HOOFDSTUK 9
TO, GO EN MO Totale opbrengst (TO) = Het aantal verkochte producten (afzet) x prijs (excl. btw) Gemiddelde opbrengst (GO) = Totale opbrengst Afzet Marginale opbrengst (MO) = De toename van TO als er één extra product wordt verkocht. Als de ondernemer zijn prijs niet verandert, Dan is de p, GO en de MO gelijk aan elkaar. Totale opbrengsten = € 100 Totale opbrengsten = €150 MO = € 5O
werknemersaandeel premie werknemersverzekeringen - Werknemersaandeel premie pensioenfonds - Zorgbijdrage - Loonheffing - loonkosten werkgever werkgeversaandeel premie werknemersverzekeringen - werkgeversheffing Zorgverzekeringswet - brutoloon = nettoloon WIG = Het verschil tussen de loonkosten en het nettoloon.
9.3 aantekeningen Totale kosten = (Gemiddelde variabele kosten x afzet) + totale constante kosten. Totale constante kosten = Totale kosten – (afzet x Gemiddelde variabele kosten) Gemiddelde variabele kosten = Totale kosten – constante kosten / afzet. Totale opbrengsten = € 100 Totale Kosten = € 30 Totale opbrengsten = €150 Totale kosten = € 50 MO = € 5O MK = € 20 Marginale kosten (MK) = De kosten die één extra product met zich mee brengt.
Break-evenanalyse. Break- evenafzet = het aantal producten dat je moet verkopen om uit de kosten te zijn. TO = TK GO = GTK TW = 0
Vervolg Formule break - evenafzet = Totale constante kosten (verkoopprijs – gemiddelde variabele kosten) Formule break-evenomzet = De break even afzet x de verkoopprijs. Oefenen De verkoopprijs van een paar Adidas sneakers = € 120 TK = 30q a. Bereken de break- evenafzet € (€ 120 – € 30) = 8889 sneakers b Bereken de break – evenomzet 8889 x € 120 =
Maximale winst MO groter dan MKMW is positiefTotale Winst stijgt MO gelijk aan MKMW = 0Totale winst maximaal MO kleiner dan MKMW = negatiefTotale winst daalt Maximale winst: MO = MK
Maximale winst als MO = MK X (0,60 – 0,45) = 1800 Totale variabele kosten = x 0,35 = 4200 Totale kosten = x 0,47 = 5640 Constante kosten = 5640 – 4200 = 1440 C D GO = GTK DUS 6000 STUKS E
Verschuiving van en langs de aanbodlijn
7.1 Wie is toch die overheid? De lagen van de overheidRijk Provincie Gemeente Minister president Mark Rutten Commissaris v/d koning Jacques Tichelaar Burgemeester Karel loonhuis
Collectieve Sector en particuliere sectorCollectieve sector sector (Geen winst) Particuliere sector sector (Wel winst) De overheid Privatiseren 7.1 Wie is toch die overheid? Je ziet ook steeds vaker terug dat, taken worden doorgeschoven van het rijk naar de gemeentes. Dit noem je decentralisatie.
Begrotingstekort / financieringstekort Inkomsten belastingen 120 miljard Inkomsten niet belastingen100 miljard Uitgaven: 240 miljard Waarvan Aflossingen 5 miljard Inkomsten 220 miljard Uitgaven-240 miljard Begrotingstekort - 20 miljard Aflossingen+ 5 miljard Financieringstekort -15 miljard Toename staatsschuld. Dit bedrag moet de overheid gaan lenen van andere landen, banken of particulieren. Stel dat er al een staatsschuld was van 10 miljard in het voorgaande jaar. Dan is de nieuwe staatschuld miljard = 25 miljard.
Begrotingstekort / financieringstekort Inkomsten belastingen 120 miljard Inkomsten niet belastingen100 miljard Uitgaven: 240 miljard Waarvan Aflossingen 5 miljard Inkomsten 220 miljard Uitgaven-240 miljard Begrotingstekort - 20 miljard Aflossingen+ 5 miljard Financieringstekort -15 miljard Toename staatsschuld. Dit bedrag moet de overheid gaan lenen van andere landen, banken of particulieren. Stel dat er al een staatsschuld was van 10 miljard in het voorgaande jaar. Dan is de nieuwe staatschuld miljard = 25 miljard.