progestagenen
Progestagenen werken in op Progesteronreceptor Androgeenreceptor Oestrogeenreceptor Glucocorticoid receptor Mineralocorticoid receptor Dit kan een agonistisch of een antagonistisch effect zijn. Effect op receptor hangt af van het specifieke progestageen en alle andere (lichaamseigen of lichaamsvreemde) moleculen die inwerken op deze receptoren
Progesteron werkt Antigonadotroop : preventie ovulatie Antioestrogeen (uterus) Antiandrogeen : competitieve inhibitie met 5alfa-reductase Antimineralocorticoid: competitieve binding met mineralocorticoid receptor
evolutie Oude progestagenen Nieuwe progestagenen Vooral gericht op antigonadotroop effect (ovulatie inhibitie) Werken licht in op oa androgeen receptor of glucocorticoid receptor: verandering lipidenprofiel Nieuwe progestagenen Doel ‘ideale progestageen’ ontwerpen Sterk antigonadotroop, sterk anti-oestrogeen, geen androgene of glucocorticoide invloed. Neveneffecten verminderen (acné, opzwellen, ongunstig lipidenprofiel)
generaties Oudere progestagenen Nieuwere (4e gen) Classificatie vlgs steroid waarvan ze afgeleid zijn 3e gen doel minder androgeen zijn, maar binden toch nog aan androgeen receptor Nieuwere (4e gen) Speficiek binden aan progesteron receptor, niet aan andere steroidreceptoren of antagonisme
http://humupd.oxfordjournals.org/content/12/2/169/T2.expansion.html
VTE Er is geen merker voor VTE risico in relatie tot de progestagenen (wel theorieën vb stijging SHBG door E: wel of niet tegengaan van dit effect door P) De aanwezigheid van E is vereist om verhoogd VTE risico te hebben Theoretisch voordeel ‘natuurlijk’ estradiol nog niet aangetoond in reële situaties
Voor de praktijk Theoretisch voordeel In vitro voordeel In vivo voordeel met intermediaire eindpunten Harde eindpunten in real life situaties
bron http://humupd.oxfordjournals.org/content/12/2/169.long