“Luchtdruk neemt af bij toenemende hoogte”

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Over stapgrootte en volgorde programmaregels
Advertisements

Eigenschappen van parabolen
WINDEN :PASSAAT EN MOESSON
Snelheid op een bepaald tijdstip
Gehoorbeschadiging: !!! Het sluipende gevaar !!!.
Gebruik DutchMil Information Frequentie Presentatie: Rob van Harten.
Overlandvlucht Buitenland
Airspace infringements
Bérénice Storms 13 december 2012 Beter samen leven : 10 jaar recht op maatschappelijke integratie- 10 jaar POD MI, werkgroep 9, De hoogte van het leefloon.
Combinaties van formules
10.1 Luchtdruk. De werking van drie soorten thermometers
Luchtsoorten en fronten Druksystemen Klimatologie Vluchtgevaren
Indicateur diagram Het indicateurdiagram of PV diagram.
Luchtdruk Luchtdruk ontstaat omdat er een dampkring rond de aarde aanwezig is Deze “Damp” wordt door de aarde aangetrokken. De “Damp” (lucht) bestaat uit.
Vliegen op LFAV LFAV - Praktisch In piste gaan naar Piste 29 LFAV Aanhangers.
Ik Ikpresenteer foto’s foto’s …uit de goeie oude tijd… …uit de goeie oude tijd…
Sportblessures en EHBSO
uitleg (nieuwe) regels 2 december 2010
internationaal luchtruim FL95 FL75 FL 65 FL ft = 1370 m boven zeespiegel Weelde Baarle Nassau.
Ambivalent gedrag.
1212 /n Metingen aan de hoogte van een toren  D  wordt gemeten met onzekerheid S  =0.1 o. Vraag 1: Op welke afstand D moet je gaan staan om H zo nauwkeurig.
Trainingsvluchten met deTMG
Warmte.
Deze wetten gelden voor ideale gassen die in een afgesloten
5.3 verschillen in klimaten
Informatie-avond Luchtruim
Luchtruim thema-avond
Interpretatie meteo-gegevens
Luchtruimwijzigingen in de Amsterdam FIR per 05 juni 2008 Aanvang gefaseerde invoering transponderplicht voor ongemotoriseerde luchtvaartuigen In de presentatie.
HISPARCWOUDSCHOTEN 2006NAHSA Tellen van Random gebeurtenissen Hoe nauwkeurig is een meting?
Airspace infringements LVNL-perspectief
Theorie Verticale opbouw en stabiliteit
Winstbegrip te definiëren als: bedrag dat aan het einde van een periode ontrokken kan worden aan de onderneming, zodanig dat die onderneming daarna weer.
Refresher 2013  Wijziging luchtruim rond LFAV  Veiligheidsthema LVZC : de « lokale kegel »  Gebruik van FLARM  Gebruik van SeeYou Mobile, XCSoar, …
DAG De tijd die de aarde erover doet om één volledige beweging om zijn as te maken. Dit is 23 uur en 56 minuten óf De tijd die ligt tussen twee opeenvolgende.
reken met druk. Begrijp je wat druk is
Presentatie Thijs Libregts 30 maart 2015
3 havo Klimaatverandering § 3
1 T/H Hoofdstuk 2 Klimaten § 7 - 8
Hoofdstuk 7 Nederlands weer en klimaatverschillen.
Studie begeleiding “COMMUNICATIE” 23 januari 2016
De drie toestanden van water Water is enorm belangrijk voor al het leven op Aarde. Al het leven op Aarde bestaat grotendeels uit water en is afhankelijk.
Het Klimaat: Temperatuur, Luchtdruk en Wind, Neerslag
Het SI - Stelsel.
Gemaakt door: Daisy Nillesen & Whitney van de Vin.
LES 2 Huiswerk was: Werkbladen tot en met pagina 4 M&O hoofdstuk 9, opgave 1-2.
Hoe ontstaat een wolk? Samenstelling van de atmosfeer.
1 Meteo effecten op de waterstand Jan Kroos Rijkswaterstaat.
1 ons luchtruim, radio, transponders de situatie per Fransois van Haaff / CLR, WG HLC en WIT.
Presentatie intervisie Manon de Dobbelaere P4A
Wiskunde G3 Samenvatting H2: Parabolen
Tevredenheidsonderzoek 2017
Vliegen met een drone in België
Op sneeuwklas in Zwitserland
Op sneeuwklas in Zwitserland
Programma Huiswerkcontrole  Bespreken par 1 vraag 1 + 2
VoxATC Now you're talking!
NATUUR – LES 8 Luchtdruk en het weer.
Paard.
Hoofdstuk 1 VWO5 klimaten & landschapszones
HOOFDSTUK 4 HET WEER Nask leerjaar 1.
Klein II vaarbewijs 7e bijeenkomst.
Werken met ladders en trappen
Leren leren.
Olympiades in het PTA.
Werken met ladders en trappen
Toolbox Werken met ladders en trappen
Tellen met kaarten.
Extra uitleg H4 Domein Markten
“ In de luchtvaart blijf je leren,
Transcript van de presentatie:

