Immunohistochemische kleuring op Benchmark XT (Ventana) versus Bond-Max (Leica) Student: Sieglinde Pattyn Stagementor: Dr. N. De Wever Stagebegeleider: Mevr. K. van oostveldt Stageplaats: AZ sint-augustinus veurne Academiejaar 2014-2015 Howest Brugge: Medisch laboratoriumtechnologie
Inhoudstafel Onderzoeksvraag Toestellen Methode Resultaten Besluit Benchmark XT (Ventana) Bond-Max (Leica) Methode Validatie Tijdsmetingen Resultaten Tijden Kleuringen Besluit
1. Onderzoeksvraag Hoeveel tijd vragen beide toestellen van de laborant? Benchmark XT (Ventana) Bond-Max (Leica)
2. Toestel: Benchmark XT (Ventana) Glaasjescaroussel ThermoPad Liquid Coverslip 100µl Stabiele waterige omgeving en voorkomt verdamping Computer met software, labelprinter, staining module, AFS-module en afvalvatmodule Liquid coverslip
2. Toestel: Bond-Max (Leica) Covertile Processing module 3 glaasjestray (10/tray) + apart verwarmingselement 4 reagentiatray (30) Mixstation Controller (software) Robotarm ID-imager Aspiratingprobe Labelprinter Bulkcontainers afvalvat schadelijk afval kostprijs afvalverwerking drukken Covertile : capillaire kracht 100µl of 150µl Antilichaam volume 100µl of 150µl
3. Methode Validatie 11 antilichamen Positief controlemateriaal Start: Protocol aangewezen door firma Leica Aanpassen: Geconcentreerd antilichaam Verdunning Incubatietijd Buffer Ready-to-use antilichaam Antilichaam andere firma Tijd meten van elke uitgevoerde stap voor beide toestellen Klinische stalen (zelfde voor beide toestellen) Drie runs
4. Resultaat: Werktijd van de laborant Verschil 4-9minuten Bulkvloeistoffen: Reactiebuffer en afvalvat Dispensers Covertiles Niet meegerekend: Starten toestel Volumebepaling in containers Bond-Max Wasprogramma Benchmark XT
4. Resultaat: Runtijd Theoretisch (30 glaasjes) Benchmark 3-4u Bond-Max 2u-3u30min 30min -1u Praktisch (3runs) 44min -1u OPM: Bond-Max: 2e/3e tray tijden reeds gestarte tray verlengt want zelfde robotarm
4. Resultaten: Totale tijd Meer dan 1u Reden: Wasprogramma 15min Opstarttijd bond-max zeer <
4. Resultaat: Kleuringen Plaats Benchmark XT (Ventana) Bond-Max (Leica) Opmerking Anti-P16 Kern & Cytoplasma Achtergrondkleuring, aanpassing antigenretrieval Anti-Ki-67 Kern Optimaal P16 cervix KI-67 slokdarm
4. Resultaat: Kleuringen Plaats Benchmark XT (Ventana) Bond-Max (Leica) Opmerking Anti-CDX2 Kern Optimaal CDX2 slokdarm
4. Resultaat: Kleuringen Plaats Opmerking Anti-P504S Cytoplasma Verdere validatie noodzakelijk Anti-34βe12 Achtergrondkleuring, aanpassing antigenretrieval Anti-P53 Kern Anti-HP Spiraalvormige bacterie Controleweefsel te hoog gelegen, werd niet gekleurd. Sommige resultaten worden hierdoor verworpen. Kleuring wel goed. P504s , 34Be12 Prostaat P53 slokdarm HP Maagmucosa
5. Besluit Onderzoeksvraag: Hoeveel tijd vragen beide toestellen van de laborant? Werktijd: Benchmark XT > Bond-Max Runtijd: Benchmark XT > Bond-Max Totale tijd: Benchmark XT > Bond-Max Indien een optimale validatie voorafgaat aan het klinisch gebruik, kan de tijd nodig van de laborant gereduceerd worden met het gebruik van Bond-Max (Leica).
