…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over “Het strafrecht”. De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal schriftelijk met succes te kunnen maken. Zorg dus dat je ALLES goed kent en door hebt wat er in deze POWERPOINT staat. Vergeet niet ook het BOEK te bestuderen/raadplegen. . Zonder deze basiskennis is het maken van inzichtvragen – die veel op het examen voorkomen – onbegonnen werk. VEEL SUCCES Hoofdstuk 5
Het strafrecht Centrale vraag Wat is strafrecht? Uitgangspunten van het strafrecht Kijkend naar de wet - Je kunt alleen worden gestraft voor wat in de wet strafbaar is. - Wet bepaalt maximum straf. Kijkend naar de schuldvraag: - Onschuldig tot het tegendeel is bewezen (rechter bepaalt) - Vóór de uitspraak van de rechter ben je verdachte - Na de uitspraak ben je dader of is er vrijspraak (bij gebrek aan bewijs) Kijkend naar het proces: - Proces met onafhankelijke en onpartijdige rechter. - Bij zware misdrijven drie rechters (= “meervoudige kamer”) Kijkend naar vrijspraak: - Je kan niet voor hetzelfde feit meer keren worden berecht na vrijspraak. Hoofdstuk 5
Klik op de filmprojector. Kijkend naar verjaring: - Misdrijven en overtredingen kunnen na een aantal jaren niet meer worden vervolgd. Kijkend naar noodweer en overmacht: - In de strafmaat en/of veroordeling weegt altijd mee of je handelde uit nood- weer (= zelfverdediging) en/of overmacht (iets strafbaars doen buiten je schuld) Kijkend naar leeftijd: - Voor jongeren geldt het jeugdstrafrecht Kijkend naar (on)toerekeningsvatbaarheid - Wist iemand wat hij deed op het moment van het strafbare feit of was hij/zij hopeloos in de war. Vrouw hoeft niet de cel in voor moord op haar man. Een klein verschil tussen “sterk ontoerekeningsvatbaar” en “ontoerekeningsvatbaar” heeft grote gevolgen voor verdachte Klik op de filmprojector. Hoofdstuk 5
Rechten van de verdachte De wet In het wetboek van strafvordering staat o.a.: - Taken en bevoegdheden rechter. - Rechten en plichten slachtoffer(s) - Rechten en plichten hulpverleningsinstanties - Rechten en plichten advocaten - Rechten en plichten politie - Rechten en plichten officier van justitie - Rechten en plichten van de verdachte Rechten van de verdachte Je bent pas verdachte bij een redelijk vermoeden van schuld. Je hebt recht om te weten waarvan je wordt verdacht. Je hebt recht op een advocaat. - Je moet dan wel langer dan 6 uren hebben vastgezeten. - Wie een advocaat niet kan betalen krijgt een zgn. pro Deo (= gratis) advo- caat. Je hebt recht te zwijgen. Je moet wel meewerken aan het vaststellen van je identiteit. Je moet ook meewerken aan het afnemen van vingerafdrukken of DNA . Hoofdstuk 5
Rechten van de verdachte (vervolg) Politie mag je maar een beperkte tijd vasthouden. Lengte is afhankelijk van waar je van verdacht wordt. Bewijs Bewijs moet op een manier zijn verkregen die volgens de wet mag. Zo niet dan is het bewijs ongeldig. (= onrechtmatig verkregen bewijs) Jeugdstrafrecht - Kinderen tot 12 jaar kunnen niet door de rechter worden bestraft. - Raad van de Kinderbescherming handelt dit af. Jongeren tussen de 12 en 18 jaar: - Staan terecht voor de kinderrechter. - Rechtszitting niet openbaar. - Geen gevangenisstraf maar jeugddetentie (= tuchtschool). - Ondertoezichtstelling (= OTS) waarbij een gezinsvoogd het gezin begeleid. - Plaatsing in opvoedingsinternaat. - Bij zware misdaden kan voor 16 t/m 18 jarigen het volwassen strafrecht gelden - Bij uitzondering komen 18 t/m 21 jarigen voor de kinderrechter. Hoofdstuk 5