“Luchtdruk neemt af bij toenemende hoogte” Uitleg hoogtemeting Onthouden: “Luchtdruk neemt af bij toenemende hoogte”

QNH (Altitude) QFE (Height) QNE (Flightlevel) = de luchtdruk op gemiddeld zeeniveau QFE (Height) = de luchtdruk op vliegveldniveau QNE (Flightlevel) = de standaard atmosfeer = 1013.2 HPa

1025.7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 QNH Altitude De hoogtemeter in toestel A is ingesteld op zeeniveau = QNH. De gemeten hoogte wordt ALTITUDE genoemd. A B C

A B C QNH Altitude QFE Height 1025.7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1000.7 De hoogtemeter in toestel C is ingesteld op vliegveldniveau = QFE. De gemeten hoogte wordt HEIGHT genoemd. A B C QNH Altitude QFE Height

A B C QNH Altitude QFE Height Elevation 1025.7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1000.7 A B C Het vliegveldniveau (Elevation) is het verschil tussen Altitude en Height. QNH Altitude QFE Height Elevation

A B C QNH Altitude QFE Height Elevation QNE Flightlevel 1025.7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1013.2 1000.7 De hoogtemeter in toestel B is ingesteld op 1013.2 HPa = QNE. De gemeten hoogte wordt FLIGHTLEVEL genoemd. A B C QNH Altitude QFE Height Elevation QNE Flightlevel

QNH Altitude QFE Height Elevation QNE Flightlevel 1025.7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1013.2 1000.7 De hoogte in Flightlevels kan variëren afhankelijk van de heersende luchtdruk (QNH). “Hogedruk-situatie” QNH Altitude QFE Height Elevation QNE Flightlevel In dit voorbeeld ligt het drukvlak van de QNE boven het drukvlak van de QNH.

QNH Altitude QFE Height Elevation QNE Flightlevel 988.2 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1013.2 963.2 “Lagedruk-situatie” De hoogte in Flightlevels kan variëren afhankelijk van de heersende luchtdruk (QNH). QNH Altitude QFE Height Elevation QNE Flightlevel In dit voorbeeld ligt het drukvlak van de QNE onder het drukvlak van de QNH.

Transition Altitude (TA) Transition Level (TL) Transition Layer

De Transition Layer is altijd minimaal 1000 ft dik. - Transition Altitude IFR - - Transition Altitude VFR - FL030 FL040 FL050 FL060 2000 ft 4000 ft 5000 ft 6000 ft - Transition Level - FL055 FL045 FL035 AMSL (QNH) 1013.2 (QNE) Transition Layer De Transition Layer is altijd minimaal 1000 ft dik. In Nederland wordt het Transition Level ieder uur door de Meteo van Schiphol bepaald. 3500 ft 3000 ft Het drukvlak 1013.2 is een vast gegeven en zal afhankelijk van de heersende luchtdruk (QNH) in hoogte variëren.

FL030 FL040 FL050 FL060 2000 ft 3000 ft 4000 ft 5000 ft 6000 ft FL055 - Transition Altitude IFR - - Transition Altitude VFR - FL030 FL040 FL050 FL060 2000 ft 3000 ft 4000 ft 5000 ft 6000 ft - Transition Level - FL055 FL045 FL035 AMSL (QNH) 1013.2 (QNE) Transition Layer 3500 ft IFR-vluchten gaan over op Flightlevels (FL) bij het passeren van 3000 ft AMSL. VFR-vluchten gaan over op Flightlevels (FL) bij het passeren van 3500 ft AMSL (1065 mtr).