Bedankt voor uw aandacht! Benchmark XT (Ventana) Bond-Max (Leica)
Immunohistochemie: Principe Antigen Eiwit op oppervlak cel of intracellulair Aan- of afwezigheid wijst op ziekte Antilichaam of immunoglobulinen Eiwit door organisme geproduceerd als reactie op antigen Monoklonaal = affiniteit voor slechts één type epitoop van antigen Polyklonaal = affiniteit voor meerdere epitopen van antigen
IHC: Maken van Polyklonale antilichamen Polyklonaal = Antiserum met een variëteit aan immuunglobulines die kunnen binden op hetzelfde antigen met verschillende specifieke antistoffen die elk binden op één specifieke epitoop. Productie Dier inspuiten met antigen Stimulatie immuunrespons productie antilichamen tegen antigen Antilichamen isoleren uit serum. Ag verschillende epitopen productie van verschillende Al tegen de verschillende epitopen
IHC: Maken van Monoklonale antilichamen Hybridoomtechnologie Immunisatie = Inspuiten antigen in proefdier Isolatie plasmacellen uit milt Plasmacel produceert antilichamen Onsterfelijk maken van plasmacel Celfusie met myelomacel Delen ongeremd In polyethyleenglycol Selecteren in HAT-medium Hypoxanthine en Thymidine Bouwstenen DNA en RNA Aminopterine Inhibitie normale syntheseweg DNA en RNA voor myelomacellen Niet-gefusioneerde plasmacellen sterven van ouderdom Resultaat = Hybridoma’s Produceren Verdunning één cel per putje + groeimedium Selectie van klonen die gewenste antilichaam produceren Inspuiten Ag herhaling na 6-12 weken 3 dagen later milt eruit Fusieproces Tumorcellen (= myelomacellen) delen ongeremd goed te kweken Fusie in PEG (polyethyleenglycol) nabijgelegen membranen smelten samen Selectie HAT-medium om niet-gefuseerde myeloomcellen verwijderen Hypoxanthine en Thymidine = Bouwstenen voor DNA en RNA Aminopterine = Inhibitor voor normale syntheseweg (novo-synthese pathway) van DNA en RNA. De hybridoma’s gebruiken dankzij B-cellen een alternatieve pathway Niet-gefusioneerde B-cellen sterven na 1-2 weken van ouderdom Cellen na 3 weken = Celklonen of hybridoma’s Productie Verdunnen over microtiterplaat 1 cel per putje + groeimedium Elk puntje bevat dan cellen die één type antistof produceren tegen één epitoop Monoklonaal serum Klonen die gewenste Al produceren worden geselecteerd (geven reactie met gekozen Ag.
Immunohistochemie: Principe Detectiemethoden Directe methode Indirecte methoden Polymeermethode Multimeermethode Nadeel directe methode Verminderde affiniteit voor antigen door covalente bidning van enzym/fluorochroom op Al Sensitiviteit daalt Polymeermethode Secundaire Al en enzymen op één dextraan ruggengraat tijdswinst Nadeel: Sensitiviteit en specificiteit negatief beïnvloed Multimeermethode Normaal enzymatische indirecte methode Enzym via spacer op Al Kleine structuur makkelijk door weefsel migreren (detectie van lagere conc. Ag) Goede sensitiviteit Goede specificiteit BRAB = Bridged avidin biotine Affiniteit van eiwit avidine/streptavidine voor vitamine biotine (bindt met Al als enzym) LSAB: IgG – Biotine – Avidine – biotine – PO ABC-techniek: verschillende biotine per enzym (croslink tussen verschillende avidine-biotine-enzym-complexen) *
Antigenretrieval Fixatie Antigenretrieval Stilleggen chemische processen Formaldehyde Crosslinks met macromoleculen: Aminozuren en eiwitten Nadeel: Verlies van immunologische herkenning Proteïnen binden met elkaar structuurverandering Antigenretrieval HIER = Heat induced epitope retrieval EIER = Enzyme induced epitope retrieval
Validatie Punchen = maken van positief controleweefsel Geconcentreerd antilichaam Bepalen optimale antilichaamtiter en antigenretrieval Testen met optimale verdunning (ev. Verdunningsreeks) Bepalen optimale titer Testen van verschillende antigenretrieval technieken Bepalen optimale antigenretrieval Testen van reeks van positief/negatief weefsel tot adequate specificiteit en sensitiviteit is bekomen Ready-to-use antilichaam Zie stap 3 & 4 vorige Kleuringen in duplo uitvoeren op beide toestellen Vergelijken Dagelijkse controle Intern positief controleweefsel
Resultaat: Kleuringen validatie Melan-A (20x) Ki-67 (10x) HP (40x)
Anti-P16 Link Roche pRB bindt aan transcriptiefactor E2F geen transcriptie van genen die celcyclus en proliferatie stimuleren Normale celcyclus: E2F komt vrij van pRB stimulatie celcyclus, mitose en activatie van p16 gen (wat leidt tot p16 productie) P16-eiwit vergemakkelijkt de herbinding van pRB met E2F stop van celcyclus HPV infecteerd basale cellen van het epithelium meeste van de HPV-infecties zijn transient en gaan voorbij in 6-12 maanden ze kunnen leiden tot verhoogde celproliferatie maar verstoren de balans tussen pRB en E2F niet of verstoren niet de controle van P16-expressie Sommige persisteren en produceren virale E6 en E7 oncoproteïnen zorgen voor oncogenen transformaties door de celregulatiemechanisme te verstoren E7 zal de werking van pRB schaden door de binding met E2F tegen te gaan ongereguleerde celproliferatie, genetische instabiliteit en p16 overexpressie (DETECTEERBAAR met IHC)