Zorgvragers in de gehandicaptenzorg Boek: gehandicaptenzorg H 1; 1.1 Inleiding 1.2 Stoornis, beperking en handicap

Wat gaan we vandaag doen? Even voorstellen Wat gaan we deze periode doen? Padlet maken over zorgvragers in de gehandicaptenzorg Bespreken PP Aflevering bekijken van het programma “Jong” aflevering” ik heb een verstandelijke beperking”.

Wat weten jullie na deze les? Je kan uitleggen wat de begrippen Stoornis, Beperking en Handicap inhouden. Je kan vertellen op welke gebieden er problemen zich voordoen t.a.v een stoornis, beperking of handicap Je kan voorbeelden van stoornissen benoemen en uitleggen welke beperkingen en handicaps dit eventueel kunnen veroorzaken.

H 1.1 Over wie hebben we het als we het hebben over zorgvragers in de gehandicaptenzorg? Vul kernwoorden in van gehandicaptenzorg op de padlet

H1.2 Stoornis, beperking en handicap De WHO heeft begin 2002 de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) uit gebracht. De ICF beschrijft het menselijk functioneren en de problemen die daarbij op kunnen treden, verdeeld in twee delen: 1)Het menselijk functioneren en de problemen daarmee 2)externe en persoonlijke factoren. Wat is het verschil tussen een stoornis, beperking of handicap? Ga samen met je buurman opschrijven wat deze begrippen inhouden en wat dan het verschil is. WHO= World Health Organisation De WHO richt zich op het verbeteren van de gezondheid van de wereldbevolking en houdt zich bezig met classificaties

1.2.1: Stoornis Stoornis=een defect of het ontbreken van een orgaan of orgaanfunctie, rekening houden met de leeftijd van de betrokkene. Stoornis is objectief; kan vastgesteld worden door arts of psycholoog Stoornis kan optreden op gebied van: -cognitie -zintuigen -taal -organen -ledematen

1.2.2 Beperking Beperking= Moeilijkheden die iemand ondervindt bij gedrag of het uitvoeren van activiteiten. Schrijf eens 3 voorbeelden op van een beperking i.s.m. je buurman? Beperkingen kunnen gecompenseerd worden door hulpmiddelen: bril, rolstoel, beugels Beperking kan zich voordoen op gebied van: Communicatie, verzorging, lichaamsbeweging, vaardigheden, gedrag Voorbeelden beperkingen: -Iemand die moeilijk verstaanbaar is. -Iemand die geen 400 meter kan lopen zonder pauze in te lassen. -Fladderen met de armen

1.2.3 Handicap Handicap=een nadelige positie die iemand met een beperking heeft in maatschappij participatieprobleem; kan zich voordoen op gebied van: -Scholing -Arbeid -Sociaal leven -Vrijetijdsbesteding. Participatieproblemen hebben betrekking op problemen in het deelnemen aan het maatschappelijk leven, zoals deelname aan werk, het gezinsleven of het sociale leven.

Duss… Aandoening  Stoornis Beperking Handicap Syndroom van Down Verminderde intelligentie Beperking in denken Handicap bij zelfstandig wonen CVA Afasie Beperking in communicatie Handicap in contact met anderen

Aflevering van “ Jong” “Ik heb een verstandelijke beperking” http://www.npo.nl/jong/04-04-2010/EO_101157317 Groep verdelen in twee groepen: Groep Celeste Groep Wouter Na deze aflevering kan je antwoord geven op de volgende vragen: -Heeft deze persoon een: Stoornis; zo ja op welke gebieden? Beperking; zo ja op welke gebieden? Handicap; zo ja op welke gebieden?

Volgende les Je hebt bij je: boek gehandicaptenzorg. We bespreken H 1.3 en 1.4. Deze lees je door voor de volgende les