Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel

Gebieden – klimaat – weer – kou - warmte Als je iets niet begrijpt stel vragen Andere volgorde dan in het boek

Kou en warmte De zon schijnt op de aarde De aarde zorgt dat het bij ons warm of koud wordt Waar de zon het felste schijnt  daar wordt het warmste Hoe hoger aan de hemel staat hoe feller de zon Op de evenaar staat de zon heel hoog  heel warm Op de Polen staat de zon heel laag  heel koud http://www.schooltv.nl/video/de-zon-geeft-ons-warmte-de-zon-geeft-ons- warmte/#q=zon http://www.schooltv.nl/video/zon-en-klimaat-de-temperatuur-op-aarde-verschilt- enorm-van-plaats-tot-plaats/#q=weer%20en%20klimaat

Kou en warmte Bron 5 geen zon op de zuidpool

Opdrachten 11 en 12 maken

Weer en klimaat Planten hebben licht, warmte en water nodig Zonnig en warm met af en toe regen is het beste Weer  toestand van de lucht om ons heen Koud/warm of Nat/Droog  temperatuur en neerslag http://www.schooltv.nl/video/weer-en-klimaat-in-nederland-het-weer-verandert- per-dag-het-klimaat-niet/#q=weer%20en%20klimaat Als de lucht beweegt noemen we dat  WIND

Weer en klimaat Weer elke dag anders en op iedere plek anders  denk aan de zon Planten en bomen hebben te maken met het weer Planten staan er een lange periode Het weer over langere periode ( 30 jaar )  noemen we klimaat. http://www.schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er- verschillende-klimaatzones/

Opdracht 9 maken

Nat en droog Water valt op de aarde als neerslag ! Voorbeelden zijn: Regen – Sneeuw – Hagel Een deel van de neerslag verdampt  water verandert in waterdamp

Nat en Droog Verdamping in verschillende gebieden Warme gebieden veel verdamping Koude gebieden weinig verdamping Planten in warme gebieden kunnen lang zonder water In natte gebieden veel meer verschillende planten

Opdracht 14 – 15 - 16

Van evenaar tot pool Op de evenaar warm en veel neerslag Op de polen koud en weinig neerslag Neerslag en temperatuur ( klimaat )bepalen of er veel of weinig plantengroei is.

Verschillende klimaten 1 tropisch regenwoud  warm en veel neerslag veel diversiteit aan planten en bomen 2 Savanne  lange regentijd grasvlaktes en af en toe boom 3 steppe  korte regentijd groeit alleen gras 4 Woestijn  warm en zeer weinig neerslag 5 Zee invloed van de zee op het klimaat 6 Land  extreme temperatuur wisselingen 7 Toendra  groeit weinig koud en weinig neerslag 8 Sneeuw  waar en waarom daar ?

Opdracht 17 en 18 maken

Groeien Wat hebben planten nodig om te groeien ? Warmte Licht Water Grond Voedingstoffen

Opdracht 7 en 8 maken

Weetjes over weer en klimaat De wind neemt altijd kenmerken mee van het gebied waar hij vandaan komt Bliksem komt van onder af niet van bovenaf Noordpool en Zuidpool in zomer/winter 24 licht of donker Warmste temperatuur op aarde 56 graden Koudste temperatuur op aarde – 89 graden

Klimaatdiagram  opdracht 10 maken Rode lijn geeft de temperatuur aan. Rode lijn geeft de temperatuur aan. Blauwe staven geven hoeveelheid neerslag aan in mm

Klaar met de opdrachten Begin aan het maken van de samenvatting blok 1 Blz 18 en 19 in je werkboek schrijven Jagers De ontdekking van vuur Groeien Weer en klimaat Deze kopjes eerst samenvatten de andere kopjes nog niet