RITME 1 De namen van de noten. re - je 3 - 2 - ne 1 - 8 Achtste noten 1 Hele noot 2 Halve noten 4 Kwart noten 8 Achtste noten re - je 3 - 2 - ne 1 - Tellen: Naam:
RITME 1.1 Korte en Lange noten: hoe ze heten en hoe ze klinken. Doe deze opdracht met z’n drieën of vieren. Doe elke opdracht drie of vier keer. Elke keer is een ander kind uit het groepje de leider. Hij of zij spreekt dan eerst alleen de bovenste rij hardop voor. Daarna herhaalt iedereen dit samen twee keer. Opdrachten: Spreek de tellen in de bovenste rij samen uit. Iedereen moet precies even snel gaan. Spreek opnieuw de tellen uit de bovenste rij, en klap tegelijk de regel van de achtste noten. Blijf steeds de tellen van de bovenste rij spreken. Klap nu de regel van de kwart noten. Let op: alleen klappen als er een noot staat in het vakje onder de tel. De tijd tussen twee klappen wordt dus langer. Nu zijn de halve noten aan de beurt. De tijd tussen twee halve noten is weer langer. Twee keer zo lang als bij de kwartnoten. Blijf hardop meetellen, zo kom je niet te vroeg. Tenslotte de hele noot. Eén keer een klap, dan doortellen tot de volgende. Laat de muziekjuf of meester horen wat jullie nu kunnen!
RITME 1.2 Korte en Lange noten: hoe ze heten en hoe ze klinken: Doe deze opdracht met z’n drieën of vieren. Doe elke opdracht drie of vier keer. Elke keer is een ander kind uit het groepje de leider. Hij of zij spreekt dan eerst alleen de eerste rij hardop voor. Daarna herhaalt iedereen dit samen twee keer. Opdrachten: Kies samen voor elke regel een andere klapmanier uit (in je handen, op je benen, op je borst, met je voeten, …..) Speel elke regel op de afgesproken manier. Let erop dat iedereen even snel gaat. Blijf de tellen van de bovenste rij hardop spreken terwijl je klapt. Kies twee regels uit. Klap die twee regels twee keer achter elkaar. Probeer dit te doen zonder tussendoor te stoppen. Doe hetzelfde met drie regels. Probeer ook alles achter elkaar te spelen zonder te stoppen. Speel deze drie regels nu in een andere volgorde. Ook weer zonder te stoppen, achter elkaar. En nu vier regels. Laat de muziekjuf of meester horen wat jullie nu kunnen!
RITME 1.3 Korte en Lange noten: hoe ze heten en hoe ze klinken. Doe deze opdracht met z’n drieën of vieren. Doe elke opdracht drie of vier keer. Elke keer is een ander kind uit het groepje de leider. Hij of zij spreekt dan eerst alleen de eerste rij hardop voor. Daarna herhaalt iedereen dit samen twee keer. Opdrachten: Kies samen voor elke regel een instrument uit. Spreek af wie op welk instrument speelt. Speel elke regel op het afgesproken instrument. Je moet nu dus wachten totdat je aan de beurt bent. Speel even snel als je voorganger. Blijf de tellen van de bovenste rij hardop spreken terwijl je speelt. Kies twee regels uit. Speel die twee regels twee keer achter elkaar. Probeer dit te doen zonder tussendoor te stoppen. Doe dit ook met de twee andere regels. Wissel van instrumenten. Doe hetzelfde met drie regels. Probeer ook zonder te stoppen alles achter elkaar te spelen. Speel deze drie regels nu in een andere volgorde. Ook weer zonder te stoppen, achter elkaar. En nu vier regels. Speel de vier regels nu ook in een andere volgorde. Bedenk zelf een manier om alle regels te spelen. Maar blijf goed meetellen en naar elkaar luisteren. Laat de muziekjuf of meester horen wat jullie nu kunnen!
