Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kanker gerelateerde vermoeidheid
Advertisements

Hyponatriemie en de hersenen
Hartfalen met bewaarde pompfunctie ?
Verloskundige Studies
Verloskundige Studies. Aanleiding (1) Alhoewel veel behandelingen in de geneeskunde dagelijks worden toegepast, is er vaak geen duidelijk bewijs dat zo'n.
Henk Bilo ZIF, Isala Klinieken, Zwolle UMC, Groningen
Diabetes Project Vlaanderen module diabetespas
Twee gerandomiseerde studies binnen het Verloskundig Consortium
Hypertensie: geen, goede, of betere medicatie?
Diabetes, een Belangrijk Gezondheidsprobleem
Prof;R.Rubens Universiteit Gent
Nierfunctie Revisited
Medische behandeling op de nierfalenpoli
PREOPERATIEVE ONDERZOEKEN
Heparine bij AF in acute fase herseninfarct
Steroiden bij acute dwarslesie
Statine na een herseninfarct (of TIA)
Klinisch verloskundige LUMC
Het verloskundig consortium
Hans de Schipper, Han Bonenkamp
Pregnancy-induced hypertension and pre-eclampsia at term: induction of labour versus expectant monitoring. A comparison of maternal and neonatal outcome,
Drie gerandomiseerde studies binnen het Verloskundig Consortium
Fysiologie in de kliniek de rol van klinisch verloskundige
Hyponatriemie Maartje Salomons.
Het staken van geneesmiddelen: evidence
“Tijdig spreken over levenseinde”
Urogenitale aandoeningen
Richtlijnen voor behandeling van sikkelcelziekte in Groot-Brittannië
Tijd voor nieuwe afspraken in het VSV
Afdeling Trombose en Hemostase; Trombosedienst Leiden
1 T-onderwijs 30 Twee vermoeide mannen met een ernstige chronische aandoening.
Bewegen en gezondheid Bruno Reynders. Gezondheid  WHO 2011 : Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in.
Nierdialyse bij geriatrische patiënten Voordracht voor Maatschappelijk werkenden Catharina Ziekenhuis Eindhoven,
SPC ONDERZOEKS- INFORMATIE VOETNOTEN SPC ONDERZOEKS- INFORMATIE VOETNOTEN SUPERIORITEIT aangetoond in de preventie van CVA/ SYSTEMISCHE EMBOLIE vs. warfarine.
Aanpak CVA in de huisartsenpraktijk
DE SPECIALISTISCHE ZWANGERSCHAP
ZWANGERSCHAP, BEVALLING EN KRAAMBED RINZE BENEDICTUS CHARLOTTE WIENBELT OBESITAS.
Gynaecoloog-perinatoloog
Preoperatieve screening van een obese patient Kim Bijleveld Anesthesioloog.
ZWANGERSCHAPS- DIABETES
preterm prelabour rupture of membranes
Nood rondom de bevalling
Preeclampsie bijeenkomst RESPECT-studie
Rachel Hellemans 24 april 2014 Bijscholing voor huisartsen van Antwerpen.
1 Aanpak van hypertensie in ZT CNI Dr C. Colson ZNA Nierkliniek.
ZORGVRAGER MET VAATAANDOENINGEN. CEREBRAAL VASCULAIR ACCIDENT/ CVA Wat is het? = Hersenbeschadiging tgv een probleem in de bloedvaten die het hersenweefsel.
De lever van vet tot virus
Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog,
Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli’s in Nederland en Zweden Martje van der Wal
NVVP PLACENTA PATHOLOGIE
Ouderen die bewegen en vallen…
Hypertensie behandeling.
Zwangerschap en schildklierproblemen Symposium Preconceptie: zorg nu voor later C.Jacobs, kinderarts M.Peerden, huisarts.
Hypertensie indicatie en behandeling
Huisarts & Wetenschap 07/’16 Hanna
Labotesten bij nierinsufficientie
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties
Antihypertensiva anticonvulsiva
Evidence en traditie rond episiotomie en ruptuur
Antenataal CTG casuistiek
Vraag 1 Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen 10 jaar die de inzichten in de kliniek hebben veranderd?
Voor meer informatie zie hartfalen.nl
stuitligging keren maar hoe ?
Aandoeningen van hart en vaten
Martina Porath Josje Langenveld Marielle van Pampus
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
Labotesten bij nierinsufficientie
VUmc Basispresentatie
Bijwerkingen: CAR-T cel behandeling
Transcript van de presentatie:

Hypertensieve aandoeningen tijdens de zwangerschap Kristien Roelens

ISSHP classificatie HYPERTENSIE = SBD ≥ 140 mmHg of DBD ≥ 90 mmHg ZWANGERSCHAPSHYPERTENSIE (PIH) = Vooraf normotensieve vrouw, > 20 wk CHRONISCHE HYPERTENSIE = Reeds aanwezig < 20wk (uitz. Trofoblastziekte) of persisterend 12 weken na bevalling (essentieel of secundair)

