Regel 3 – De spelers.

Presentatie over: "Regel 3 – De spelers."— Transcript van de presentatie:

1 Regel 3 – De spelers

2 De spelers Twee ploegen elk bestaand uit 11 effectieve spelers
Elke ploeg moet Een doelverdediger hebben Een kapitein hebben Onvolledige ploeg Een onvolledige ploeg mag de ganse wedstrijd met effectieve spelers aangevuld worden. Een ploeg moet minimum uit 7 spelers bestaan Een wedstrijd wordt stopgezet: met minder dan zeven spelers De spelers

3 In alle wedstrijden worden de wisselspelers gekozen uit een aantal spelers van wie de naam vooraf op het wedstrijdblad werd ingeschreven Het aantal varieert naargelang de wedstrijd Procedure Het team brengt de scheidsrechter op de hoogte De wisselspeler dient klaar te staan aan de middenlijn Slechts nadat de te vervangen speler van het speelveld is gegaan, geeft de scheidsrechter de toelating aan de wisselspeler om het speelveld te betreden De wissel/vervanging

4 Soorten wissels/vervangingen
De gewone wissel: waarbij er een bepaald maximaal aantal spelers mag gewisseld worden, te putten uit een maximaal toegelaten aantal ingeschreven wisselspelers op het wedstrijdblad. De vliegende wissel: waarbij al de ingeschreven wisselspelers op het wedstrijdblad mogen opgesteld worden en waarbij een gewisselde speler opnieuw aan het spel mag deelnemen. De verplichte wissel: na het 1ste en 3de quarter dienen de verplichte wissels doorgevoerd te worden (alle wisselspelers moeten opgesteld worden). Ze dienen het quarter volledig uit te spelen. Tijdens de rust mag de opstelling van de ploeg volledig vrij herschikt worden, zonder dat dit aan de ref moet worden meegedeeld. Bij kwetsuur gedurende een quarter mag een speler vervangen worden, maar deze vervangen speler mag nadien niet meer in deze wedstrijd aantreden. Uiteraard is men bij een kwetsuur niet verplicht een wissel door te voeren.