1Workshop 13 juni 2013 Effecten suppleties op strandfauna en subtidaal macrobenthos Tussentijdse analyse 2009 - 2012 Thomas Vanagt, Harriette Holzhauer,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Drie mythen over flexibele werknemers Gastcollege SZW Congres Den Haag, 25 maart 2013 Arjan Heyma.
Advertisements

Open-Tops in Bergen aan Zee De Fysische Eigenschappen
SSL-studiedagen februari 2011 De invloed van de studieloopbanen in het secundair onderwijs op het succes in het hoger onderwijs Kim Bellens & Jan.
Hoe ziet een ecologisch geoptimaliseerde zandsuppletie er uit?
De aantrekkingskracht van uitzendwerk voor werkgevers De rol van ontslagbescherming Amsterdam, 9 juni.
Weer en klimaat in de VS.
Vitamine G1 Effecten van een groene omgeving op gezondheid, welzijn en sociale veiligheid J. Maas.
2 havo/vwo 2 landschap, §4.
Morfologisch onderzoek kust zand suppleren en wat daarvan komt
4 havo, H.2 Tot en met par. 12 af? PO-materiaal inleveren
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Les 5 - Klimaatsysteem van Köppen
Infraroodcabines met Vitae-Low Glare stralers.
Uit het oog uit het hart
April 20, 2010 Werkplan April 20, 2010 Programmering Wp 2010 Iteratief proces Mix van korte studies en trajecten voor een periode van 2 tot 4 jaar.
Werkt werken? Reinier Kuijsten, Jane- Murray Cramm, Job van Exel en Harry Finkenflügel.
Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek Beleidsdomein Landbouw en Visserij Instituut voor Landbouw en Visserij Onderzoek Epibenthos.
Warmte.
Recreatieve betekenis van de EHS
Jezelf bewegen…… De ander bewegen……
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Hoofdstuk 2 Aarde: Middellandse Zeegebied Paragraaf 6
Solar Influences Data analysis Center / Royal Observatory Belgium Waarom zonnetelescopen boven op een toren plaatsen? Wat is deze vreemde structuur?
Koppeling biotiek en abiotiek
1Veldcampagne ecologie Ameland 2010 Thomas Vanagt en Liesbeth van de Moortel Contact:
Ecologisch functioneren van Nederlandse sloten PLONS Ecologisch functioneren van Nederlandse sloten.
Klimaat herkennen.
Autonome auto’s Een onderzoek naar comfort, veiligheid en betrouwbaarheid van autonome functies in automobielen. Abstract In dit onderzoek is onderzocht.
8 april 2017 Resultaten onderzoek 2009
Suppleties Effecten op duinen
K.U.Leuven ESAT-TELEMIC GSM-”straling” - Wat zegt de wetenschap ? Prof. Dr. ir. Guy Vandenbosch ESAT-TELEMIC K.U.Leuven.
Albert Klein Tank 14 November 2009 Klimaatscenario’s: wat staat ons te wachten?
1 havo/vwo H2 klimaat, §4.
1 T/H Hoofdstuk 2 Klimaten § 7 - 8
1 HV Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-9
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 2-5
Monitoring van bodemvocht- en grondwaterkwantiteit door de Vlaamse Milieumaatschappij Niet alleen eten, maar ook drinken.
Camille Coussée 1 BaTP B2 DEPRESSIE PREVENTIE.  Betekenis: voorkomen van een ziekte  Doel:  meer kwaliteit van leven  mensen minder/korter ziek 
Cases Kamprechter  4 groepen: personen  Iedere groep max. 4 cases  Oorzaak van situatie is niet belangrijk  Doel: discussie over mogelijke oplossing.
Workshop basismonitoring Belgische offshore windmolenparken Thema 1: natuurlijke variabiliteit & gradiënten N. Vanermen & S. Degraer WINMON Workshop, Oktober.
Bodemgeschiktheid.
convenant Zandsuppleties en Natuur
28 januari 2016 Vogels Effecten van strand- en vooroeversuppleties op draagkracht voor vogels.
Evaluatieonderzoek VVTO Engels Kees de Bot Sieneke Goorhuis BCN/RUG.
Invloed klimaatverandering op waterhuishouding Texel Marcel Boomgaard 5 maart 2015.
Effecten van suppleren op de (zeereep-) duinen Utrecht, 28 januari 2016 Bert van der Valk en Harriëtte Holzhauer mmv N. de Vries, B. Arens, P.
ILVO Epibenthos en demersale visbemonstering in functie van vooroeversuppletie Ameland Annelies De Backer 28 januari 2016.
Ontstaan van het getij langs de Nederlandse kust
2 TH Hoofdstuk 4 Water § 2-4 Wereld. Grootste deel van het aardoppervlak = zee = zout Geschikt / Ongeschikt als drinkwater? Water Geschikt / Ongeschikt.
Albert Klein Tank en de projectgroep klimaatscenario’s van het KNMI Scenario’s voor klimaatverandering in Nederland.
Klimaatverandering en schade Alex Hoen, Verbond van Verzekeraars 4 februari 2016.
28 januari 2016 Morfologische ontwikkeling suppletie 2010/2011 Ameland Tommer Vermaas, Edwin Elias, Laura Vonhögen.
Bepaling van de microbiële diversiteit op mariene sedimenten via DGGE profielen voor het bepalen van de mogelijke impact van antropogene activiteiten Howest.
13 December 2013 Workshop Kustveiligheid- Kustlijnzorg Quirijn Lodder.
Evaluatie FAB-trainingen Mondriaan Parnassia GGz Centraal Een beknopt overzicht van uitkomsten 7 maart 2017.
Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van suppletie in Ameland Annelies De Backer.
Klimaatverandering en de broeikasgassen waterdamp en ozon
Dr. Karel Jan Alsem Noorderperssociëteit, Groningen, 1 juli 2013
studiedag Ongekwalificeerde Uitstroom door actiegroep
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
Paragraaf 3. Temperatuurverschillen op aarde Een deken over de aarde
Hoofdstuk 2 Klimaatzones en landschappen Paragraaf 9 en 10
Hoe sturen weersomstandigheden en teeltbeslissingen de groei en ontwikkeling van uien 7 maart 2012, Chris de Visser.
Deon Slagter Rijkswaterstaat WD
Onderzoekend leren Hoe zien opdrachten voor onderzoekend leren bij wiskunde er uit? Tool IE-2: Het vergelijken van gestructureerde en ongestructureerde.
Zomertijd en wintertijd
Enkele nuttige weetjes… Ken je land!
WoON 2012 Differentiatie woningaanbod in aandacht wijken
Impact van de pensioenveranderingen op het HR-beleid
Nadere Effect Analyse Methode voor effectbepaling Imagine the result.
Transcript van de presentatie:

