De bril waardoor we kijken

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Trefdag Suggnomé Thema "binnenbrengen van daderperspectief bij het slachtoffer en binnenbrengen van het slachtofferperspectief bij de dader“ -21 november.
Advertisements

Respectvolle bejegening
Samen bouwen aan zelfvertrouwen
Haptonomie.
Missie Omgeving Identiteit Waarden & Overtuigingen Vaardigheden
Luc Van de Ven Klinisch Ouderenpsycholoog UPC-KULeuven, campus Leuven
Oplossingsgericht coachen
Scholing NPZE 6 maart 2014 Omgaan met rouw en verlies
De dynamische driehoek: ouders - kind - school
Individuele- en groepsbehandeling.  1. Bevraging  Vragenlijst invullen ( niet anoniem)  Doelgroep zijn adolescente vrouwen  Nederlandse vrouwen tussen.
STUDIEDAG WANNEER LIEFDE UITMONDT IN EEN GEVECHT… DETERMINANTEN, SCREENING & INTERDISCIPLINAIRE AANPAK Faculteit Rechtsgeleerdheid Zeger van Hee - Tiensestraat.
Een actieve benadering door de hulpverlener : aan te raden of af te raden
Verknopen door verbinden Joris Claes en Itte Van Hecke.
En begrijpen we elkaar dan? Hoe benaderen we elkaar ? Ellen Witteveen 6 november 2010 ‘Roeien met de riemen die je hebt’
Best practice Doel: voorlichting team
Inleiding parallelprocessen.
Daders en hun verantwoordelijkheidsproces
Kansarmoede Lien Anseele 1BaOC.
Mindfulness.
Hoe kun je Geloven? Een jaar of tien geleden zat ik in een studentenkamer. HIJ zat tegenover me. Als ik eraan terugdenk voel ik mijn wangen weer gloeien.
Ellen Govaerts, Two Roads
Dienstverlening voor integere en geweldloze communicatie Presentatie door R.R. Annema.
VAARDIG SAMENWERKEN IN HET VRIJWILLIGERSWERK
Relaties en seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking
Doel en taak van de hulpverlening
Woordenschat groep 5 Thema 5, les 1
Het Mezennestje vzw KDV & BOKDV.  Voorschoolse opvang van 6u30 tot 9u  Naschoolse opvang van 15u30 tot 19u  Woensdagnamiddag van 12u tot 19u  Vakantie-
Inclusieve Ik & Inclusieve Samenleving Farida Farhadpour
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Praktijkinformatie ACT. Last, but not least:
gespreksvaardigheden
Stromingen in de psychologie Hoorcollege 1
Klinische les medisch maatschappelijk werk
Seksualiteit Het bespreekbaar maken van seksualiteit in het contact met de cliënt als onderdeel van de hulpverlening.
Paulien Verschoren Groep psychische stoornissen 1BaOC4
Behandeling en stigmamanagement bij opzettelijke zelfverwonding
Communicatie & Relatie
Welkom Module Autisme in de Sport. Programma Voorstelrondje Doel Autisme en sport Structuren Vragen.
Concreet aan de slag met coreset ICF 1. Indiceringsinstrument obv ICF Hoe is het indiceringsinstrument opgebouwd? 43 categorieën Elke categorie is voorzien.
Communiceren in het huwelijk GB Flevoland
Samenwerking is prima, Dat houden we zo! Wie staat voor u Cora Hoffmann IC verpleegkundige van oorsprong Sinds 1973 werkzaam in Ziekenhuis Terneuzen.
Terreur in de klas. Eerst een minuut stilte. Tips van Klasse: leerlingen-over-terreur-en-geweld/
Zelfhulpgroepen voor allochtonen werkt! Zelfhulpgroepen voor allochtonen werkt!
Het effect van de kernset op de triagist Wat te doen om de triagist verder te helpen? Hoe wordt het triagegesprek weer van de triagist? Rita Nieuwenhuis.
GGZ RIBW. GGZ Psy-Portaal Psy-Portaal is gespecialiseerd in de diagnostiek en behandeling van psychische en psychiatrische klachten voor cliënten vanaf.
Informatiebijeenkomst Research Project commissie
Professionalisering en intervisie
Strafrechtketen Dit is Cesare L. Cesare L. is 68 jaar oud.
Wat is jeugdwelzijnswerk?
De NOODZAAK van een PARADIGMASHIFT
‘’DOOR MIDDEL VAN EEN CULTUREEL GENOGRAM VAN KRACHTEN EN KWALITEITEN, EEN TIJDSLIJN EN DROMEN VOOR DE TOEKOMST.’’
Time-Out Antwerpen CGG VAGGA
BB - Theorie Donderdag 6-oktober.
Crisis-Management.
Wat zijn de effecten van (intersectorale) samenwerking?
Centrum Inclusieve Kinderopvang Zorgregio Aalst
Centrum Inclusieve Kinderopvang Zorgregio Aalst
Logo gemaakt voor Eye Opener door Taco Bals
ACT CASUSCONCEPTUALISATIE
Bron: Wetenschappelijk onderzoek en Documentatiecentrum
3.2 Zien 1ste klas.
Loskomen van taal Defusie.
richtlijnen bij het betrappen van een winkeldief
BOM-model PV 25/03/2014.
Behoefte herkenning bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen.
Gedragsproblemen en stoornissen
Over communiceren in het huwelijk
Intensieve begeleiding
Hoe zijn wij als inwoner betrokken geraakt?
3 pijlers in jaar 3 cruiseschip/speedboot ? Ben jij kapitein op jouw
Transcript van de presentatie:

