BB - Theorie Donderdag 3 november
Vandaa g A en A Terugblik vorige week: cijfer terug? Sturen versus loslaten Nieuwe hoofdstukken Omgaan met agressie Beinvloeden door begeleiden Afsluiting
Sturen versus loslatenvanaf blz. 108 Bewust worden van je keuzes in beïnvloeden. keuzes in begeleiden. Factoren die een rol spelen bij je keuzen van begeleidingsvorm: -Je eigenmogelijkheden en vaardigheden -De persoon of personen de je begeleid -Omstandigheden waarin jij en de cliënt zich bevinden -Soort van activiteit -De sfeer -Het doel
Autoritaire vorm: bijvoorbeeld “zo doe je het niet goed, het moet zo!” roept een gevoel van veiligheid en bescherming op. Begeleidingsstijl kan als bazig worden ervaren en als te controlerend. Cliënten kunnen het gevoel krijgen dat zij geen ruimte hebben voor eigen inbreng. Democratische vorm: “het lijkt me eter de hamer zo vast te pakken, je hebt dan meer kracht om te slaan”. voor de cliënt is deze vorm van begeleiden ondersteunend en motiverend. Omdat je ook je waardering uitspreekt, voelen cliënten zich gewaardeerd en serieus genomen. Hun eigen kwaliteiten komen uit de verf en daardoor bevordert deze vorm van begeleiden het gevoel van eigenwaarde.
Laisser faire vorm: Je spreekt geen oordeel uit over de prestatie en je geeft je mening niet. Tenzij erom gevraagd wordt. Een gevoel van vrijheid. Er wordt een beroep gedaan op hun zelfstandigheid/verantwoordelijkheid. Cliënten kunnen zichzelf zijn. Als cliënten dit niet aan kunnen, kunnen ze het gevoel hebben dat ze zwemmen (stuurloos).
Groepsregels en vraaggericht werken Inspelen op de behoeften van cliënten. (ook kleinere dingen en speciale wensen). Individueel Het groepsleven wordt beheerst door groepsregels Afspraken tussen cliënten in een groep of tussen bewoners in een wooneenheid. Voorbeeld: hoe laat avondeten is. Kunnen het elkaar lastig maken. Regels zijn belangrijk, maar er kan best eens afgeweken worden.
Macht en gezag Deze twee begrippen staan met elkaar in verband, maar zijn toch verschillend. Het verschil zit in de druk die je als begeleider uitoefent om de ander te beïnvloeden.
Opdracht nabespreken Gezag: Wanneer spreek je van gezag? Welke verwachtingen hebben cliënten van jou op het gebied van gezag? Kenmerken van gezag Hoe ontstaat gezag Op welke manier voer je druk uit? Macht: Waarom klinkt “macht” negatief? Wanneer speelt macht een rol? Welke verschillende vormen? En wat houden die in? Wat is het gevaar wanneer je vanuit machtspositie werkt?
Omgaan met agressie blz. 115 Waarom is dit juist nu van toepassing om te bespreken? Cliënten worden mondiger en kritischer. Vraaggericht zorg Daardoor lijkt de kans op eisend agressie gedrag den toenemen.
Verbale en fysieke agressie. Agressie: gewelddadig handelen met het doel schade toe te brengen, aan de materiele omgeving, aan zich zelf of aan anderen. Hulpverlening wordt vaak door cliënten gezien als iets waar je recht op hebt. Hulpverleners die dus beschikbaar moeten zijn, cliënten voelen zich benadeeld als er niet meteen op eisen ingegaan kan worden. Dat vergroot de kans op geweld
territoriumgevechten Begrensd leefgebied. Zo`n gebied geeft een gevoel van privacy. Als begeleider treedt je gemakkelijk iemands eigen terrein binnen, waardoor je de cliënt gemakkelijk te dicht op de huid zit (meestal om cliënten te beschermen). In een groep speelt de aantasting van het territorium ook tussen cliënten onderling. Wanneer cliënten niet kunnen praten, geven ze de ander een schop of elle boog. Dit pikken cliënten vaak van elkaar. Voor begeleiders is het vaak moeilijker. Fysiek geweld mag niet, toch is er begrip voor. Omdat het vaak de enige manier is om een terrein af te bakenen. Jij kunt je met woorden weren, maar cliënten met een verstandelijke beperking, met een psychiatrisch ziektebeeld of ouderen met dementie kunnen dat niet. (voorbeeld blz. 116)
Bang zijn voor of boos zijn op een cliënt. De neiging voorbegeleiders is al snel om bepaald gedrag op zijn beloop te laten of te negeren om escalatie te voorkomen. Deze angst bij hulpverleners/begeleiders is begrijpelijk. Wel op aanspreken wanneer een cliënt verbaal bereikbaar zijn. Opdracht: Welke kwaliteiten heb je nodig als je in aanraking komt met agressie? Blz
Grenzen stellen Je cliënten duidelijk maken wat van hun verwacht wordt en veilige grenzen stellen. Zowel individueel als groep. Grenzen hebben te maken met bedoelingen. Je hebt met het stellen van grenzen bedoelingen voor ogen, je wilt daarmee iets bereiken: veiligheid, rust, overzicht en bescherming. In de groep kan een regelen dan voor de ene helpend zijn, maar voor een ander kan storend of beperkend. Het biedt structuur in een groep. Cliënten moeten wel weten wat die grenzen zijn en waarvoor die er zijn. Emotie daarop moeten cliënten kunnen/mogen uiten.
Wat (niet) te doen? Er bestaat geen methode om alle agressie te voorzien en te voorkomen. Wel zijn er richtlijnen afhankelijk van de cliënt en situatie. Opdracht: Lees dit kopje door, blz
Beinvloeden door begeleiden blz. 119 Een teveel aan zorg en sturing kan belemmerend werken voor: -Het vergroten van een verantwoordelijkheidsgevoel -Het leren nemen van initiatief -Het ontwikkelen van zelfstandigheid -Het leren zelf problemen op te lossen -Het ontwikkelen van een gevoel van eigenwaarde en zelfrespect. Het is belangrijk je bewust te zijn van je eigen gedrag in de begeleiding. Door bewust te kiezen voor een bepaalde vorm van begeleiden, kun je bepaald gedrag uitlokken. Door onbewust een bepaalde vorm van begeleiden aan te nemen, kun je reacties uitlokken die je niet bedoeld had.
7 manieren om mensen bewust te beïnvloeden 1.Informeren 2.Overtuigen 3.Afdwingen 4.Ondersteunen 5.Onderhandelen 6.Voorbeeldgedrag 7.Coachen Jouw behoeften zijn niet automatisch de behoeften van de ander.
Opdracht Blz. 3 t/m 38 Blz. 108 t/m PowerPoints Maak vraag/ antwoorden over de lesstof en stuur die naar mij. Bekijk de onderwerpen en schrijf vragen en onduidelijkheden op