1Workshop 13 juni 2013 Effecten suppleties op strandfauna en subtidaal macrobenthos Tussentijdse analyse Thomas Vanagt, Harriette Holzhauer, Koen Lock, Jan van Dalfsen

Overzicht Deel 1:strandfauna Methodologie Resultaten Discussie Deel 2: subtidaal macrobenthos Methodologie Resultaten Discussie Conclusies en kritische blik 2Workshop 13 juni 2013

Strandfauna: methodologie 3Workshop 13 juni 2013 Opmerking 2012 Waarom?

Strandfauna: waar? 4Workshop 13 juni 2013 Sinds 2011: Ameland West Zomersuppletie Wintersuppletie

Strandfauna: frequentie 5Workshop 13 juni 2013 Jaar septjuninovmrtjulisept AmelandWestBodemdieren T1T2T3T4T5 ImpactBodemdierenT0 T1T2T3T4 UitstralingBodemdierenT0 T4 SchiermnonnikoogReferentieBodemdierenT0 T1T2T3T4

Strandfauna: resultaten 6Workshop 13 juni 2013 Belangrijkste structurerende drivers? Mogelijkheden:jaar seizoen strand gebied morfologie wel/geen suppletie aantal maanden zomer/winter suppletie temporeel ruimtelijk suppletie

Strandfauna: temporele patronen - jaar 7Workshop 13 juni 2013 (beperkt) verschil in jaren (Anosim: R=0,102; p<0,001) Grootste verschil tussen 2010 en 2012 (Anosim posthoc)

Strandfauna: temporele patronen - seizoen 8Workshop 13 juni 2013 ZZNVZZ

Strandfauna: temporele patronen - seizoen 9Workshop 13 juni 2013 Geen seizoenseffect op gemeenschapsniveau (Anosim ns) Onduidelijk patroon wat betreft densiteiten Lage biomassa in 2012 gevolg van late strenge winter?

