAMEN EN SYMBOLEN VAN ELEMENTEN Jasmijn Domburg, Kim Dekker, Tessa Mennen.
Reactievergelijkingen Een kwestie van links en rechts kijken.
Koolstofchemie AARDOLIE.
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
Scheikunde klas 3 Herhaling
3.5 van reactieschema naar Reactievergelijking
8.4 Moleculen en atomen Praktikum 36: Vragen:
3.7 Rekenen met massaverhoudingen
8.8 Verbrandingsreacties
Scheikunde Chemie overal
3 4.
Basisstof 4 Koolstofassimilatie
Bindingen Waterstof H : H Natriumchloride Na+ Cl- Na+ :Cl- Waterstofchloride δ + δ - H : Cl atoombinding ionbinding polaire atoombinding dipoolmolecuul.
8.6 Van reactieschema naar reactievergelijking
Reactievergelijkingen kloppend maken.
Covalente binding Waterstof atoom atoomnummer 1 1 proton 1 elektron.
Milieu Jaar 1 Periode 3.
Week 5 Hoofdstuk 7.3.
H7 Materie §4 Atomen als bouwstenen
Brandstoffen verbranden
Brandstoffen verbranden
Coëfficiënt: 4 4 NH3.
Apotheekassistentenopleiding
Hier links zie je een overzicht van alle dia’s met hun titels Als je naar de volgende (of een andere dia) wil klik je op de titel Klik nu nogmaals hier!!
Transcript van de presentatie:

8.5 Molecuulformules Opdracht 16: Een mengsel, want er zijn verschillende moleculen aanwezig. 6 moleculen en 17 atomen 2 moleculen CBr4 3 moleculen Br2 en 1 molecuul S Opdracht 17: 1 atoom waterstof, 1 atoom stikstof en 3 atomen zuurstof 12 atomen koolstof, 22 atomen waterstof en 11 atomen zuurstof

8.5 Molecuulformules Opdracht 18: In totaal 6 atomen koolstof en 12 atomen zuurstof. Dit zijn niet-metaal atomen 24 atomen aluminium (metaalatoom) en 36 atomen zuurstof (niet-metaalatoom). Opdracht 19: a) C2H6O H2SO4 Opdracht 20 : Fe (s) He (g) N2 (l) Ni (s) U (s)

8.5 Molecuulformules Opdracht 21: Magnesiumoxide Koolstofdioxide Natriumchloride Calciumsulfide Stikstofoxide Opdracht 22: N2O4 (g) P2O5 (s) SO3 (g) CS2 (l)

8.5 Molecuulformules Opdracht 23: Bij koolstofdioxide, CO2, zijn twee zuurstofatomen aan een koolstofatoom gekoppeld. Bij koolstofmonoxide, CO, is er een zuurstofatoom aan een koolstofatoom gekoppeld. Opdracht 24: Ammoniak NH3 Propaan C3H8 Zwaveldioxide SO2