ISSHP classificatie PRE-ECLAMPSIE (klinische definitie) = Het optreden van hypertensie met 1 of meer van volgende symptomen : Proteïnurie 0.3g/24u Renaal falen : oligurie (<30ml/u) of serum creat > 0.9 mg/dl Leverfunctiestoornissen : gestoorde levertesten en/of pijn Neurologische symptomen : convulsies, hyperreflexie, scotomen, persisterende hoofdpijn Hematologische veranderingen : trombocytopenie, DIC, hemolyse IUGR : foetale groei < P5 of <P10 met dopplerstoornissen PRE-ECLAMPSIE (research definitie) = hypertensie ontstaan na 20 w zwangerschap met proteinurie Minder gevoelig Meer specifiek Lancet 2001

ISSHP classificatie ERNSTIGE PRE-ECLAMPSIE SBD ≥ 160 mmHg of DBD ≥ 110mmHg (6u) Proteïnurie > 5g/24u Oligurie < 500ml – serumcreatinine > 1.2 mg/dl Cerebrale stoornissen / tekenen van hersenoedeem Epigastrische pijn : onderschat symptoom !, leverfunctiestoornissen Longoedeem / cyanose Trombocytopenie < 100000/ml Microangiopathische hemolyse : tot bili > 1,2 mg/dl, LDH > 600 IU/l, fragmentocyten IUGR ACOG 2002, RCOG 2006

ISSHP classificatie ECLAMPSIE = optreden van convulsies bij patiënte met pre-eclampsie GESUPERPONEERDE PRE-ECLAMPSIE = optreden van pre-eclampsie bij chronisch hypertensieve patiënte HELLP = biochemische diagnose – kan bij normotensie Hemolysis : LDH > 600 IU/l, fragmentocyten Elevated Liver enzymes : AST > 50 IU/l Low Platelets : < 100000/ml

Incidentie 6-8% hypertensieve aandoeningen 5/1000 ernstige pre-eclampsie 5/10000 eclampsie Case fatality rate 1.8% ‘Substandard care’ in 50% van de gevallen 35% majeure complicatie Confidential Inquiries into Maternal Deaths in UK. RCOG 2004.

Risicofactoren Gerelateerd aan grotere trofoblastmassa Meerling, trofoblastziekte, … Gerelateerd aan cardiovasculaire afwijkingen Diabetes, obesitas, nierlijden, chronische hypertensie Antifosfolipidensyndroom, trombofilieën Genetische factor Eclampsie vorige ZS : x27 Pre-eclampsie vorige ZS : x8 Zus/moeder Etnische groep Andere nullipariteit < 19j

Complicaties Centraal: eclampsie, hersenoedeem, hersenbloeding, corticale blindheid, retinaloslating Nieren: acute tubulaire necrose Longen: laryngeaal- en longoedeem Lever: HELLP syndroom (periportale hemorrhagische necrose), leverinfarct, leverscheur, subcapsulair hematoom Bloedstolling: DIC, HELLP Placenta: infarct, retroplacentaire bloeding, abruptio Sterfte door centrale complicaties, leverprobleem of longoedeem Echt nierfalen is zeldzaam

Moedersterfte wereldwijd Unsafe abortion Severe bleeding Infection Eclampsia Obstructed Labor Other direct causes Indirect Causes* Indirect causes include: anaemia, malaria, heart disease. Source: Understanding the Causes of Maternal Deaths. Distance Learning Pilot Course. UNFPA, 2001.

15% van directe moedersterftes in UK Mortality rates per million maternities of leading causes of Direct deaths as reported to the Enquiry; United Kingdom 2000–02 15% van directe moedersterftes in UK

Underlying and eventual cause of death for maternal deaths in Underlying and eventual cause of death for maternal deaths in Flanders, 1991–2000

Gevolgen foetaal/neonataal IUGR Foetale nood Prematuriteit (iatrogeen) Abruptio placentae Mors in utero, neonatale sterfte

DD

Beleid ‘Careful assessment, stabilisation, continued monitoring and delivery at optimal time for mother and baby’ Klinische symptomen zijn belangrijke componenten van verslechtering van ziekte, vooral hoofdpijn en buikpijn BDmeter Vochtbalans: vochtrestrictie:80ml/u of 1ml/kg/u, moeilijk bij bloedverlies! Urometer eventueel Labo: urinezuur, creat, thrombocyten, ASAT,ALAT Invasieve hemodynamische monitoring Niet routinegewijs Wel bij ernstig hartfalen, ernstige nierziekte, refractaire hypertensie, longoedeem RCOG 2006, ACOG 2002, BJOG 2005

Beleid Antihypertensieve medicatie Magnesiumsulfaat Foetale bewaking en corticosteroiden Overwegingen aangaande partus