Hierdoor verandert ook het Transition Level. - Transition Altitude IFR - - Transition Altitude VFR - FL030 FL040 FL050 FL060 2000 ft 3000 ft 4000 ft 5000 ft 6000 ft - Transition Level - FL055 FL045 FL035 AMSL (QNH) 1013.2 (QNE) Transition Layer 3500 ft Het drukvlak 1013.2 is een vast gegeven en zal afhankelijk van de heersende luchtdruk (QNH) in hoogte variëren. Hierdoor verandert ook het Transition Level. De Transition Layer is altijd minimaal 1000 ft dik. Het eerste bruikbare Flightlevel = Transition Level is FL040. “QNH = QNE” In dit voorbeeld liggen de drukvlakken van QNH en QNE op dezelfde hoogte.

Hierdoor verandert ook het Transition Level. - Transition Altitude IFR - - Transition Altitude VFR - 2000 ft 3000 ft 4000 ft 5000 ft 6000 ft - Transition Level - FL030 FL040 FL050 FL060 FL055 FL045 FL035 AMSL (QNH) Transition Layer 3500 ft Het drukvlak 1013.2 is een vast gegeven en zal afhankelijk van de heersende luchtdruk (QNH) in hoogte variëren. Hierdoor verandert ook het Transition Level. 1013.2 (QNE) De Transition Layer is altijd minimaal 1000 ft dik. Het eerste bruikbare Flightlevel = Transition Level is FL035. “Hogedruk situatie” In dit voorbeeld ligt het drukvlak van de QNE boven het drukvlak van de QNH.

Hierdoor verandert ook het Transition Level. FL030 FL040 FL050 FL060 FL055 FL045 FL035 - Transition Altitude IFR - - Transition Altitude VFR - 2000 ft 3000 ft 4000 ft 5000 ft 6000 ft - Transition Level - AMSL (QNH) 1013.2 (QNE) Transition Layer 3500 ft Het drukvlak 1013.2 is een vast gegeven en zal afhankelijk van de heersende luchtdruk (QNH) in hoogte variëren. Hierdoor verandert ook het Transition Level. De Transition Layer is altijd minimaal 1000 ft dik. Het eerste bruikbare Flightlevel = Transition Level is FL045. “Lagedruk situatie” In dit voorbeeld ligt het drukvlak van de QNE onder het drukvlak van de QNH.

Gevaar voor luchtruimschending bij een “lagedruk situatie” Airspace Infringement

Gevaar voor luchtruimschending bij “lagedruk situatie” FL030 FL040 FL050 FL060 FL055 FL045 FL035 De ondergrens van dit luchtruim is FL050 (5000 ft QNE = 1525 mtr). 6000 ft Luchtruim verboden voor ongecontroleerde VFR-vluchten 5000 ft Luchtruim toegestaan voor ongecontroleerde VFR-vluchten 4000 ft De zweefvlieger klimt tot 5000 ft (1525 mtr) met een hoogtemeterinstelling van 998 HPa. 3500 ft 3000 ft Gevaar voor luchtruimschending bij “lagedruk situatie” 2000 ft 998 (QNH of QFE) 1013.2 (QNE)

Gevaar voor luchtruimschending bij “lagedruk situatie” FL030 FL040 FL050 FL060 FL055 FL045 FL035 De ondergrens van dit luchtruim is FL050 (5000 ft QNE = 1525 mtr). 6000 ft Luchtruim verboden voor ongecontroleerde VFR-vluchten 5000 ft Luchtruim toegestaan voor ongecontroleerde VFR-vluchten 4000 ft Door het drukverschil van ruim 15 HPa zit de zweefvlieger op 5000 ft al 120 mtr binnen verboden luchtruim en begaat een luchtruimovertreding! 3500 ft 3000 ft Gevaar voor luchtruimschending bij “lagedruk situatie” 2000 ft 998 (QNH of QFE) 1013.2 (QNE)

EINDE