Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien 7 maart 2012, Chris de Visser.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De aantrekkingskracht van uitzendwerk voor werkgevers De rol van ontslagbescherming Amsterdam, 9 juni.
Advertisements

Stofwisseling in planten
Zons- en maansverduistering Warmte en licht
Aardrijkskunde Thema 1 water.
Les 5 - Klimaatsysteem van Köppen
fotosynthese Invloed van licht op planten
FOTODIGITAAL
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
B1 Stoffen worden omgezet
Paragraaf 2: Natuurlijke en landschappelijke kenmerken.
3.2 sporenplanten 1 Varen Mos Heermoes (Paardenstaart)
LEVENSKENMERKEN.
De opwarming sinds 1880 bedraagt 0,05 graden per decade,
Elke plant zijn eigen plek
CO 2 bij paprika: wanneer kan ik het beste doseren? Anja Dieleman, Wageningen UR Glastuinbouw.
Waarom zijn groene planten en bomen zo belangrijk voor ons en de natuur?
Voedselrelaties.
Je eigen groenten en kruiden kweken Wanneer moet je ze zaaien? Hoe verzorg je ze? Wanneer kun je ze oogsten? Wat kun je er van maken?
Week 2 : Ontwikkelingspsychologie, Liesbeth van Beemen:
THEMA 2 PLANTEN Basisstof 3 STENGEL.
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 2-5
Thema 2 PLANTEN Basisstof 4 BLADEREN.
Hoe overleven bomen de winter?
1 Thema 3 Mens en milieu B1 en B2.
Regenwormen.
Thema 1: Wat is biologie? Basisstof 5: GROEI.
Aardrijkskunde Aardrijkskunde powerpoint van Tess en Ashley Thema 1.
C. Meijer B.V. Lady Anna. Use what you produce! Lady Anna de nieuwe generatie Retail, foodservice, fastfood en tafelmarkt/ thuisfriet (België). Zeer.
Maïsteelt Wat voor soort plant is maïs? Warmte ? Koude ?
Mijn schooltuin. In de winter ligt de schooltuin in rust.
AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 1 WATER
Organische meststoffen test. Terugblik Wat hebben we de afgelopen 3 weken gedaan?
Maïs door de ogen van de koe
Zaaien, oogsten en eten AgriFoodTop Symposium 7 juni 2017, Wageningen.
AANLEG GAZON.
Aardappelteelt.
Paragraaf 3. Temperatuurverschillen op aarde Een deken over de aarde
Inzaaien grasvegetatie
Aardappelteelt.
Aardappelteelt.
Elementen.
Landschapszones en klimaat
T – som en grasgroei.
Vandaag Terugblik Fotosynthese Lesbrief 5
Herkansingen Fotosynthese Theorie Toepassen
Vandaag Terugblik Fotosynthese
BLOKBOEK NATUUR 7 LES 5 - PLANTEN.
Thema 2 blok 1 Op zoek naar voedsel.
Cryptocoryne in emerse cultuur Jan D. Bastmeijer Emmen
Regenwormen.
Groeifactoren.
Groeifactoren.
Bodem, water en bouwplan
Groeifactoren.
Onderzoek water!! Les 2 WaterLab www. onderzoekwater.nl Regenmeter
Plantenfysiologie Temperatuur en vocht.
Plantenfysiologie Fotosynthese 2
2. Het gewas Voedergewassen.
Water en watergeefsystemen
Bladeren Paragraaf 4.
Keuze groenbemesters Presentatie WURKS groenbemesters, juli 2019.
Presentaties WURKS groenbemesters
Bemesting van bodem en substraat
Transcript van de presentatie:

Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien 7 maart 2012, Chris de Visser

Inhoud Groei en ontwikkeling Stikstof en fosfaat Sortering Groei en ontwikkeling zijn verschillende dingen. Dat is bij planten zo en ook bij mensen. Er zijn mensen waar de groei stopt en de ontwikkeling doorgaat en mensen waarbij de ontwikkeling stopt maar de groei doorgaat. Planten moeten een bepaalde ontwikkeling doormaken omdat het van belang is voor de overlevingsstrategie van de soort. Groei is daarbij nodig om de kansen voor de soort te vergroten. Met alleen groei zal een plantensoort echter niet kunnen overleven. Eigenlijk is dat bij mensen ook zo.

