Thema Winkelen Kleuterplein. De euro, het geld, de munt Kassa en kassajuffrouw De portemonnee De prijs, kosten, duur, goedkoop Boodschappenlijstje Winkelmand,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Simultaan Tafelrondje
Advertisements

Rekenen in groep 1 t/m 4 De doorgaande lijn.
Digibordlessen rekenen de uitvinder
Herhalingsoefeningen
Kopen en verkopen les 74.
April 2006 Annie M.G. Schmidt school Welkom in de Annie M.G. Schmidt school….. Kunst/cultuur thema: Vincent van Gogh april 2006.
Met 30% korting! Dus nu voor 50 euro!
Service en Garantie Niveau 2 Kerntaak 2.
Stomme hond. Zelf Klikken Een slager is druk aan het werk in zijn winkel. Hij merkt dat er een hond in de winkel zit en jaagt die weg. Enkele minuten.
Schoolgruiten Hannie Poletiek, GGD Groningen 13 september 2010.
Klik ergens op het witte deel van deze pagina om verder te gaan
Kassabon controleren en tellen
1.
Gemaakt voor alle leerlingen voor de basisklassen van het 3 e leerjaar.
EEN KIJKJE BIJ DE KLEUTERS! Een dagje in onze klas!
Toepassingen 5L week 10: ‘Koopjes’ KORTING 100,00 euro afslag een vermindering van 10 % 1/10 korting Betaal 15,00 euro minder! het tweede artikel aan de.
Jongeren & geld. Zakgeld Hoeveel zakgeld krijgen jongeren? leeftijdzakgeld (per maand) 12€ 19 13€ 23 14€ 25 15€ 30 16€ 31 17€ 36.
Woordjes leren.
Uitleg  In dit spel is het de bedoeling dat je zoveel mogelijk punten verzamelt door vragen goed te beantwoorden.  In ronde 2, 3 en 4 staat er ook een.
Raadsels oplopend in moeilijkheidsgraad
Thema. Start activiteit Wat heb je nodig? Stopwatch Kennis van de lente Doel: Woordenschat vergroten over de lente.
Zie jij de groene cirkel?
Info avond groep 1-2 Welkom allemaal. Auditieve/ taalontwikkeling Fonologisch bewust zijn Fonemisch bewust zijn Letterkennis Mondelinge taal, Zinsbouw.
Periode 4 Kassawerkzaamheden Kerntaak: kassatransacties afhandelen en/of deze leiden Hoofdstuk: Gebruiksklaarmaken van het afrekenpunt/ -systeem Par: 1.1.
Uitleg  In dit spel is het de bedoeling dat je zoveel mogelijk punten verzamelt door vragen goed te beantwoorden.  In ronde 2, 3 en 4 staat er ook een.
Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test Groep 5.
Periode 1: week 5 Presentatie. Planning  Presentatie  Inrichting  Kleur.
Er zijn 12 paarden. 4 paarden lopen buiten. De andere paarden zijn in het hok. Hoeveel paarden staan in het hok?
Presentatie ouderbijeenkomst
H3 Financiering van een bedrijf
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
In een speeltuin zijn 44 kinderen aan het spelen.
Cognitieve ontwikkeling bij kleuters
Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test
Stomme hond. Zelf Klikken.
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
Mol en beer.
VWO 6 Wiskunde C – les 1 Meneer Ypma.
Beste Havo 4..
Spelling Woorden afbreken.
Rekenen Verhoudingen 2f
NSCCT Instructie groep 4
Kleuters spelen toch alleen maar?
NSCCT Instructie groep 5
Oefenopdrachten met uitleg
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Mondeling Nederlands Cursus 2 – Module 7 Dag 1.
NSCCT Instructie groep 7
Ouderbijeenkomst ©Rezulto Onderwijsadvies in opdracht van de PO-Raad.
NSCCT Instructie groep 6
Zeeslag Bron: csunplugged.org / csunplugged.nl.
Mondeling Nederlands Cursus 1 – Module 5 Dag 1.
Deelvraag: Waar hoor ik bij?
werkblad 1. van: …………………………..
Boodschappen doen.
SEL Les 2: normen en waarden.
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
waar / niet waar HET IS BELANGRIJK OM VEEL GELD TE VERDIENEN
NSCCT Instructie groep 4
Eens / oneens EEN PRODUCT IS GOED ALS HET DUUR IS
NSCCT Instructie groep 5
NSCCT Instructie groep 6
Raden, regels en redeneren Groep 7 en 8
NSCCT Instructie groep 7
ik zie….ik zie…..wat jij niet ziet
Ouderbijeenkomst Thema Mensen.
Kom maar op…. Ik zal je laten zien hoe slim ik ben…
Verder rekenen met kommagetallen
Basis 8 geld. Basis 8 geld Paragraaf B8.1 Euro’s.
Transcript van de presentatie:

Thema Winkelen Kleuterplein

De euro, het geld, de munt Kassa en kassajuffrouw De portemonnee De prijs, kosten, duur, goedkoop Boodschappenlijstje Winkelmand, winkelwagen Betalen, wisselgeld, Inpakken, uitpakken Vergeten Aanbieding, korting, reclame, de folder De bon Caissière, de klant, de winkelier, de vakkenvuller, De diepvries De beurt, de rij, wachten,, De supermarkt, de slager, de bakker, de groenteboer, de markt, Inhoud Woordenschat 1 t/m 7 Rekenbegrippen Taal Tegenstellingen blz. 17, Welk woord is langer? Blz. 20 / 21 Hoeveel lettergrepen hoor je? Blz. 22 / 23 Auditieve synthese 24/25 Welk woord hoor je vooraan? Blz. 26 Welk woord hoor je achteraan ? Blz. 27 Welke letter hoor je vooraan ? Blz. 28 / 29 Categoriseren blz. 30 Heen en terug tellen t/m 10 blz. 41 Positie bepaling, voor, achter, 1 e laatste etc. blz. 15 Erbij, eraf, meer, minder, evenveel blz. 16 /35/36/37/3835/36/37/38 Vormen blz. 17 Heen en terug tellen t/m 20 blz. 42 Verder tellen vanaf een gegeven getal. Blz.33/34 Getal symbolen koppelen aan hoeveelheid.blz.31/32 Buren van gegeven getal blz.39/40

Woordenschat Betalen, wisselgeld, afrekenenPortemonnee Euro, munt

Woordenschat CaissièreWinkelmand Lopende bandWinkelkar/boodschappenkar Klant kassa kassabondiepvries

Woordenschat folder Korting, aanbieding Prijskaartje Kosten Hoe duur prijs Reclame

Woordenschat Stuiterbal, kost weinig geld Nintendo, kost veel geld goedkoop duur

Woordenschat, beroepen Groenteboer Slager Bakker Vakkenvuller marktkraam Slager

Woordenschat, vormen driehoek schuin Rond, cirkel vierkant

Woordenschat, positie bepaling In de rij staan Wachten Vooraan, voor Achteraan, achter De volgende, de laatste Op je beurt wachten Daarna Eerste, tweede, …. Tegenover elkaar staan

 Hierin bewaar ik mijn geld portemonnee  Als ik iets koop, moet ik..  Betalen   Als ik teveel heb betaald krijg ik geld terug, dit heet…  wisselgeld  Hier leg ik mijn boodschappen op als ik wil gaan betalen.  Toonbank of lopende band  Als ik moet wachten sta ik in de  rij Raadsels

 Hier doe ik mijn boodschappen in, als ik door de winkel loop.  Winkelmand of boodschappenkar  Ik kijk op dit papiertje als ik wil weten wat ik nodig heb, want ik kan niet alle dingen onthouden.  boodschappenlijst  Hierin zit het geld van de Caissière.  kassa  Als ik klaar ben met betalen, krijg ik een papiertje waarop staat wat ik allemaal gekocht heb en hoeveel ik heb betaald. (kassa) bon  Deze mevrouw zit achter de kassa.  Caissière Raadsels

 Deze meneer of mevrouw verkoopt groente en fruit. groenteboer  Deze meneer verkoopt vlees  Slager  Deze meneer of mevrouw verkoopt brood en taarten.  Bakker  Het is een soort tentje waar ze ook spullen buiten verkopen. Kraam, markt  Ik ben iemand in de supermarkt die zorgt dat de schappen weer vol staan vakkenvuller Raadsels beroepen

 Als iemand op tv. Zegt dat iets heel lekker of goed is dan maakt iemand Reclame  Als iets goedkoper is dan normaal dan is het in de  Aanbieding of korting  Het is een soort boekje waarin allemaal staat wat er te koop is en hoe duur het is. Folder  Het is een soort kaartje of stickertje waarop staat hoeveel ik moet betalen.  prijskaartje Raadsels

 Als ik helemaal achteraan sta in een rij dan ben ik de  Laatste  Als ik 1 e ben dan sta ik helemaal …..de rij.  Vooraan  Als ik iets ga kopen in de winkel, dan ben ik een ….  Klant Raadsels

Positiebepaling Wie is de eerste? Wie is de laatste? Blauw (1) is nu aan de beurt, wie is daarna? Als rood aan de beurt is, wie is de volgende? Wie staat achteraan? Wie staat vooraan? Wie staat in het midden van de rij? Wie is de één na laatste

 erbij, meer  eraf, minder  evenveel Reken-begrippen 4 4

kortlang Smal breed Tegenstellingen

Welke is kort? Welke is lang?

voorkant achterkant Tegenstellingen

boodschappen kar  kassa paprika Welk woord is langer?

 portemonnee tomaat Welk woord is langer? kraamslager

Hoeveel lettergrepen? be- ta- len eu - ro

Hoeveel lettergrepen? fol -der Prijs-kaar-tje rij Diep-vries

 bood - scha – (p)pen  po – te – mo –(n) nee  be – ta - len Welk woord hoor je ? Samenvoegen lettergrepen: bij deze oefening wordt auditief afgebroken, dit is iets anders dan afbreken van woorden tijden het schrijven..

Welk woord hoor je ? Auditieve synthese r - ij eu – r - o k – a – ss - a

Welk woord hoor je vooraan? reclame gesloten driehoek

Welk woord hoor je achteraan ? kortingbon vakkenvuller

Welke letter hoor je vooraan ? r m k ij unt assa

Welke letter hoor je vooraan ? b akker tomaat w inkelmand

Categoriseren.

Welk prijskaartje hoort erbij ?

Hoeveel appels moeten er in de tas ?

Verder tellen. Er zitten nog 2 in de koekjestrommel, hoeveel koekjes heb ik er samen? 2

Hoeveel flesjes heb jij ? 12

In welke trommel zitten de minste koekjes ?

6 2

Wie heeft de meeste koekjes ?

Verdeel eerlijk en geef ieder evenveel.

Wie zijn de buren ? ??

? ?

Terug tellen. ? ? ? ?

? ? ? ?