1
2
Wat zegt een kapotte schepping over God? 3
ten prooi aan zinloosheid 4
ten prooi aan zinloosheid raakt je persoonlijk 5
ten prooi aan zinloosheid raakt je persoonlijk raakt Paulus persoonlijk 6
ten prooi aan zinloosheid raakt je persoonlijk raakt Paulus persoonlijk wij zijn met de wereld verweven 7
ten prooi aan zinloosheid ‘Ik ben ervan overtuigd dat [ons] lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.’ 8
verweven ‘Ik ben ervan overtuigd dat [ons] lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.’ ‘Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt.’ 9
verweven ‘Ik ben ervan overtuigd dat [ons] lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard.’ ‘Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt.’ 10
ten prooi aan zinloosheid raakt je persoonlijk raakt Paulus persoonlijk wij zijn met de wereld verweven 11
ten prooi aan zinloosheid raakt je persoonlijk raakt Paulus persoonlijk wij zijn met de wereld verweven de wereld was anders bedoeld 12
niet uit eigen wil 13
niet uit eigen wil de schepping wil leven 14
niet uit eigen wil de schepping wil leven de mens kiest verkeerd 15
Wat zegt een kapotte schepping over God? 16
Wat zegt een kapotte schepping over mij? 17
niet uit eigen wil de schepping wil leven de mens kiest verkeerd wij dragen verantwoordelijkheid 18
niet uit eigen wil de schepping wil leven de mens kiest verkeerd wij dragen verantwoordelijkheid in voor- en tegenspoed 19
niet uit eigen wil de schepping wil leven de mens kiest verkeerd wij dragen verantwoordelijkheid in voor- en tegenspoed hoe vul je dat in? 20
‘De schepping is ten prooi aan de zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen.’ 21
maar ze heeft hoop 22
maar ze heeft hoop ‘De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn.’ 23
maar ze heeft hoop ‘De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn.’ ‘Ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten […] in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn.’ 24
maar ze heeft hoop onze hoop: 25
maar ze heeft hoop onze hoop: ons ‘voorschot,’ de Geest 26
maar ze heeft hoop onze hoop: ons ‘voorschot,’ de Geest onze hoop: zinvol leven 27
maar ze heeft hoop onze hoop: ons ‘voorschot,’ de Geest onze hoop: zinvol leven in een herstelde wereld 28
maar ze heeft hoop onze hoop: ons ‘voorschot,’ de Geest onze hoop: zinvol leven in een herstelde wereld dus klaag je nu 29
maar ze heeft hoop onze hoop: ons ‘voorschot,’ de Geest onze hoop: zinvol leven in een herstelde wereld dus klaag je nu en kreunt de wereld 30
maar ze heeft hoop onze hoop: ons ‘voorschot,’ de Geest onze hoop: zinvol leven in een herstelde wereld dus klaag je nu en kreunt de wereld en zucht de Geest 31
Wat zegt een kapotte schepping over God? 32
Wat zegt God over een kapotte schepping? 33
Wat zegt God over een kapotte schepping? Dat het leven wint. 33
34
35