CULTURELE INSTELLINGEN EN BELASTINGEN Dinsdag 30 mei 2017 Dr CULTURELE INSTELLINGEN EN BELASTINGEN Dinsdag 30 mei 2017 Dr. Dick Molenaar
ANBI-CULTUUR STATUS Cultuur is in het algemeen belang (art. 5a, lid 3, onderdeel c Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR)) Specifieke status als culturele instelling (art. 5a, lid 4 AWR) Voordelen ANBI-cultuur: Multiplier van 25% extra giftenaftrek voor inkomstenbelasting en 50% voor vennootschapsbelasting Bestedingsreserve (art. 12 Wet op de vennootschapsbelasting (VPB)) Voordelen ANBI: Geen schenk- en erfbelasting op ontvangen giften en erfenissen Teruggaaf van 50% energiebelasting Klam
VENNOOTSCHAPSBELASTING (VPB) Stichtingen zijn belastingplichtig indien en voor zover ze een onderneming drijven (art. 2, lid 1, onderdeel c Wet VPB) Winstoogmerk, of feitelijk winst maken Vrijstelling voor indirecte overheidsbedrijven is per 2016 vervallen Ook belastingplichtig als wordt geconcurreerd met anderen die ondernemer zijn (art. 4 Wet VPB) Lage drempel N.v.t. als structureel verlies gemaakt wordt (HR 7 sep 1988, BNB 1988/296) Vrijstelling als winst minder is dan (art. 6 Wet VPB): € 15.000 per jaar of € 75.000 per 5 jaar (verliezen op 0 stellen)
VPB (VERVOLG) Niet belastbaar: giften (HR 10 maart 1999, BNB 1999/208) Aftrekbaar: fictieve vrijwilligerskosten Uren x minimumuurloon van € 8,90 (óf hoger loon) Ook evt. van bestuur of RvT In mindering brengen: betaalde vergoedingen Maar gratis toegang tot voorstellingen telt hiervoor niet mee, want gerichte vrijstelling onder WKR (voorziening op de werkplek) Beide zijn aftrekbaar voor zowel de vrijstellingsgrenzen van art. 6 Wet VPB als, indien die worden overschreden, de belastbare winst
VPB (VERVOLG) Winst volgens jaarrekening - Giften - Fictieve vrijwilligerskosten ------------------ Belastbare winst 1: toetsing aan vrijstellingsgrenzen + Aftrekbeperking gemengde kosten (€ 4.500 / 0,4% loonsom / 26,5% kosten) - Investeringsaftrek (28% van investeringen / max. over € 60.000 / aflopend) Belastbare winst 2 - Evt. verliesverrekening van andere jaren (1 jaar terug / 9 jaar vooruit) - Evt. bestedingsreserve voor investeringen + projecten komende 5 jaar Belastbare winst 3 VPB: 20% tot € 200.000 winst / 25% daarboven
NADELIG GEVOLG VPB Wet op de bestuurdersaansprakelijkheid (WBA) is van toepassing als een stichting VPB-plichtig en niet vrijgesteld is Bestuurders en toezichthouders aansprakelijk voor: Belasting- en premieschulden, tenzij tijdig betalingsonmacht is gemeld Faillissementsschulden ontstaan door wanbeleid (bewijslast curator) Geen VPB-plicht, dan is aansprakelijkheid beperkt tot onrechtmatige daad. Dat is als bestuurder of toezichthouder van te voren wist dat de aangegane verplichtingen niet zouden kunnen worden nagekomen. Voorbeeld muziekfestival in Groningen dat contract met podiumbouwer aanging toen de financiering nog lang niet rond was. Bij later faillissement werd bestuur aansprakelijk gesteld.
TERUGGAAF ENERGIEBELASTING ANBI’s hebben recht op teruggaaf van 50% van de betaalde energiebelasting (art. 69 Wet belastingen op milieugrondslag (WBM)) Mits niet aan de VPB onderworpen dan wel daarvan vrijgesteld Belastingdienst Emmen behandelt aanvragen Lobby begonnen om deze beperking uit de wet te krijgen, maar vooralsnog staat die er in.
WET DBA Momenteel gedoogperiode tot 1 januari 2018 Wat te doen: Geen handhaving door Belastingdienst, dus geen boetes en naheffingen als bij een controle toch dienstbetrekkingen worden geconstateerd Plus Belastingdienst zal dan “in coachende rol meedenken hoe het daarna verder moet” (Derde Voortgangsrapportage van 19 nov 2016) Maar je mag niet kwaadwillend zijn, dus je moet wel iets doen Wat te doen: Oude VAR’s blijven gebruiken Essentiele elementen van goedgekeurde, algemene modelovereenkomsten opnemen in overeenkomsten/bevestigingen Gezond verstand blijven gebruiken: echte dienstbetrekkingen gewoon in dienst nemen Rapport “Varianten kwalificatie dienstbetrekking”/ nieuw kabinet
ARTIESTENREGELING (AR) Is pas van toepassing als er geen gewone dienstbetrekking is (art. 5a Wet op de loonbelasting (LB)) Uitstappen uit de AR: met eigen verklaring Met dit optreden ontstaat geen dienstbetrekking. Hierdoor kan echter wel de artiestenregeling van art. 5a Wet LB en art. 4 Besluit van 24 december 1986 (sociale verzekeringen) van toepassing zijn, maar de artiest of het gezelschap kiest er voor om géén gebruik te maken van deze artiestenregeling, dus om géén loonheffingen te laten afdragen en niet verzekerd te zijn voor de werknemersverzekeringen. Bij een gezelschap geldt dit voor alle artiesten. Hiermee wordt voldaan aan art. 3bis UB LB en art. 4, lid 2 Besluit 24 december 1986. Door deze keuze mag de gage voor het optreden bruto (als uitkoopsom) aan de artiest of het gezelschap uitbetaald worden. of goedgekeurde modelovereenkomst
AR (VERVOLG) Inhoudingsplichtigenverklaring (art. 8a, lid 3 Wet LB) Evt. verloningsbureau Zo niet, dan gageverklaring Kleinevergoedingsregeling van € 163 per artiest per optreden Verloning: 36,55% LB + WW- en WAO-premie Buitenlandse artiesten en gezelschappen Geen LB als ze uit 94 verdragslanden komen Uit ander land, dan 20% LB, tenzij kostenvergoedingsbeschikking (KVB)
SUBSIDIE, FONDSEN EN BTW Subsidie en fondsenbijdragen zijn normaliter niet belast met BTW, omdat er geen prestatie geleverd wordt aan de subsidiegever resp. het fonds Er mag volgens de Algemene wet bestuursrecht wel een subsidieovereenkomst worden gesloten, inclusief prestaties en verantwoording Let op bij een fonds met het moeten vermelden van de naam Geen nadelige gevolgen voor aftrek van voorbelasting, tenzij: Alleen subsidie of fondsenbijdragen Verschillende activiteiten, sommige alleen met subsidie en fondsenbijdragen, andere ook met eigen BTW-inkomsten, tenzij nauwe onderlinge samenhang