Contra- en Nadere Reformatie Actie roept om reactie.
Contra-Reformatie. Periode 1520 – 1600 Reformtie via de pausen Kloosterorden geroepen tot soberheid Theologen tot studie Leken tot devotie. Adrianus IV maakt in 1522 een begin Via Spanje komt de inquisitie
Ingnatius van Loyola (1491 – 1556) Jezuïeten orde Prediking en karaktervorming – biecht en onderwijs. Verbeeldingskracht. Concilie van Trente Later Bologna Vulgata en kerk bepalen de exegese. Paus krijgt soevereine macht ten koste van het concilie.
Leer gepreciseerd Eredienst geüniformeerd Organisatie gecentraliseerd. Europese verdeling. Noorden – Luthers Zuiden – Rooms Midden – voortdurende strijd 1555 Vrede van Augsburg – iedere vorst bepaald zelf de godsdienst in zijn gebied
Protestanten Lutheranen verdeeld Hugenoten bestreden Engeland wankelt tussen Rooms c.q. Anglikaans en Protestant. Schotland – John Knox Geloofsnaam was/werd partijnaam. Puriteinen – strakke zondagsrust, sobere preekdienst, stemmige kleding, ernstig levensgedrag
Hervorming in Nederland Groot strijdpunt was Avondmaalsleer Aanzetten tot levensheiliging moeilijk. Dopersen. Melchior Hoffman – wederkomst verwacht Grote verwachting bij de armen. Ernstige wereldmijding. Jan Gerritsz. Versteghe – pastoor van Garderen – Anastasius Veluanus. Wedergeboorte moet blijken uit levensgedrag
Philips II van Spanje zoekt via staat en kerk het land volkomen katholiek te houden. Guido de Brés 1522 – 1567 NGB Petrus Dathenus 1531 – 1588 Na 1566 toename van de kracht van de Calvinisten. Willem van Oranje 1533 – 1584 Beroep op Augsburg 1555 Hagepreken. Kerkenraden - verzetskernen
Beeldenstorm – schadelijk voor echte doel Periode met Alva Vraag naar een officiële synode Marnix van St. Aldegonde Dood van 19 Gorkumse geestelijken. Vrijheidsoorlog – godsdienstoorlog. Leiden in 1575 – hoge school – opleiden van predikanten. In 1585 – Franeker. Unie van Atrecht en unie van Utrecht Scheiding tussen zuid en noord steeds verder.
Overheid blijft invloed houden in kerk Zoeken van de kerk naar zelfstandigheid Reformatorische christenen uit het zuiden meer gevoel voor breed-kerkelijk denken, dan voor kerkenraad en belijdenis. 1/3 deel in Noord-Nederland R. K.