Kwartnoten en achtstenoten door elkaar. RITME 2 Kwartnoten en achtstenoten door elkaar. 4 3 2 1 re - je 3 - 2 - ne 1 - Tellen: regel:
RITME 2.1 Kwartnoten en achtste noten door elkaar: Doe deze opdracht met z’n drieën of vieren. Doe elke opdracht drie of vier keer. Elke keer is een ander kind uit het groepje de leider. Hij of zij spreekt dan eerst alleen de eerste rij hardop voor. Daarna herhaalt iedereen dit samen twee keer. Opdrachten: Spreek de tellen in de bovenste rij samen uit. Iedereen moet precies even snel gaan. Spreek opnieuw de tellen uit de bovenste rij, en klap tegelijk “regel 1”. Blijf steeds de tellen van de bovenste rij spreken. Let op: na een kwartnoot komt een leeg vakje, dus moet je even wachten met klappen. Klap nu regel 2. Kun je de afwisseling van kwartnoten en achtste noten goed horen? Klap nu regel 3 en daarna ook regel 4. Laat de muziekjuf of meester horen wat jullie nu kunnen!
RITME 2.1 Kwartnoten en achtste noten door elkaar: Doe deze opdracht met z’n drieën of vieren. Doe elke opdracht drie of vier keer. Elke keer is een ander kind uit het groepje de leider. Hij of zij spreekt dan eerst alleen de eerste rij hardop voor. Daarna herhaalt iedereen dit samen twee keer. Opdrachten: Kies samen voor elke regel een klank met je stem (zoiets als: “doeng”, “tak!”, “beng”, “kling”, “tsjj”). Speel elke regel op de afgesproken manier. Let erop dat iedereen even snel gaat. Klap nu de tellen van de bovenste rij terwijl je zingt. Kies twee regels uit. Zing die twee regels twee keer achter elkaar. Probeer dit te doen zonder tussendoor te stoppen. Doe hetzelfde met drie regels. Probeer ook alles achter elkaar te spelen zonder te stoppen. Speel deze drie regels nu in een andere volgorde. Ook weer zonder te stoppen, achter elkaar. En nu vier regels. Laat de muziekjuf of meester horen wat jullie nu kunnen!
RITME 2.2 Kwartnoten en achtste noten door elkaar: Doe deze opdracht met z’n drieën of vieren. Doe elke opdracht drie of vier keer. Elke keer is een ander kind uit het groepje de leider. Hij of zij spreekt dan eerst alleen de bovenste rij hardop voor. Daarna herhaalt iedereen dit samen twee keer. Opdrachten: Kies samen voor elke regel een instrument uit. Spreek af wie op welk instrument speelt. Speel elke regel op het afgesproken instrument. Je moet nu dus wachten totdat je aan de beurt bent. Probeer zonder te stoppen aan te sluiten op de regel die voor je komt. Speel even snel als je voorganger. Blijf de tellen van de bovenste rij hardop spreken terwijl je speelt. Kies twee regels uit. Speel die twee regels twee keer achter elkaar. Probeer dit te doen zonder tussendoor te stoppen. De kinderen die niet spelen luisteren of het goed gaat. Doe dit ook met de twee andere regels. Wissel van instrumenten. Doe hetzelfde met drie regels. Probeer ook alles achter elkaar te spelen zonder te stoppen. Speel deze drie regels nu in een andere volgorde. Ook weer zonder te stoppen, achter elkaar. En nu vier regels. Speel de vier regels nu ook in een andere volgorde. Bedenk zelf een manier om alle regels te spelen. Maar blijf goed meetellen en naar elkaar luisteren. Laat de muziekjuf of meester horen wat jullie nu kunnen!
Zelf ritmes maken met kwartnoten en achtstenoten. 4 3 2 1 re 4 - je 3 - 2 - ne 1 - Tellen: regel:
RITME 3.1 Zelf ritmes maken met kwartnoten en achtstenoten. Doe deze opdracht met z’n drieën of vieren. Doe elke speel-opdracht drie of vier keer. Elke keer is een ander kind uit het groepje de leider. Hij of zij spreekt dan eerst alleen de eerste rij hardop voor. Daarna herhaalt iedereen dit samen twee keer. Vraag je leerkracht om een kopie van ritmekaart 3. Opdrachten: Maak samen een ritme in de eerste regel. Let goed op welke vakjes leeg moeten blijven; na elke kwartnoot komt een leeg vakje!! Speel met elkaar het ritme dat jullie gemaakt hebben. Eerst klappen, dan met je stem en ook met een instrument. Laat de muziekjuf of meester horen wat jullie gemaakt hebben. Maak nu ook in de tweede regel een ritme.