Les 8: reken met procenten in dagelijkse situaties

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Planning Budgetten Break-even analyse
Advertisements

Tussendoortjes en frisdrank
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 5
mol molariteit percentage promillage ppm
percentage promillage ppm
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk
Massa, volume en inhoud..
En… Wat zit er in? Het etiket onder de loep!
Gemaakt voor alle leerlingen voor de basisklassen van het 3 e leerjaar.
Exponentiele groei en procenten En weer een opdracht uit het huiswerk.
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Kennisbasis Rekenen Domein 2: Verhoudingen, Procenten, Breuken en Kommagetallen Workshop 1 Rotterdam, september.
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
Drill Getaldictee 2 234, ,07 549, , ,
Instructie hfst 1 klas 3tl. Koopkracht Koopkracht= hoeveel kun je kopen met je geld Inflatie= algemene prijsstijging Koopkrachtstijging= loonstijging.
Procentuele verandering berekenen. Hoe doe ik dat?! T2 JUNI 2016.
Kiezen waar je je geld aan uitgeeft.
Les 3 omtrek oppervlakte inhoud
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
GOEDE VOEDING EN SPORT De nieuwe sportvoedingspiramide sinds najaar 2016 Basisvoeding Energie uit je voeding Energie dat je lichaam verbruikt Hoeveel energie.
Omzet-kosten-winst HAVO 3
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
LES 7 METEN EN MEETKUNDE IN RECEPTEN
Voeren en Verzorgen Les 4 Blok 1.
Basis en paraveterinair
Deze les hfdst 1 verbanden gegevens verwerken
Les 8 meten en meetkunde in huis
Verhoudingen Les 1 een deel van een gehele hoeveelheid In breuken
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Les 8 Meten en meetkunde in huis
LES 7 METEN EN MEETKUNDE IN RECEPTEN
verwarring begrippen omzet of winst
Lesbrief procenten.
Deze les Nabespreken toets Vervolg Verbanden
Deze les Nabespreken toets
Basis en paraveterinair
Formule bij keuze 1 Bedrag = startbedrag + j x 1000 euro (j=jaar) Bedrag = jaar x 1000.
Afronden Hoe moet je statistisch afronden? nr gehalte (mg /100g) 1
Kort herhalen les 3 voorbeeld toets som camping
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Rekenen Verhoudingen 2f
IBS 2 de verpakking Lesweek 2..
IBS de verpakking Week 1 | Les 1..
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Les 2: Rekenen met procenten in dagelijkse situaties
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Rekenen periode 2: Verhoudingen
Welkom 8 mei 2018.
Rekenen Les 5: vermenigvuldigen en delen Les 6: Afronden met breuken en kommagetallen.
Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 26 Rekenen met procenten.
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verhoudingen Les 1: Breuken en procenten 1
Rekenen MZ4.
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Rekenen Les 5: rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen
Kiezen waar je je geld aan uitgeeft.
Les 6: Rekenen met procenten, grafieken en tabellen
Koolhydraten.
Rekenen periode 4: Verbanden
Rekenen Verhoudingen 2f
Voeren en Verzorgen Voer en Water behoefte.
Rekenen Les 2: Oriëntatie.
Oefenen voerberekening
Voedingshoeveelheid berekenen
herhalen les 3 voorbeeld toets som camping
Wat staat er op een etiket?
Maak een Powerpoint of Reader van een Product
Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten. Hoofdstuk 11 Rekenen met procenten.
Transcript van de presentatie:

Les 8: reken met procenten in dagelijkse situaties Even oefenen: Voorbeeldsom examensom

Goed letten op de “NIEUWE” 100% Eerst de koolhydraten bereken = 66,6 % van 15 gram 15 : 100 x 66,6 = 9,99 gram Suikers zijn 60% van de koolhydraten (= de “NIEUWE” 100%) Dus: 9,99 : 100 x 60 = 5,994 = 6 gram suiker

Een deel van het geheel uitrekenen Een portie eten heeft 65 kcal van de 2500 kcal die een man mag hebben op een dag. hoeveel procent is dat dan van de ADH? Deel: geheel x 100 = percentage Dit ligt altijd ONDER de 100% 65:2500 x 100 = 2,6% 65:2500x100 = 2,6% van de ADH

Het geheel (=het totaal) van een deel uitrekenen Geheel: deel x 100 = het percentage v/h geheel Dit ligt altijd BOVEN de 100% Vraag: In 2014 waren er 17.000 mensen in het dorp In 2015 zijn er 18.500 mensen in het dorp Met hoeveel procent is de bevolking toegenomen? Geheel : deel x 100 18.500 : 17.000 x 100 = 1,0882 = 108,82 % = 109% De bevolking is met 9% toegenomen

geheel : deel x 100% = nw percentage Met welk percentage is de verkoop toegenomen in 2015.? Is het percentage toegenomen dan zet je het hogere bedrag (het geheel) vooraan (dan is het percentage boven de 100%) Deel : geheel x 100 % = nw percentage Of: hoeveel procent minder werd er verkocht in 2014? Is het percentage afgenomen dan zet je het lagere bedrag vooraan (het deel). (dan is het percentage onder de 100%)

Als iets goedkoper is is het dus minder dan het geheel en dus minder dan 100% Dus krijg je deel: geheel x 100 = percentage. Het goedkoopste bedrag komt vooraan in de som. Het percentage ligt onder de 100%

Als iets duurder is of meer wordt dan het geheel dan is het Geheel: deel x percentage De losse punten zijn duurder, ze kosten 8 x 2,45 = 19,60 Hoeveel % is dit van 17,60? 19,60 : 17,60 x 100 = 111 % Het duurste bedrag komt vooraan in de som Het percentage ligt boven de 100%

Mg = milligram = duizendste gram Ug = microgram = miljoenste gram Of 0,001 milligram

Suikers is 35: 75 x 100 = 46,66 = 46,7 want afronden op 1 decimaal 100 gr mueslireep bevat 11 gram vet verzadigd vet is 6,5:11x100 = 59,09% = 59,1 % VERZADIGD VET 1 MUESLIREEP IS 29 GRAM (GEEN 100 GRAM) HOE VAAK GAAT 29 IN DE 100 (100:29 = 3,4 x) Dus alles delen door 3,4 11 gram vet ; 3,4 = 3,2 gram vet 35: 3,5 = 10,3 gram suikers (RB zegt 10,2 maar dat is verkeerd afgerond) 420 kcal in 100 gram; 3, 4 = 123,529….kcal voor 1 reep x 5 = 617,64 kcal = afgerond 16,7 kcal