Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Enzymen (in het spijsverteringskanaal)
Advertisements

Spijsvertering 22 maart 2011.
Materie, energie en leven
Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Enzymen voor de vertering
Het spijsverteringsstelsel
Voortgezette assimilatie
Animatie 1 Enzymen Bioplek Animatie 2 Enzymen Bioplek
Op reis van MOND tot KONT
Spijsvertering.
Materie, energie en leven
Overzicht van de stofwisseling
Voortgezette assimilatie =
Spijsvertering door enzymen
Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
Voortgezette assimilatie =
Inleveren verslag opdracht 9
Inhoud les Herhaling Uitleg Film Opdrachten Huiswerk.
T4 – Voeding en Vertering
Hoe vervoert je verteringsstelsel voedsel
Biomoculen, Spijsvertering en Moleculaire genetica.
Hoofdstuk 6.8 Spijsverteringsenzymen
Hoofdstuk 6.8 Spijsverteringsenzymen
Koolhydraten
J Bügel Noorderpoortcollege
Hoofdstuk 4: Voeding HAVO 4.
Het verteringsstelsel
Dikke darm en de lever.
Voortgezette assimilatie 1
Ons lichaam heeft energie en bouwstoffen nodig om te kunnen werken en in stand te blijven Bouwstoffen en energie halen we uit drinken en eten 1.Water.
Maagdarmkanaal V31, VOEDING. Voedsel en maagdarmkanaal A. Plantaardig materiaal B. Vlees C. Insecten D. Zowel plantaardig als dierlijk materiaal 1. Carnivoor.
VERTERING. CELLEN WEEFSEL orgaan organenstelsel.
Koolhydraten en eiwitten
Het verteringsstelsel
Voeren en verzorgen Klas D21 MBO Doetinchem
Quiz: de voedingsstoffen
Dikke darm en de lever.
Het menselijk spijsverteringsstelsel.
Klas DD31 en DD41 MBO Doetinchem
Spijsvertering.
Voortgezette assimilatie 1
Maagdarmkanaal V31, Voeding.
Gezonde voeding.
Koolhydraten, Eiwitten, Vetten
Alvleesklier, galblaas, twaalfvingerige darm
Door: Silke, Anniek en Kayleigh
Voedingsstoffen.
Spijsvertering.
Biomoculen, Spijsvertering en Moleculaire genetica.
Voeding en Vertering 2 VMBO – KGT Thema 2.
Diëten H 5.1 Ruststofwisseling Waar hangt dit van af? lichaamsgewicht
Digestie anatomie en fysiologie
Biologie voor jou; Thema 2.
Voeding Kenmerken van voeding.
T2. Voeding en Vertering B1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen B2. Het aantonen van voedingsstoffen B3. Gezonde voeding B4. Het verteringsstelsel van.
Hoofdstuk 6.8 Spijsverteringsenzymen
2 Vertering & Voedselopname. 2 Vertering & Voedselopname.
Koolhydraten.
Voeding en vertering.
Vertering en opname van voedingsstoffen in het bloed
Gezonde voeding.
Maagdarmkanaal V31, Voeding.
dierlijke cel en een plantaardige cel
Spijsvertering Bijgewerkt
Thema 2 Voeding en vertering
De organen voor vertering
Voortgezette assimilatie 1
Transcript van de presentatie:

Antwoorden college 3 Noem de 5 structuren/ruimten waar de keelholte mee in verbinding staat. Neusholte, mond, luchtpijp, slokdarm, buis van Eustachius. Blz. 233: Vraag 4 De luchtpijp en de neusholte. Vraag 6a natriumbicarbonaat maakt de chymus (voedselbrij) enorm veel minder zuur. Vraag 6b Anders zou je 12-vingerige darm wegbranden. Vraag 7a koolhydraten(suikers), vetten en eiwitten. Vraag 7b emulgeren(verspreiden) van vet.