Strandfauna: ruimtelijke patronen - strand 10Workshop 13 juni 2013 Geen verschil tussen Ameland en Schier op gemeenschapsniveau (Anosim ns) Schier iets hogere diversiteit (niet weergegeven)

Strandfauna: ruimtelijke patronen - gebied 11Workshop 13 juni 2013 Geen verschil tussen de vier gebieden op gemeenschapsniveau (Anosim ns) Schier en Ameland west hoogste densiteiten

Strandfauna: ruimtelijke patronen - morfologie 12Workshop 13 juni 2013

Strandfauna: ruimtelijke patronen - morfologie 13Workshop 13 juni 2013 Hoog strand gemeenschap Hoog strand gemeenschap ?

Strandfauna: ruimtelijke patronen - morfologie 14Workshop 13 juni 2013 Laag strand gemeenschap Midden strand gemeenschap Duidelijke opdeling in 3 (of 4?) zones: hoog, midden en laag strand (Anosim R=0,413; p<0,001) In alle gebieden Hieraan gekoppeld: duidelijk zonatie van soorten Zonatie van soorten niet altijd constant!

Strandfauna: en de suppletie? 15Workshop 13 juni 2013 Anosim: ns

Strandfauna: en de suppletie? 16Workshop 13 juni 2013 Anosim: zeer lage R Subtiel verschil zomer versus rest

Strandfauna: en de suppleties? 17Workshop 13 juni 2013 Op gemeenschapsniveau lijkt er weinig aan de hand De wintersuppletie op Ameland West vertoont na 5 maanden een duidelijk herstel (dens+biomassa) Meer zelfs, hier lijkt sprake van ‘overcompensatie’ De zomersuppletie van Ameland Impact is in het najaar nog duidelijk merkbaar, tot vroege voorjaar erna Pas in de eropvolgende zomer lijkt er sprake van herstel (?)

Strandfauna: op soortsniveau 18Workshop 13 juni 2013 Scolelpis squamata herstelt zeer snel of overcompenseert Macoma balthica (geen echte strandsoort) verdwijnt na suppletie B. pelagica komt niet onmiddellijk terug na suppletie (?)

Strandfauna: op soortsniveau 19Workshop 13 juni 2013 Op soortsniveau is er wel sprake van een (korte termijn) effect, maar niet consistent Sommige soorten hebben een voorjaarsrecrutering nodig om te herstellen De voedselvoorziening voor vogels lijkt niet in het gedrang te komen, ook niet met een zomersuppletie

Subtidale macrofauna: methodologie 20Workshop 13 juni 2013 Niet altijd met meest recente morfologie Schier 2012 Waarom?

21Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: resultaten Belangrijkste structurerende drivers? Mogelijkheden:jaar seizoen strand gebied morfologie wel/geen suppletie (aantal maanden) zomer/winter suppletie temporeel ruimtelijk suppletie

22Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: temporele patronen - jaar

23Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: temporele patronen - jaar

24Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: temporele patronen - jaar Zeer grote variabiliteit tussen jaren, zowel bij de dominante soorten in densiteit en biomassa, als op gemeenschapsniveau (Anosim R=0,523; p<0,001) Met name Ensis speelt hierin een duidelijke rol (ook zonder nog significant; R=0,461) Maakt het onderscheiden van een mogelijk suppletie effect lastiger

25Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: ruimtelijke patronen - strand Zowel met (R=0,494; p<0,001) als zonder Ensis (R=0,501; p<0,001) is er een duidelijk verschil tussen Ameland en Schier Verschil zowel in soortenrijkdom als densiteit en biomassa (Ameland > Schier) Verschil zit vooral rond LW, H1 en T1 Maakt Schiermonnikoog minder geschikt als referentiegebied -> verdere analyses enkel Ameland

26Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: ruimtelijke patronen - gebied Geen significant verschil tussen Ameland Impact en Ameland Uitstraling (Anosim ns) Dit is inclusief het gesuppleerde gebied na de impact

27Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: ruimtelijke patronen - morfologie Invloed morfologie: verschillende gradaties Opdeling in 4 zones (op basis van Side Scan Sonar): Laag water:LW Ondiepe trog:T1 + B1 Banken: H1 + T2 + H2 + B2 + H3 + H4 Offshore:HD Opdeling in 7 zones (op basis van inschatting energetische impact): laag water, ondiepe trog, ondiepe bank, diepe trog, diepe bank en offshore Opdeling in 10 zones zoals bemonsterd (op basis van morfologische entiteiten)

28Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: 4 zones

29Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: 6 zones

30Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: 10 zones Tot het meest gedetailleerde niveau: duidelijk effect van morfologie, maar vooral gelinkt aan dieptegradient De meest ondiepe stations en B2 gekenmerkt door lagere densiteiten en soortenrijkdom Belangrijk om rekening mee te houden voor onderzoeken suppletie- effect

31Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie? Enkel kijken naar de suppletiezone: H1 – T2 – H2 – B2 – H3

32Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie?

33Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie?

34Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie? In 2011 een duidelijk effect van de suppletie, vooral op B2 Beperkte uitstraling (paar 100 meter) Snel herstel in eerder aangelegd gedeelte (opgevulde trog) In 2012 is op gemeenschapsniveau geen suppletie-effect meer waarneembaar

35Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: op soortsniveau

36Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: op soortsniveau

37Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: op soortsniveau Beperkt aantal soorten herstelt niet binnen de 14 maand Meeste soorten volledig herstel binnen 14 maand Sommige soorten volledig herstel binnen 2 maand Een enkele soort ‘profiteert’ van de suppletie

Conclusies Belangrijk om rekening mee te houden: ‘ecologische’ suppletie -> nauwelijks afwijkend sedimenttype! Één suppletie gevolgd Geen informatie over vergelijkbaarheid van gevoeligheden in andere regio’s (Hollandse kust, Delta kust) 38Workshop 13 juni 2013

Conclusies strandsuppletie Strandsuppletie heeft een kortstondig effect Wintersuppletie is tegen de zomer al grotendeels hersteld Zomersuppletie lijkt pas daaropvolgende zomer hersteld Maar: belangrijkste voedselbron (gemshoornworm) lijkt ook van een zomersuppletie weinig last te hebben De voorjaarsrecrutering lijkt belangrijk voor herstel Logisch? -> extreme dynamiek op stranden 39Workshop 13 juni 2013

Conclusies vooroeversuppletie Kort na de suppletie ontstaat een ‘dode zone’ Maar: deze dode zone is beperkt in omvang en tijd Er is sprake van een heel beperkt uitstralingseffect Gedeeltelijk herstel treedt reeds na enkele maanden op Na een jaar (najaar, voorjaar en zomer) is er sprake van een quasi compleet herstel Vooral schelpdieren (nonnetje) vertonen een langere hersteltijd 40Workshop 13 juni 2013

Conclusies suppleren Kan je zowel in de zomer als winter op het strand suppleren, met een lichte voorkeur voor de winter Zal een grootschalige vooroeversuppletie maar tijdelijk voor een effect zorgen, behalve voor schelpdieren -> vooraf in kaart brengen van schelpdierbanken is dus nuttig, maar niet voor Ensis Geen indicatie dat het opvullen van de buitenstre trog tot een verlies aan biodiversiteit leidt; er is vanuit ecologie geen duidelijke voorkeurszone Het lijkt erop dat suppleren binnen de toleranties valt van de typische soorten van H1110b en H1140b, van nature zeer dynamische habitats 41Workshop 13 juni 2013

Kritische blik Methode strandmonstername niet ideaal Ameland West had ook subtidaal gevolgd kunnen worden (onderscheid zomer- en wintervooroeversuppletie) In 2011 te weinig monsters in het effectieve suppletiegebied Was Schiermonnikoog als referentiegebied goed en/of nodig? 42Workshop 13 juni 2013