Antihypertensiva Doel : bloeddrukdaling ter vermindering maternele complicaties (cerebraal) Geen verbetering perinatale uitkomst Snelle bloeddrukdaling > compromittering foetale circulatie Niet- farmacologisch beleid bij SBD≤150 en/of DBD≤95 Als SBD≥160 en/of DBD≥110:zeker behandelen. Bij andere tekens van pre-eclampsie starten bij lagere BD Behandelen tussen 100 en 110 mmHg? Streven naar DBD 90-100 RCOG 2006, ESH guidelines, Cochrane 2004, Cochrane 2007

Antihypertensiva Oraal IV Cave: ACE-I, diuretica, atenolol Methyl-DOPA Labetolol Nifedipine IV Dihydralazine Urapidil Cave: ACE-I, diuretica, atenolol

Antihypertensiva Urapidil (Ebrantil®) Onmiddellijk effect Bij stop snel uitgewerkt Geen reflex tachycardie Geen verhoging van intracraniële druk Geen rebound fenomeen Perifere α1-adrenoreceptor blokkade en directe relaxatie van gladde spiercellen Wacker et al Eur J Obstet Gynaecol Reprod Biol 2006

Magnesiumsulfaat Beste behandeling van eclampsie Vermindert kans op recidief eclampsie Vermindert kans op eclampsie bij pre-eclamptische patiënten met 58% ->Altijd toedienen bij ernstige pre-eclampsie IV bolus gevolgd door onderhoudsdosis Antidotum (cagluconaat) 1gIV/ 3min Geen combinatie met ca-antagonisten 24 uur (72 u) na bevalling Mg spiegel mg/dl ACOG 2002, RCOG 2006, Magpie trial Lancet 2002

Corticosteroiden bij HELLP? Verbetering van biochemische en hematologische abnormaliteiten Geen evidentie voor reductie morbiditeit Clenney BMJ 2004, ACOG 2002, RCOG 2006

Foetale bewaking CTG-bewaking Biofysisch profiel: vruchtwater, foetale bewegingen, foetale ademhalingsbewegingen, foetale tonus, CTG Biometrie: asymmetrische IUGR Dopplermetingen I : WEERSTANDSVERHOGING II : REDISTRIBUTIE > BRAIN SPARING III : DECOMPENSATIE > HEART SPARING

Foetale bewaking WEERSTANDSVERHOGING

Foetale bewaking REDISTRIBUTIE

Foetale bewaking DECOMPENSATIE

Partus Milde pre-eclampsie, gecontroleerde tensie: naar 37 weken Matige / ernstige pre-eclampsie > 34w Veiligste oplossing = partus Vaginale partus kan nagestreefd worden Matige / ernstige pre-eclampsie < 34w Nastreven foetale longrijping indien mogelijk Inleiding slechts succesvol in 50% Afwachten indien mogelijk owv verbeterde neonatale uitkomst

Partus Algehele anesthesie Locoregionale anesthesie hypertensieve opstoot mogelijk Verdient geen voorkeur Locoregionale anesthesie Cave trombocyten Verbetering uteroplacentaire perfusie Stadium III: geen methylergometrine Postpartale deterioratie van pre-eclampsie continuering MgSO4 minimum 24u (72 u) na partus/laatste insult

Postpartum Routine controle bij HA aangewezen na 6 w Kan tot 12 weken duren vooraleer BD gestabiliseerd is; indien niet chronische hypertensie (13%) BD niet hoger dan 160/110 laten komen Bij borstvoeding: labetolol, bisoprolol, metoprolol, nifedipine RCOG 2006, ACOG 2002, Hyperten Pregn 2007, Funai AJOG 2007

Herhalingsrisico Herhalingsrisico: 11-65% Zwangerschapsduur: 40% bij Pre-eclampsie≤ 30w Ernst Aan-of afwezigheid van onderliggende medische pathologie Screenen naar APLS/ trombofilie (?); diabetes; nierziekte; hypertensie, obesitas Belang van optimaliseren van medische gezondheid vóór conceptie Belang van tijdige detectie van obstetrische complicaties RCOG 2006, ACOG 2002, Hyperten Pregn 2007, Funai AJOG 2007

Preventie ? Visolie? Calcium? Vitamine C? Niet effectief Vitamine E? Barton and Sibai OBGYN 2008

Preventie ? Acetylsalicylzuur: irreversiebele COX2-inhibitor Overwicht prostacycline over tromboxane Hoogrisicogroepen insulinedependente diabetes mellitus EN hypertensie preëxistente chronische hypertensie EN nierlijden pre-eclampsie in vorige zwangerschap voor 32 weken Trombofilie(?), antifosfolipidensyndroom Barton and Sibai OBGYN 2008

Voorspellen in zwangerschap? Geen enkle biomarker klinisch nuttig in voorspellen. Combinatie van biomarkers en biophysiche parameters veelbelovend. Op dit moment geen routine screening aanbevolen Barton and SibaibOBGYN 2008

Lange termijn Cardiovasculaire sekwellen van PET: Meer CVA Meer perifere arteriële ziekte Meer hartziekte Meer cardiovasculaire mortaliteit Mc Donakl Am J Heart 2008, Edlow AJOG 2009