Spijsvertering deel 2

Maagsap Geproduceerd in de maagsapklieren. Maagsap bestaat uit: Intrinsieke factor (beschermt vitamine B12) Pepsine (enzym dat eiwitten verteert) Zoutzuur (HCI) Water Slijm

Functie maagsap Opnemen vitamine B12. Doden micro-organismen. Pepsine zorgt voor vertering van eiwitten. Gedeeltelijke vertering van koolhydraten. Ontstaan van een dunne voedselbrij: ook wel chymus genoemd. Met de vetten in de voedselbrij gebeurt nog niets in de maag.

Voedingsstoffen Enorme variatie in voedingsmiddelen.. Ze bevatten maar 6 verschillende voedingsstoffen, namelijk: Suikers (koolhydraten) Vetten (lipiden) Eiwitten (proteïnen) Mineralen (zouten) Vitaminen Water Het lichaam gebruikt voedingsstoffen als: Brandstof, bouwstof of reservestof.

Suikers (koolhydraten) Belangrijkste brandstof voor het lichaam. Daarnaast ook een bouwstof voor de aanmaak van moleculen. 3 groepen suikers: Enkelvoudige suikers Tweevoudige suikers Meervoudige suikers

Suikers (koolhydraten) Enkelvoudige suikers Glucose , fructose , galactose Tweevoudige suikers Saccharose tafelsuiker Lactose Maltose Meervoudige suikers Zetmeel, glycogeen Cellulose

Vertering suikers (koolhydraten) Alle suikers in het voedsel worden afgebroken tot enkelvoudige suikers. Alleen enkelvoudige suikers kunnen via de darmwand naar het bloed. Lichaamscellen gebruiken ALLEEN glucose als brandstof. Lever kan de enkelvoudige suikers fructose en galactose omzetten in glucose. Glucose , fructose , galactose

Tweevoudige suikers Te groot om via de darmwand in het bloed opgenomen te worden. Worden gesplitst tot enkelvoudige suikers. Tweevoudige suikers: Saccharose tafelsuiker Lactose Maltose

Meervoudige suikers Bestaan alleen uit glucosemoleculen. Zetmeel, glycogeen Cellulose Zetmeel en cellulose zijn plantaardige suikers (rijst, granen en aardappelen). Glycogeen is een dierlijk suiker.. Glycogeen glucose Cellulose kan niet worden afgebroken door het lichaam. En heeft een stimulerende functie van de darmbewegingen. (cellulose vormt de vezels in de voeding).

Vetten (Lipiden) 1 enzym nodig voor afbraak van alle vetten!! Triglyceriden (verzadigde/onverzadigde vetten) Fosfolipiden (bouwstof voor celmembraan) Steroïden (hormonen bijv. cholesterol) Vetten hebben uiteenlopende functies: Bouwstof voor alle cellen. Belangrijke brandstof (energieleveraar, vetverbranding) Overschot wordt opgeslagen (reservestof) Isolatie (warmte) Vervoer van vitaminen. 1 enzym nodig voor afbraak van alle vetten!! Enzym LIPASE.

Eiwitten (proteïnen) Je kunt geen reserve-eiwitten in je lichaam opslaan. Dus is het belangrijk dat je dagelijks voldoende eiwitten binnenkrijgt. Eiwitten dienen als bouwstof en in noodgevallen als brandstof: Bescherming: anti-stoffen en stollingsfactoren in het bloed. Spierwerking: actine en myosine. Genezingsproces van wonden!

Eiwitten (proteïnen) Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren: 12 aminozuren maakt je lichaam zelf. 8 aminozuren via voedsel. Enzymen genaamd proteasen breken eiwitten af terug tot aminozuren. Aminozuren kunnen via de darmwand in het bloed worden opgenomen.

Vragen college 4 Blz. 200 Losse vragen: Vraag 2 en 3 Naar welk orgaan gaan de opgenomen voedingstoffen(behalve grote vetzuren)? Waar begint de eiwitvertering? Waar begint de vetvertering? Waarom kan de mens geen cellulose verteren?