De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Overlandvlucht Buitenland

Verwante presentaties


Presentatie over: "Overlandvlucht Buitenland"— Transcript van de presentatie:

1 Overlandvlucht Buitenland
VLUCHTVOORBEREIDING EN UITVOERING VAN EEN OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND Presentatie voor de opfriscursussen voor RFI(A)-TMG’s Voorjaar 2005 Opgesteld door Ruud Diepeveen (EACzc) et al. Ruud Diepeveen (EACzc) et al.

2 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
HET 10 STAPPEN-PLAN : 1. Informatie verzamelen 2. Route vastleggen 3. Navigatieplan 4. Vluchtvoorbereidingspakket voor aan boord 5. Vliegplan 6. Voor de start 7. Na de start 8. Het naderen van de bestemming 9. Na de landing 10. Algemene informatie

3 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
1. Verzamelen van informatie Luchtvaartkaarten (ICAO of Jeppessen-VFR-GPS) VFR-gids/Bottlang (vanaf ) Weer : Teletext 707 (kies: Meteo) Flight Information Office (FIO) (zie: Pt 10. Algemene Informatie) Notams: Een goed navigatieprogramma NavBox-ProPlan SeeYou

4 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
2. Route vastleggen Veld van bestemming en uitwijkvelden (Lang genoeg, hoogte, PPR, brandstof?) Route in kaart tekenen incl. waypoints, FIR-grenzen en VFR reporting points. Checkpoints (Om de 15min. vliegtijd, goed zichtbaar bv kruising van wegen, bruggen enz) Kruishoogte: In Duitsland zijn meestal geen specifieke laagvliegroutes/gebieden, maar militaire laagvlieg-missies worden tussen 1000 ft en 2000 ft AGL uitgevoerd. Plan daarom ruim boven 2000 ft. Kruissnelheid met in achtneming van het brandstof verbruik. Kompaskoers tussen de way-points met in acht- neming van de verwachte wind.

5 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
3. Navigatieplan (1) Afstand en kompaskoers tussen de way-points en de totale afstand. Tijd tussen de way-points en de totale vluchtduur. Benodigde brandstof incl. ca 1 uur reserve. Weight and ballance. Frequenties FIS “en-route”. (bronnen: Bottlang) Frequenties en call-signs van de velden op de route, Ook de eventuele approach-frequenties. (bronnen: vliegkaarten en Bottlang)

6 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
3. Navigatieplan (2) Frequenties van navigatie bakens “en-route”. (bronnen: vliegkaarten en Bottlang) Restricted areas met info-frequentie. (bronnen: vliegkaarten en Bottlang) Frequenties ATIS in een zelf te bepalen bandbreedte langs de route. (bronnen: Bottlang) Weerinformatie. NOTAMS “en-route”.

7 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
4. Vluchtvoorbereidingspakket voor aan boord Navigatieplan Vliegkaarten Approachcharts van de vliegvelden op de route (Bottlang/VFR-gids) FIS-kaart met FIR/FIS-grenzen met frequenties. (Bottlang) Kopie van vliegplan en zo mogelijk de bevestiging daarvan. Lijst met telefoonnummers van betreffende vliegvelden en FIO’s en weerdiensten. (bv voor afmelden van vluchtplan enz.)

8 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
5. Vliegplan (Voor de vlucht) Indienen minimaal 60 minuten voor take-off. Geef de FIR-bounderies met de crossingtijd vanaf de start in het vliegplan aan onder item 18: “Other information” Indienen kan op de volgende manieren: Bij een FIO, via het invullen van een formulier of via self-briefing. Bij de havendienst van een veld via een formulier of self-briefing. Telefonisch bij een FIO als a) of b) niet beschikbaar zijn. (de vlieger moet bereikbaar zijn via een 06-nummer) Op het internet: (vanaf )

9 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
5. Vliegplan (In de vlucht) Bij telefonische indiening moet de starttijd in de lucht via de radio aan de betreffende FIS worden doorgegeven. De start mag max. 30 min. uitlopen, anders moet de vertraging aan de FIS worden doorgegeven. Als de ETA met meer dan 30 min. wordt overschreden moet via de radio contact worden opgenomen met de FIS of het veld van bestemming. ( Anders treedt de SAR in werking)

10 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
5. Vliegplan (Na de landing) Na de landing moet het vliegplan zo spoedig mogelijk worden afgemeld bij de betreffende FIS. Dit kan op de volgende manieren gebeuren: Op een gecontroleerd veld doet de verkeersleiding dat. Op een ongecontroleerd veld met een havendienst vraagt men de havenmeester, maar de vlieger blijft hiervoor verantwoordelijk. De vlieger kan zelf de betreffende FIS bellen. De vlieger kan overhead het veld van bestemming via de radio de FIS vragen het vliegplan af te sluiten. Bij een landing op een uitwijkveld moet zsm de FIS en het veld van bestemming worden gebeld.

11 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
6. Voor de start (1) Minstens een uur voor de start bij de kist aanwezig. Bel het veld van bestemming voor de laatste bijzonderheden. Check de laatste NOTAM’s en weersinformatie. Verwerk de heersende wind nog in het navigatieplan. Check papieren aan boord: vliegtuigpapieren, nav-plan, kaarten, paspoort, PPL, medical, KNVvL/statement verzekering, kopie/bevestiging vliegplan. Check: zonnebril, petje, eventuele reserve bril, water, horloge, eventuele GPS geïnstalleerd, enz. Drainen, A-inspectie, voldoende brandstof,bandenspanning,cockpitkap schoon?

