1Workshop 13 juni 2013 Effecten suppleties op strandfauna en subtidaal macrobenthos Tussentijdse analyse Thomas Vanagt, Harriette Holzhauer, Koen Lock, Jan van Dalfsen
Overzicht Deel 1:strandfauna Methodologie Resultaten Discussie Deel 2: subtidaal macrobenthos Methodologie Resultaten Discussie Conclusies en kritische blik 2Workshop 13 juni 2013
Strandfauna: methodologie 3Workshop 13 juni 2013 Opmerking 2012 Waarom?
Strandfauna: waar? 4Workshop 13 juni 2013 Sinds 2011: Ameland West Zomersuppletie Wintersuppletie
Strandfauna: frequentie 5Workshop 13 juni 2013 Jaar septjuninovmrtjulisept AmelandWestBodemdieren T1T2T3T4T5 ImpactBodemdierenT0 T1T2T3T4 UitstralingBodemdierenT0 T4 SchiermnonnikoogReferentieBodemdierenT0 T1T2T3T4
Strandfauna: resultaten 6Workshop 13 juni 2013 Belangrijkste structurerende drivers? Mogelijkheden:jaar seizoen strand gebied morfologie wel/geen suppletie aantal maanden zomer/winter suppletie temporeel ruimtelijk suppletie
Strandfauna: temporele patronen - jaar 7Workshop 13 juni 2013 (beperkt) verschil in jaren (Anosim: R=0,102; p<0,001) Grootste verschil tussen 2010 en 2012 (Anosim posthoc)
Strandfauna: temporele patronen - seizoen 8Workshop 13 juni 2013 ZZNVZZ
Strandfauna: temporele patronen - seizoen 9Workshop 13 juni 2013 Geen seizoenseffect op gemeenschapsniveau (Anosim ns) Onduidelijk patroon wat betreft densiteiten Lage biomassa in 2012 gevolg van late strenge winter?
Strandfauna: ruimtelijke patronen - strand 10Workshop 13 juni 2013 Geen verschil tussen Ameland en Schier op gemeenschapsniveau (Anosim ns) Schier iets hogere diversiteit (niet weergegeven)
Strandfauna: ruimtelijke patronen - gebied 11Workshop 13 juni 2013 Geen verschil tussen de vier gebieden op gemeenschapsniveau (Anosim ns) Schier en Ameland west hoogste densiteiten
Strandfauna: ruimtelijke patronen - morfologie 12Workshop 13 juni 2013
Strandfauna: ruimtelijke patronen - morfologie 13Workshop 13 juni 2013 Hoog strand gemeenschap Hoog strand gemeenschap ?
Strandfauna: ruimtelijke patronen - morfologie 14Workshop 13 juni 2013 Laag strand gemeenschap Midden strand gemeenschap Duidelijke opdeling in 3 (of 4?) zones: hoog, midden en laag strand (Anosim R=0,413; p<0,001) In alle gebieden Hieraan gekoppeld: duidelijk zonatie van soorten Zonatie van soorten niet altijd constant!
Strandfauna: en de suppletie? 15Workshop 13 juni 2013 Anosim: ns
Strandfauna: en de suppletie? 16Workshop 13 juni 2013 Anosim: zeer lage R Subtiel verschil zomer versus rest
Strandfauna: en de suppleties? 17Workshop 13 juni 2013 Op gemeenschapsniveau lijkt er weinig aan de hand De wintersuppletie op Ameland West vertoont na 5 maanden een duidelijk herstel (dens+biomassa) Meer zelfs, hier lijkt sprake van ‘overcompensatie’ De zomersuppletie van Ameland Impact is in het najaar nog duidelijk merkbaar, tot vroege voorjaar erna Pas in de eropvolgende zomer lijkt er sprake van herstel (?)
Strandfauna: op soortsniveau 18Workshop 13 juni 2013 Scolelpis squamata herstelt zeer snel of overcompenseert Macoma balthica (geen echte strandsoort) verdwijnt na suppletie B. pelagica komt niet onmiddellijk terug na suppletie (?)
Strandfauna: op soortsniveau 19Workshop 13 juni 2013 Op soortsniveau is er wel sprake van een (korte termijn) effect, maar niet consistent Sommige soorten hebben een voorjaarsrecrutering nodig om te herstellen De voedselvoorziening voor vogels lijkt niet in het gedrang te komen, ook niet met een zomersuppletie
Subtidale macrofauna: methodologie 20Workshop 13 juni 2013 Niet altijd met meest recente morfologie Schier 2012 Waarom?
21Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: resultaten Belangrijkste structurerende drivers? Mogelijkheden:jaar seizoen strand gebied morfologie wel/geen suppletie (aantal maanden) zomer/winter suppletie temporeel ruimtelijk suppletie
22Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: temporele patronen - jaar
23Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: temporele patronen - jaar
24Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: temporele patronen - jaar Zeer grote variabiliteit tussen jaren, zowel bij de dominante soorten in densiteit en biomassa, als op gemeenschapsniveau (Anosim R=0,523; p<0,001) Met name Ensis speelt hierin een duidelijke rol (ook zonder nog significant; R=0,461) Maakt het onderscheiden van een mogelijk suppletie effect lastiger
25Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: ruimtelijke patronen - strand Zowel met (R=0,494; p<0,001) als zonder Ensis (R=0,501; p<0,001) is er een duidelijk verschil tussen Ameland en Schier Verschil zowel in soortenrijkdom als densiteit en biomassa (Ameland > Schier) Verschil zit vooral rond LW, H1 en T1 Maakt Schiermonnikoog minder geschikt als referentiegebied -> verdere analyses enkel Ameland
26Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: ruimtelijke patronen - gebied Geen significant verschil tussen Ameland Impact en Ameland Uitstraling (Anosim ns) Dit is inclusief het gesuppleerde gebied na de impact
27Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: ruimtelijke patronen - morfologie Invloed morfologie: verschillende gradaties Opdeling in 4 zones (op basis van Side Scan Sonar): Laag water:LW Ondiepe trog:T1 + B1 Banken: H1 + T2 + H2 + B2 + H3 + H4 Offshore:HD Opdeling in 7 zones (op basis van inschatting energetische impact): laag water, ondiepe trog, ondiepe bank, diepe trog, diepe bank en offshore Opdeling in 10 zones zoals bemonsterd (op basis van morfologische entiteiten)
28Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: 4 zones
29Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: 6 zones
30Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: 10 zones Tot het meest gedetailleerde niveau: duidelijk effect van morfologie, maar vooral gelinkt aan dieptegradient De meest ondiepe stations en B2 gekenmerkt door lagere densiteiten en soortenrijkdom Belangrijk om rekening mee te houden voor onderzoeken suppletie- effect
31Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie? Enkel kijken naar de suppletiezone: H1 – T2 – H2 – B2 – H3
32Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie?
33Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie?
34Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: en de suppletie? In 2011 een duidelijk effect van de suppletie, vooral op B2 Beperkte uitstraling (paar 100 meter) Snel herstel in eerder aangelegd gedeelte (opgevulde trog) In 2012 is op gemeenschapsniveau geen suppletie-effect meer waarneembaar
35Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: op soortsniveau
36Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: op soortsniveau
37Workshop 13 juni 2013 Subtidale macrofauna: op soortsniveau Beperkt aantal soorten herstelt niet binnen de 14 maand Meeste soorten volledig herstel binnen 14 maand Sommige soorten volledig herstel binnen 2 maand Een enkele soort ‘profiteert’ van de suppletie
Conclusies Belangrijk om rekening mee te houden: ‘ecologische’ suppletie -> nauwelijks afwijkend sedimenttype! Één suppletie gevolgd Geen informatie over vergelijkbaarheid van gevoeligheden in andere regio’s (Hollandse kust, Delta kust) 38Workshop 13 juni 2013
Conclusies strandsuppletie Strandsuppletie heeft een kortstondig effect Wintersuppletie is tegen de zomer al grotendeels hersteld Zomersuppletie lijkt pas daaropvolgende zomer hersteld Maar: belangrijkste voedselbron (gemshoornworm) lijkt ook van een zomersuppletie weinig last te hebben De voorjaarsrecrutering lijkt belangrijk voor herstel Logisch? -> extreme dynamiek op stranden 39Workshop 13 juni 2013
Conclusies vooroeversuppletie Kort na de suppletie ontstaat een ‘dode zone’ Maar: deze dode zone is beperkt in omvang en tijd Er is sprake van een heel beperkt uitstralingseffect Gedeeltelijk herstel treedt reeds na enkele maanden op Na een jaar (najaar, voorjaar en zomer) is er sprake van een quasi compleet herstel Vooral schelpdieren (nonnetje) vertonen een langere hersteltijd 40Workshop 13 juni 2013
Conclusies suppleren Kan je zowel in de zomer als winter op het strand suppleren, met een lichte voorkeur voor de winter Zal een grootschalige vooroeversuppletie maar tijdelijk voor een effect zorgen, behalve voor schelpdieren -> vooraf in kaart brengen van schelpdierbanken is dus nuttig, maar niet voor Ensis Geen indicatie dat het opvullen van de buitenstre trog tot een verlies aan biodiversiteit leidt; er is vanuit ecologie geen duidelijke voorkeurszone Het lijkt erop dat suppleren binnen de toleranties valt van de typische soorten van H1110b en H1140b, van nature zeer dynamische habitats 41Workshop 13 juni 2013
Kritische blik Methode strandmonstername niet ideaal Ameland West had ook subtidaal gevolgd kunnen worden (onderscheid zomer- en wintervooroeversuppletie) In 2011 te weinig monsters in het effectieve suppletiegebied Was Schiermonnikoog als referentiegebied goed en/of nodig? 42Workshop 13 juni 2013