Werken met plegers van partnergeweld: Geval per geval Time-Outteam Antwerpen

De bril waardoor we kijken Ik zou het willen hebben over de bril waarmee we naar plegers van partnergeweld kijken. Een bril waardoor ieder van ons kijkt met zijn eigen lenssterkte. Zijn we verziend en hebben we een vertekend beeld van het oppervlakte fenomeen agressie en zien we niet wat voorbij wat zich voor onze neus aandient? Of zijn we bijziend en zijn we blind voor de mechanismen werkzaam ‘achter’ het gedrag? Zijn onze lenzen gekleurd? Met donkere glazen om onze eigen hekel of net fascinatie voor de agressie niet onder ogen te moeten zien? Zien we nog wel de bril die op onze eigen neus staat?

1. Fascinatie en walging: Twee zijden van het ‘er niet van willen weten’ Werken met plegers van partnergeweld vereist een ‘zelfonderzoek’ om te kunnen werken met een onbevooroordeelde blik. Iedere nieuwe cliënt is onvergelijkbaar en uniek. De therapeut die afkeer voelt, dreigt zijn cliënt onbewust op een afstand te houden en zo verwordt de therapie tot een soort verwerping met een bestraffende ondertoon voor de gepleegde feiten. Aan de kant van de gefascineerde therapeut wordt de cliënt eenvoudigweg niet meer gehoord in zijn of haar klacht.

2. De angst van de hulpverlener: een bril die verblindt Hoe kan een cliënt zijn eigen angsten, verlangens en fantasieën bespreken en bewerken wanneer ik zelf angstig ben? Onze houding is dat we er van uit gaan dat we helemaal niets weten over de persoon die voor ons zit. De logica van de hulpverlening is dan ook niet te baseren op wat de therapeut zelf ervaart, maar uit de woorden van de cliënt. Het is het verlangen dat alle overtuigingen en weten opschort en zo een vraagteken introduceert op de plaats waar we spontaan gaan invullen in de plaats van degene die we zouden moeten beluisteren.

We gaan proberen te luisteren voorbij de woorden: pleger, agressie, partnergeweld, dader, delinquent… In het ‘zelfonderzoek’ worden onze eigen verhouding tot zaken die verband houden tot het thema partnergeweld geëxploreerd. De eigen houding ten opzichte van de wet, de seksualiteit en relaties, het man/vrouw zijn en de agressie.

