Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van suppletie in Ameland Annelies De Backer.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoe ziet een ecologisch geoptimaliseerde zandsuppletie er uit?
Advertisements

Infosessie betaald educatief verlof BEV
Monitoring effecten bodemdaling op vogels Waddenzee Bruno Ens.
Boomkorvisserij.
Meting van de muskusratpopulatie
Libost-Groep Provincie Antwerpen: opmaak van een ontwerp voor de aanleg van twee vispassages op de onbevaarbare waterloop Loeijens Neetje van tweede categorie.
D. Hermans, M.-C. Opdenacker, E. Van de Gaer & J. Van Damme Ongelijke kansen in het secundair onderwijs in Vlaanderen Een longitudinale analyse van de.
3.8.1 Vissen ‘De vis wordt duur betaald’. ‘Boter bij de vis’.
April 20, 2010 Werkplan April 20, 2010 Programmering Wp 2010 Iteratief proces Mix van korte studies en trajecten voor een periode van 2 tot 4 jaar.
Het belang van vroegtijdig ingrijpen bij jeugdcriminaliteit
Gegevensverwerving en verwerking
Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek Beleidsdomein Landbouw en Visserij Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek Epibenthos.
Effecten van zandsuppleties op duinen
Temperatuur reconstructie door Mann et al.
Het MT in de kinderopvang Boek & veldonderzoek ‘ Ze zijn op Heidagen’
Koppeling biotiek en abiotiek
TMAP referentiegebied Rottum Resultaten 2010 en onderzoeksplan 2011 Norbert Dankers en Frouke Fey.
01/10/2013. Veel voorkomende soorten:  Big header: een grote, opvallende header, die +/- 1/3 van pagina inneemt  Minimale header: een sobere header,
Betrouwbaarheid.
1Veldcampagne ecologie Ameland 2010 Thomas Vanagt en Liesbeth van de Moortel Contact:
Maandag 18 november Licht & witbalans Avond fotografie – blauwe uurtje
MSFD monitoring programma Bijdrage ILVO. MSFD: Mogelijke Bijdrage ILVO Descriptor 1, 4 en 6 Vis  Minimaal 30% van de biomassa vissen is samengesteld.
8 april 2017 Resultaten onderzoek 2009
Suppleties Effecten op duinen
Basisstof 1: De evolutietheorie
Financiering H3 Verschillenanalyse Logistiek supervisor.
Inhoud van de les Algemene informatie Inhoud van de flora- en faunawet
Oplossingen voor het toenemende energieverbruik 1 september 2015 Oplossingen voor het toenemende energieverbruik1.
Doelen op maat Ronald Bijkerk Herman van Dam Nico Jaarsma.
€-Restore4Stroke: Economische Impact van CVA Mitchel van Eeden, Caroline van Heugten, Ghislaine van Mastrigt, Silvia Evers CAPHRI School for Public Health.
Monitoring van bodemvocht- en grondwaterkwantiteit door de Vlaamse Milieumaatschappij Niet alleen eten, maar ook drinken.
‘Minder Licht”?! Afrondende overwegingen lichtreductie in de praktijk Teus Koteris, NSVV Kernteam Outdoor Hoevelaken, 21 januari 2016.
Workshop basismonitoring Belgische offshore windmolenparken Thema 1: natuurlijke variabiliteit & gradiënten N. Vanermen & S. Degraer WINMON Workshop, Oktober.
convenant Zandsuppleties en Natuur
28 januari 2016 Vogels Effecten van strand- en vooroeversuppleties op draagkracht voor vogels.
Presentatie van Gwen, Emma en Kairi
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap1 Flexibel aanbod meerderjarigen (FAM) Infosessie bijdrageregeling.
Kunstgrasvelden. Geschiedenis Start in 1976: Olympische Spelen Montreal 1e twee velden bij Kampong en Rotterdam –Waterkunstgrasvelden 1982 eerste zandingestrooid.
Invloed klimaatverandering op waterhuishouding Texel Marcel Boomgaard 5 maart 2015.
ILVO Epibenthos en demersale visbemonstering in functie van vooroeversuppletie Ameland Annelies De Backer 28 januari 2016.
VISMONITORING MET DUIKBRIL ECOLOGIE VAN ZOETWATERVISSEN.
Cijfers asielcrisis VVSG VVSG - De Asielcrisis 1.Cijfers over de asielaanvragen 2.Cijfers over de opvang van asielzoekers OPMERKING: Vanaf 2016.
Klimaatverandering en schade Alex Hoen, Verbond van Verzekeraars 4 februari 2016.
28 januari 2016 Morfologische ontwikkeling suppletie 2010/2011 Ameland Tommer Vermaas, Edwin Elias, Laura Vonhögen.
Wouter De Cock Bachelorproef Validatie van STA-R MAX® Stago analysers voor routine coagulatie parameters.
Bepaling van de microbiële diversiteit op mariene sedimenten via DGGE profielen voor het bepalen van de mogelijke impact van antropogene activiteiten Howest.
Verdiepingen in het Markermeer Kennis vanuit NMIJ Thomas Vijverberg 30 Sep 2013.
Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.
1Workshop 13 juni 2013 Effecten suppleties op strandfauna en subtidaal macrobenthos Tussentijdse analyse Thomas Vanagt, Harriette Holzhauer,
13 December 2013 Workshop Kustveiligheid- Kustlijnzorg Quirijn Lodder.
Examentrainer 1 Inleiding in de biologie ©JasperOut.nl.
Vooruitzichten Felua-groep onder de Participatiewet
Hoofdstuk 7.1.
Dr. Karel Jan Alsem Noorderperssociëteit, Groningen, 1 juli 2013
Vooruitzichten Felua-groep onder de Participatiewet Gemeenteraad Apeldoorn 18 april 2013 Gerrie van Sunder Theo Beijer.
Woonlasten Vlissingen 2018
Stichting Lek en IJssel
HABITAT analyse instrument voor ecologische effectstudies
Cijfers asielcrisis VVSG 2016
Cijfers asielcrisis VVSG 2016
Cijfers asielcrisis VVSG 2016
Digitale zichtbaarheid dmv Chat, WhatsApp en Facebook Messenger
Zee en kustverkenner cursus natuurgids 22/03/2014.
Meetnet waterkwaliteit
Uitvoering Woningmarktmodule 2018 regulier en oversampling
Levensduur verlengend onderhoud
Nadere Effect Analyse Methode voor effectbepaling Imagine the result.
Meerdere vliegen, leaders en droppers Jan Keur.
Cijfergegevens leerrecht
Vormingssessie Laboratoria
Transcript van de presentatie:

Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van suppletie in Ameland Annelies De Backer

Onderzoeksgebied Vooroeversuppletie van 1,6 miljoen m³ zand tussen januari en juli 2011 Impact gebied = Ameland Impact Referentiegebied = Schiermonnikoog 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Monstermethode 3 m boomkor met net van 22 mm gestrekte maaswijdte Vaarsnelheid: 3-4 knopen Met stroming mee +/- 1 zeemijl, 15’ slepen 6 dieptestrata bemonsterd: 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Locaties Suppletie in 2011 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

BACI design Epibenthos en Vis Before: T0: 1-2 september 2010 (ILVO-Fieldwork company) 1 dag en 1 nacht replica per stratum Geen rekening gehouden met getij After: T1: 25 tot 28 september 2011 (IMARES – Fieldwork company) 2 replica’s per dieptestratum Vnl. bij afgaand tij T2: 3-4 september 2012 en 12 oktober 2012 (ILVO – Fieldwork company) 3 replica’s per dieptestratum Control: Schiermonnikoog Impact: Ameland 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Epibenthos - Algemeen 16 taxa waarvan 5 in < 5% van stalen (Cancer pagurus, Pandalus montagui, Macropodia, Palaemon elegans en Portumnus latipes) 3 dominante soorten: Crangon crangon: 91% (densiteit) Liocarcinus holsatus: 5% (densiteit) Carcinus maenas: 3% (densiteit) alle andere taxa/soorten slechts 1% van densiteit constante over tijd en voor beide gebieden 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Epibenthos - Algemeen # slepen Tot. # soorten Tot. # ind/1000 m² AI SR 2010 24 10 7 2427 4237 2011 8 6 22645 16253 2012 36 14 13 9867 9760 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Epibenthos - Dichtheid (ind./1000m²) In 2010 ‘overall’ significant lagere dichtheden Geen significante ≠ tussen dieptestrata Geen suppletie - effect 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Epibenthos - Soortenrijkdom In 2010 ‘overall’ significant lagere S Geen significante ≠ tussen dieptestrata Geen suppletie - effect 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Epibenthos - Multivariaat Zeer grote jaarlijkse variatie, in beide gebieden ≠ jaren onderling! Vnl. te wijten aan dichtheids ≠ tussen jaren Enkel in 2012 ≠ AI significant van SR Hogere dichtheid garnaal en zwemkrab in AI Ophiura ophiura enkel in AI meer zeester in AI DISTLM (BEST – BIC): 20% van variatie verklaard door fijne (125-250 µm) en grove (500-1000 µm) zandfractie en waterdiepte 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Epibenthos – Lengteverdeling 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Demersale vis - Algemeen 27 taxa waarvan 8 in < 5% van stalen (Callionymus reticulatus, Echiichtys vipera, Gasterosteus aculatus, Mullus sp., Myoxocephalus scorpius, Pholis gunnellus, Scophthalmus rhombus, Trisopterus luscus) dominante soorten verschillen tussen jaren en in 2011 tussen locaties: AI SR 2010 Pomatoschistus sp 38% 19% Pleuronectes platessa 21% 24% Agonus cataphractus 15% 11% 2011 32% Merlangius merlangus 23% Syngnathus rostellatus 9% Osmerus eperlanus 13% 2012 54% 17% 41% 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Demersale vis - Algemeen # slepen Totaal # soorten Tot. # ind./1000 m² AI SR 2010 24 17 14 96 144 2011 15 42 28 2012 36 22 19 351 547 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Demersale vis – Dichtheid (ind./1000m²) In 2011 ‘overall’ significant lagere dichtheden Geen significante ≠ tussen dieptestrata Geen suppletie - effect 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Demersale vis - Soortenrijkdom S ≠ jaar tot jaar in bepaalde dieptestrata en dit is ≠ voor AI en SR Mogelijke suppletie-invloed op S 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Demersale vis - Multivariaat Jaarlijkse variatie is zeer groot! Pairwise ja x loc = significant (p=0,025) Enkel in 2012 ≠ AI