WOORDEN 2.7 Stijlfiguren 1. 1.De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: pleonasme en tautologie 2 AAN HET EINDE VAN DEZE.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
STAPPEN OM DE FOUT TE VINDEN.
Advertisements

Remedial stijl College 4
STIJLFIGUREN TEKSTSTIJLEN BEELDSPRAAK
Wat gaan we doen vandaag?
Zingen Vers 1 Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal:
Planning: Cijfers SO herhaling BB klas 2 Doornemen studiewijzer Start
PW hst. 4 (ma ) Spelling Werkwoorden: pv, vd, twd, inf.,bijv. nw (vd of twd) Koppelteken, trema, apostrof.
Hij was maar een clown in ’t wit en in ’t rood hij was maar een clown
Stijl Extra uitleg 4 havo.
Formuleren Herhaling van de stof van klas 4
PowerPoint presentatie Gemaakt door Marjolein en Charlotte Natuurkunde.
SE-Seneca voorbereiding op CE 2013!
Woordraadstrategieën
Hoofdstuk 2 Stijl en Beeldspraak.
Inhoud les Herhaling Uitleg Film Opdrachten/ huiswerk.
Paragraaf twee: verkeerde verwijswoorden
In de weer voor het klimaat
Krachten [Luke:] “I can’t believe it” [Yoda:] “That is why you fail”
Paragraaf 1.2 Les 3: Hoe blijven planten stevig?.
Cursus Formuleren Nieuw Nederlands
WOENSDAG 16 MAART VRIJDAG 18 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA  15 minuten lezen uit het leesboek  Bespreken werkplanner  Nakijken opdracht 3 en 4 (lezen)
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Briant College Cursus formuleren h1 Par 1 ‘Dubbelop’
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
TAALONDER ZOEK 2.10 SOCIOLECTEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Wat groepstaal is. 2.Hoe sociale groepen zich onderscheiden via groepstaal. 3.Het belang.
WOORDEN 5.7 Spreekwoorden en uitdrukking uit de bijbel.
WOORDEN 5.3 SPREEKWOORDEN EN UITDRUKKINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE: Een aantal spreekwoorden en hoe je betekenis daarvan kunt afleiden Wat.
WOORDEN 3.7 STIJLFIGUREN De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: hyperbool, eufemisme, understatement, litotes.
WOORDEN 5.7 VERSTERKINGEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Herhaling: Wat een samenstelling is 2.Wat een versterking is van een bijvoeglijk naamwoord.
WOORDEN 2.7 HOMONIEMEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.De betekenis van de leerwoorden in deze paragraaf. 2.Wat homoniemen zijn.
EEN MANIER OM DE BETEKENIS VAN ONBEKENDE WOORDEN IN EEN TEKST TE VINDEN Woordraadstrategieën.
Woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
Klas 3vwo Over lezen Blok 3
Een beoordeling schrijven
Foutieve samentrekking
Beeldspraak: de vergelijking
Hij,ze,hem,haar,zijn,deze,dit,die,dat
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Griekse leenwoorden samenstelling en afleiding
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Poëzie “Hoe breek ik een gedicht open?”.
London Tower Block Fire
Een reisverslag schrijven
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
Onderwerp, deelonderwerpen en hoofdgedachte
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Aantrekkelijk formuleren
Inhoud les Herhaling Uitleg Film Opdrachten/ huiswerk.
Woorden 4.7 Stijlfiguren.
Mannelijke en vrouwelijke woorden
Woorden 4.3 Woordvorming bn en zn.
Lezen samenvatten.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 BK Lesweek 4
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 KGT Lesweek 1
Formuleren 11 havo.
Hoofdstuk Conflict en cultuur.
Schrijven 2.5 en 2.6 Formuleren en stijl 2.3 en 2.4
Leerjaar 3 Nask1 H7 Materie §1 Moleculen.
S.O. H7 MATERIE §Test jezelf
Hoofdstuk 5 Grammatica woordsoorten
Voortplanting Basisstof 3.
Hoofdstuk 3 Wat gaan we doen? Terugblik Doel van vandaag Nieuwe stof
Paragraaf 3 Rivieren van ijs
Een gesprek voeren Boek Begeleiden H14 en H15 (t/m par. 15.2)
Thema 4: gedrag 4.1 Geprikkeld
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

WOORDEN 2.7 Stijlfiguren 1

1.De betekenis van de woorden uit deze paragraaf 2.Wat stijlfiguren zijn: pleonasme en tautologie 2 AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE

De houten boomstam wordt snel omgehakt. Met veel pracht en praal werden de soldaten binnengehaald. De witte sneeuw ligt er mooi bij! De jongen zat er eenzaam en verlaten bij. 3 WAT VALT JE OP..

1.Tautologie Als hetzelfde twee keer wordt gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordsoort: Bijvoorbeeld: nooit en te nimmer, gratis en voor niets enz. 2.Pleonasme Een deel van de betekenis van een woord/woordgroep wordt nog eens door een ander woord uitgedrukt. Dat andere woord is meestal van een andere woordsoort: Bijvoorbeeld:de witte sneeuw, het dode lijk enz. 4 TAUTOLOGIE EN PLEONASME

overbodige herhaling vaak overbodig en nutteloos 5 FILMPJE VAN DE SPELD

M opdr paragraaf woorden t/m 7 6 HUISWERK