3) Diagnostieken: verschillende soorten brillen Diagnostiek is alomtegenwoordig en bepaalt onze bril waarmee we naar plegers kijken. Dit labelen is vaak niet zo onschuldig want het zal onze bril en dus ook onze benadering van de cliënt mee bepalen. We onderscheiden 3 soorten van diagnostische brillen. Ik baseer mij hiervoor op het artikel: ‘Diagnostiek en daderhulp: Een pleidooi voor een functiegerichte benadering’ van Professor Stijn Vanheule. a) regelgerichte diagnostiek b) stoornisgerichte diagnostiek en c) functiegerichte diagnostiek.

a) Regelgerichte diagnostiek Bij het woord ‘dader’ of ‘pleger’ of ‘psychopaat’ krijgen we reeds een eerste vorm van diagnostiek; degene die iets mispeuterd heeft, tegenover degenen die zich aan de wet houden. Hierbij staat de disciplinering van de ‘daders’ centraal. De regelgerichte diagnostiek heeft zijn criminologisch nut, maar wij vinden dit therapeutisch te beperkt, ze kan er wel een aanzet toe zijn.

b) Stoornisgerichte diagnostiek In de stoornisgerichte (of syndroomgerichte) diagnostiek is men op zoek naar de abnormaliteit. De agressie is in deze optiek abnormaal, het is bij voorbaat een ‘ziektebeeld’ en ‘afwijkend’. Wij vinden het interessanter om te vertrekken vanuit het lijden van diegene die voor je zit en om dit lijden in kaart te brengen. Niet zozeer de wet of de stoornis is het uitgangspunt, maar hoe iemand zichzelf ervaart in verhouding tot zichzelf en de ander.

c) Functiegerichte diagnostiek Hierin gaan we na welke betekenis en functie de feiten innemen in het individuele levensverhaal. Functiegerichte diagnostiek vertrekt van de individuele gevoels-en denkwereld van de cliënt, van zijn concrete sociale inbedding en van zijn verhouding tot relaties, zijn seksualiteit, zijn angsten, zijn agressie, zijn verleden, zijn toekomst, zijn … en niet dat van ‘een groep’ of ‘categorie’. Het houdt een verschuiving in van de focus welke stoornis de oorzaak is van het gedrag naar de ervaring van verstoring voor de dader zélf en voor zijn omgeving.

4. Daders en slachtoffers: een complexe verstrengeling De hulpverlening wordt netjes met een scalpel verdeeld. Of je werkt met slachtoffers of je werkt met daders. Wanneer de stukken zijn rondgestrooid moet die dader ze zelf weer zien samen te puzzelen. Wat te doen met daders die ook slachtoffer zijn? En slachtoffers die ook dader zijn? Heel wat hulpverleners hebben het gevoel dat, indien ze het slachtofferschap van de dader bespreken, ze de dader vrijpleiten. Het gaat echter om een precair evenwicht. Erkenning en verantwoordelijkheid.

Opgelegde hulpverlening is altijd besmet door de verplichte aard van de begeleiding. Je hebt sowieso de ruis van ‘de verplichting’. Ik kan als hulpverlener naar deze ‘wet’ refereren zonder dat ik er zelf mee wordt gelijkgesteld. Het vrijuit laten spreken over agressie staat in schril contrast met het steeds benoemen ervan als een risicofactor en het spreken zo het zwijgen op te leggen. In de begeleiding zien we dat deze identificatie met het woord ‘dader’ geen definitieve uitkomst mag zijn, maar een tijdelijke identificatie. Een noodzakelijke tijd om tot een andere positie te komen.

Veel plegers zitten volledig vast in de identificatie met ‘de pleger’ Veel plegers zitten volledig vast in de identificatie met ‘de pleger’. Of ze nemen dit woord volledig op zich, waardoor ze verstenen of ze verwerpen het vollédig waardoor ze alle verantwoordelijkheid van zich afwentelen. De identificatie met het woord dader mag geen definitieve uitkomst zijn, maar een tijdelijke identificatie. Een noodzakelijke tijd om tot een andere positie te komen. De ‘waarom vraag’ naar het geweld is vaak naast de kwestie. Telkens weer botst men op de muur van het niet begrijpen, van het ‘onzinnige’ van de agressie.