Groeipatroon van uien t ds/ha dagnummer Bladmassa piekt ongeveer half juli (afhankelijk van het ras). Trage begingroei. Na strijken nog 20% toename bolmassa. dagnummer

Groei van uien Zonlicht is van belang voor fotosynthese. Temperatuur is vooral van belang tijdens de begingroei. De jeugdfase wordt door hoge temperatuur het best bevorderd. Verschijning van nieuwe bladeren is ook temperatuur bepaald. Voeding is uiteraard van belang, maar juist in de fase dat uien dat nodig hebben. Watertekort en –overlast (lage zuurstofspanning) zijn van belang voor groei Uiteraard geen plagen en ziekten en ander leed.

Ontwikkeling van uien Daglengte: hoe langer de dag hoe sterker de impuls tot bolvorming. Beneden een bepaalde daglengte vindt géén bolvorming plaats. De bol kan wel groeien, maar is niet in rust en zal niet afrijpen. Temperatuur heeft een stimulerende invloed op bolvorming maar de invloed is beperkt tot de jeugdfase van de groei. Rood-verrood verhouding: bladeren absorberen rood licht (geen groen licht) en geen verrood licth. De verhouding rood/verrood verandert. Dit signaal stimuleert bolvorming. Een uienplant alleen zal niet in bolvorming gaan. Wel grote bol, maar geen afrijping. De plant blijft blad vormen. Dus onderlinge beschaduwing is van belang. Kan overigens ook andere beschaduwing van planten zijn (bijv onkruid!!).

Daglengte 51 NB: Rotterdam 40 NB: Madrid-Valencia Maximale daglengte in midden Spanje is ongeveer onze daglengte in april. Nederlands uienras naar Helsinki: snelle impuls tot bolvorming, minder blad en dus lage opbrengst. Nederlands ras naar Spanje: langzame impuls tot bolvorming, veel blad, hoge drogestofproductie maar veel dikhalzen. Vroege zaai extreem belangrijk. Voorjaarstemperatuur is belangrijk ivm bladmassa! Spaans ras naar Nederland: snelle bolvorming, weinig kilo’s, snelle afrijping. Compenseren met lage plantdichtheid.

Bolvorming

Bolvorming Als plant in bolvorming gaan komt er geen nieuw blad meer bij. Ook de wortelvorming stopt. Wortels komen overigens uit bladknoppen. Echte wortels sterven snel af. Kiemrust is het grootst op dit moment.

Groei van uien Vlotte begingroei Veel bladmassa op moment van bolvorming Goede conditie van het loof bij strijken Lange levensduur blad ná strijken Genoeg vocht tijdens de groeiperiode Goede structuur van de grond Strijken loof ongeveer een maand na bolvorming.

Ontwikkeling uien Later zaaien: Latere bolvorming en strijken Grote kans op dikhalzen Lagere opbrengst Meer planten: Snellere bolvorming Minder blad per plant Lager gemiddeld bolgewicht Hoge plantdichtheid: zie eerstejaars plantuien

Ontwikkeling uien Rassen: Alle rassen: snellere bolvorming bij langer licht Vroege rassen: minder daglengte nodig om tot bolvorming te komen Vroeg ras: Geschikter voor lagere breedtegraden Bij late zaai: Vroege rassen grotere kans op geslaagd gewas. Korte dag uien bestaan niet. Alle uien zijn lange dagplanten. Ook uien dicht bij de tropen in zuidelijke (of noordelijke!) streken.

Relatie N-gift - opbrengst Ngift+Nmin Opbrengst (%) Ngift+Nmin+miner. Ngift alleen weinig correlatie: op begingroei geen enkel effect. Mineralisatie belangrijk voor stikstofvoorziening van de uien. Maar wel op het juiste tijdstip. N (kg/ha)

N opname Kg/ha Kg/ha,dag Dag na opkomst Rond 1 juni half juli 82% N in 50 dagen Als wortelmassa afneemt moet de meeste stikstof opgenomen zijn. Stikstof is van belang voor bladapparaat dat in korte tijd aangelegd wordt. Weinig N nodig in eerste maand na opkomst. Dag na opkomst

N en P opname Kg/ha Kg/ha,dag Dag na opkomst Rond 1 juni half juli 73% P2O5 in 50 dagen Dag na opkomst

Sortering uien Factie (-) Gemiddeld gewicht (g) >30 mm >40 mm Sterke relatie tussen gemiddeld gewicht en sortering van uien. Grote uien: uiteraard lage plantdichtheid maar wel op tijd zaaien voor goede afrijping. Gemiddeld gewicht (g)

Vragen