De scheidsrechter
De scheidsrechter
Taken van de scheidsrechter Toepassen van de spelregels. Onderbreekt het spel als, naar zijn oordeel, een speler ernstig gekwetst is en ziet er op toe dat de speler van het veld geëvacueerd wordt. De scheidsrechter geeft een teken tot hervatting na een spelonderbreking.
Verplichtingen voor de scheidsrechter (zie ook presentatie item 8: de voorbereiding) Voor de wedstrijd: Wees tijdig aanwezig! Wees vriendelijk en correct met de afgevaardigde(n). Doe het nazicht van het speelveld, de identiteitskaarten. Vul het wedstrijdblad in. Spreek de kapiteins aan en wens hen een sportieve wedstrijd. Tijdens de wedstrijd: Leidt de wedstrijd in goede banen en draag bij tot een positieve spelbeleving voor iedereen! Na de wedstrijd: Vul het wedstrijdblad correct in op de computer.
Beslissingen van de scheidsrechter De beslissingen van de scheidsrechter zijn bindend. Zo lang het spel nog niet is hervat, mag een scheidsrechter op zijn beslissing terugkomen.
De voordeelregel Bij de voordeelregel laat de scheidsrechter het spel doorgaan op het moment dat er een overtreding wordt begaan op een speler van de ploeg die de bal heeft. Zo houdt dit team balbezit en gaat het spel door. Hij kan – binnen enkele seconden – op zijn beslissing terugkomen indien het voordeel zich niet concretiseert. De speler die de overtreding maakt, kan bij de eerstvolgende spelstilstand een gele of rode kaart krijgen.
Bevoegdheid De technische bevoegdheden: DVS - IVS – scheidsrechtersbal De disciplinaire bevoegdheden: verbale opmerking – gele en rode kaart De scheidsrechter heeft de bevoegdheid om een speler uit te sluiten vanaf het ogenblik dat hij het speelveld betreedt bij de inspectie voor de wedstrijd en eindigt na het fluitsignaal bij het einde van de wedstrijd zodra hij het speelveld verlaat.
Het staken van de wedstrijd Weersomstandigheden of duisternis Terrein wordt onbespeelbaar Onregelmatigheden op het veld Eén of beide teams beschikken niet meer over: 7 spelers: in wedstrijden van 11v11 6 spelers: in wedstrijden van 8v8 4 spelers: in wedstrijden van 5v5 Wangedrag van publiek
Verbaal geweld (spreekkoren) en wanordelijkheden buiten het speelveld Fase 1: De scheidsrechter roept de terreinafgevaardigde en de beide kapiteins bij zich en vraagt hen hun (positieve) medewerking om de supporters tot kalmte aan te manen. Fase 2: a) Wanneer het gedrag van het publiek niet in positieve zin verandert, onderbreekt de scheidsrechter de wedstrijd en vraagt hij de spelers tijdelijk naar de kleedkamers te gaan. b) Daarbij roept hij nogmaals de hulp van de afgevaardigde in om de supporters een laatste keer aan te manen het rustiger te doen. c) De scheidsrechter hervat het spel na een relevante onderbreking. (zie wachttijden)
Fase 3: Als de gedrag van het publiek niet verbetert of weerom verslechtert – nadat de rust was teruggekeerd – moet de scheidsrechter de wedstrijd definitief stopzetten. De scheidsrechter zal - wanneer er sprake is van één van deze fases - een gedetailleerd scheidsrechtersverslag omtrent de feiten opstellen.
Signalen
Signalisaties van de scheidsrechter Het voordeelteken Naast het actueel gangbare “twee-armen”-signaal om voordeel aan te geven, wordt nu ook het signaal met één arm toegelaten, omdat het voor scheidsrechters niet altijd gemakkelijk is om met beide armen gestrekt te lopen.
Directe vrije schop. De hand en de arm geven duidelijk de richting aan.
Bij een IVS houdt de scheidsrechter de arm verticaal omhoog tot de bal door een medespeler of tegenstrever geraakt is of het speelveld verlaten heeft.
Strafschop De scheidsrechter wijst duidelijk naar het strafschoppunt.
Doelschop
Hoekschop
Het tonen van de gele of rode kaart.