12 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
6. Voor de start (2) Installeer je ruim voor de ETD in de kist en zorg dat je comfortabel zit. Gebruik checklist voor preflight-check en opstarten Zet HOOGTEMETER OP QNH!

13 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
7. Na de start (1) Na het verlaten van het circuit/CTR: Transponder ongevraagd op 7000. Op kruishoogte contact opnemen met Dutch-Mill (132.35) of Amsterdam Info (124.30). Vlieg van check-point naar check-point. Navigeer van de kaart naar de grond. Minimaal 5 min. voor het kruisen van de landsgrens: afmelden bij Dutch-Mil; contact opnemen met Duitse FIS (Langen-info of Bremen-info); transponder ongevraagd op 0021 (<5000 ft QNH/2000 ft AGL) of 0022 (> 5000ft QNH/2000ft AGL);

14 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
7. Na de start (2) In TMZ’s (Transponder Mandatory Zones ) en gecontroleerd airspace is transponder verplicht, anders sterk aanbevolen. Ook tweezijdig radiocontact is sterk aanbevolen. Het “transition-level” is in Duitsland 5000ft QNH/2000ft AGL, dus daar boven hoogtemeter op 1013,2 mb. Altijd crossing-clearance vragen voor TMA’s, CTR’s of restricted areas. Een GPS met rolling-map kan een welkome aanvulling van de navigatie zijn, speciaal voor het zichtbaar maken van de gecontroleerde gebieden en de restricted areas maar IS GEEN VERVANGING VAN DE KAART!

15 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
8. Het naderen van de bestemming (1) Bij nadering van het veld van bestemming bij de FIS toestemming vragen om op lokale frequentie over te gaan. Nader het veld eventueel via een verplicht reporting-point. Is het veld van bestemming een gecontroleerd veld roep dan de toren op voor landingsinstructions en volg verder de aanwijzingen van de verkeersleider. Is het veld van bestemming een ongecontroleerd veld, dan roept men het call-sign van het veld + info [bv Aalen-Info] op voor “landing-information”.

16 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
8. Het naderen van de bestemming (2) Als men geen antwoord krijgt moet in ieder geval het seinenvierkant worden overvlogen (ruim boven circuithoogte) om het circuit te bepalen en voegt men volgens de informatie van de “approach-chart” in op downwind. Ook als er geen radiocontact is meldt men toch down-wind, base-leg en finals onder vermelding van eigen callsign en callsign van het veld, zodat andere vliegtuigen rond en op het veld van je intenties op de hoogte zijn. Op down-wind hoogte en snelheid aanhouden en pas op base-leg gas dicht.

17 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
9. Na de landing Na de landing zo spoedig mogelijk bij havendienst melden met het verzoek het vliegplan af te melden. Is er geen havendienst aanwezig, dan kan het vliegplan door de vlieger zelf worden afgemeld via de telefoon of via radio overhead.(zie 5 Vliegplan (Na de landing)). Bij landing op een uitwijkveld altijd, naast de FIS, ook het veld van bestemming bellen.

18 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
10. Algemene informatie (1) De Duitse verkeersleiding (DFS) geeft maandelijks een VFR-bulletin uit in samenwerking met Oostenrijk en Zwitserland met daar in de belangrijkste VFR-notams, de telefoonnummers van ARO/FIS en Wetterdiensten. (Deze is meestal te verkrijgen op de vliegvelden) Voor nationale VFR-vluchten binnen de Duitse BondsRepubliek is een vliegplan niet nodig. Voor VFR-vluchten tussen Teuge en Nordhorn, Twenthe en Stadtlohn en Maastricht en Aachen/Merzbruch zijn geen vliegplannen nodig. Voor VFR-vluchten tussen Oostenrijk en Duitsland is ook geen vliegplan nodig. Oostenrijk stelt een ELT (noodzender) voor vluchten in de Alpen verplicht.

19 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT NAAR DUITSLAND
10. Algemene informatie (2) Telefoonnummers voor indienen of afmelden vliegplan in Nederland: ARO-EHAM (FIO Amsterdam) /16/23 ARO-DutchMil De vluchtvoorbereiding zoals beschreven in de punten 2 t/m 5 wordt zeer vereenvoudigd door gebruik te maken van een goed navigatieprogramma zoals bv NavBox-Proplan. Wel moet dit dan geregeld worden geupdatet.

20 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT BUITENLAND
Internetsites Aeronautical Information Service (1) met o.a.: AIP,VFR-gids en AIC’s (A,BenV) Luchtruimstructuur Notams Links: ippc.nais.luftfartsverket.no

21 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT BUITENLAND
Internetsites Aeronautical Information Service (2) 2. met, per , AIP-Netherlands en vliegplan indienen per computer. (European Aeronautical Service Data-base) met oa.: AIP-documenten en kaarten Preflight info-bulletins (PIB’s) Notams (wereldwijd)

22 VLUCHTVOORBEREIDING/UITVOERING OVERLANDVLUCHT BUITENLAND
DE OPSTELLERS WENSEN U EEN GOEDE VLUCHT EN EEN BEHOUDEN TERUGKEER


Download ppt "Overlandvlucht Buitenland"

Verwante presentaties


Ads door Google