van SR Meer replica’s = meer power? Zowel in AI als SR ≠ alle jaren van elkaar Verschillen in dominante soorten tussen jaren Verschillende dominante soorten over jaren 2011 veel lagere dichtheden DISTLM (BEST – BIC): 20% van variatie verklaard door fijne (125-250 µm) en grove (500 – 1000 µm) sedimentfractie, waterdiepte en biomassa van macrobenthos 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Demersale vis - Lengteverdeling 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Conclusies - Impact Jaarlijkse variatie is zeer groot! vnl. verschillen in dichtheden, veel minder in soortensamenstelling bemoeilijkt vaststellen van potentiële impact Geen suppletie-effect waargenomen op gemeenschapsniveau Gemeenschap gedomineerd door soorten die aangepast zijn aan zeer dynamische omgeving mobiele soorten en vaak ook opportunisten die zeer snel terugkeren Wel indicatie van impact op soortsniveau 3 dominante soorten vertonen andere populatiestructuur en/of dichtheid in referentiegebied t.o.v. impactgebied in 2012 Toch kleine verandering in fysische omstandigheden zoals sediment of stromingspatronen? fractie middelgrof zand (250-500 µm) lijkt licht toegenomen in Ameland vanaf suppletie naar strand 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Conclusies - Impact 3 replica’s/stratum aan te raden Betere resolutie voor soortenrijkdom Mogelijk beter detecteren van potentiële impact Belangrijk dat omgevingsvariabelen op zelfde plek en tegelijkertijd genomen worden: Nu meegenomen: sedimentfracties, mediane korrel, macrobenthos, watertemperatuur en absolute diepte Mogelijke extra variabelen: turbiditeit, weersomstandigheden voorafgaand aan staalnameperiode, wintertemperatuur, extra sedimentparameters vb. sorting 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Kinderkamerfunctie? De huidige monsternamemethode kan geen eenduidig antwoord geven: slechts één momentopname per jaar Voorkomen van juveniele (commerciële) platvis gespreid in tijd en ≠ per soort temporele monsternames nodig MAAR: 0-jarige platvis aanwezig in de ondiepe kustzone van zowel Ameland als Schiermonnikoog Vnl. schol in relatief hoge dichtheden (gem./sleep: 2-11 ind./1000m², tot./gebied: 20-200 ind./1000 m²) Daarnaast zijn ook tong, tarbot, griet en schar aanwezig maar in veel lagere dichtheden (gem./sleep: < 1 ind./1000 m², tot./gebied: 0-9 ind./1000m²) Dus toch aanvoelen dat kustzone dienst doet als kinderkamer (zeker voor schol) 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Advies voor suppletie richtlijnen Huidige suppletie in Ameland werd reeds behoorlijk ecologisch uitgevoerd Suppletie-effecten op epibenthos en vis zijn miniem of afwezig Gesuppleerd sediment ≈ natuurlijk sediment Suppletie is gespreid in de tijd Verbeterpunt: rekening houden met opgroeiperiodes van 0-groep platvis Indicatie dat 0-groep schol mogelijks negatief beïnvloed werd door suppletie Suppletie uitvoeren voor of na opgroeiperiode Opgroeiperiodes verschillen van soort tot soort (+/- april – okt) Niet gekend welke soorten opgroeien in Ameland en Schier 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Advies voor verder onderzoek Temporele monstername om na te gaan of Noordzeekust van Waddenzee wel degelijk functioneert als kinderkamer: Voor welke soorten is het effectief een kinderkamer? Welke soorten pieken wanneer? Interessant om dit zowel voor Ameland als Schiermonnikoog te doen om ruimtelijke (en daardoor fysische) variatie mee te nemen Deze kennis gebruiken om richtperiodes voor suppletie aan te geven T3 monstername om huidige conclusies van impactmonitoring te bevestigen: Meeste impactstudies lopen tot 3 jaar na impact Trends op soortsniveau opvolgen 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

Contact: annelies.debacker@ilvo.vlaanderen.be Bedankt! Contact: annelies.debacker@ilvo.vlaanderen.be