Commandant / Officier van Dienst Geneeskundig (CvD-G/OvD-G) Instructie per functie EUMED
Inhoud Algemeen Inzetindicaties Wijze van alarmering Ontvangst Inzet Transport Voorlichting Vergoeding kosten Beëindiging inzet
Algemeen De CvD-G of OvD-G, DMH en LNA en OrgL zijn in Nederland, België en Duitsland de verantwoordelijke coördinatoren voor de medische hulpverlening op het rampterrein. Zij hebben de operationele leiding in handen van de medische hulpverlening, ambulancebijstand en gewondenspreiding. Bij het verlenen van bijstand staan zij onder direct gezag van de locale leiding op het rampterrein, de HOvD, Dir-PC-Ops en Einsatzleiter.
Uitgangspunten bijstand vanuit het buurland Bijstandseenheden werken zoveel mogelijk als in dagelijkse praktijk. Taalverschillen mogen geen belemmering vormen. De bijstandseenheden moeten zo min mogelijk gebruik hoeven te maken van technische communicatiemiddelen. De bijstandseenheden werken in eigen coördinatiestructuren. De leiding op het rampterrein coördineert de samenwerking tussen de verschillende inzetvakken.
Uitgangspunten bijstand aan het buurland U werkt zoveel mogelijk als in dagelijkse praktijk. Taalverschillen mogen geen belemmering vormen. U maakt zo min mogelijk gebruik van technische communicatiemiddelen. Uw eenheden werken in eigen coördinatiestructuren met u als leidinggevende. Uw hulp wordt altijd ontvangen op loodsposten.
Inzetindicaties Na inschatting van de grootte van de calamiteit en het verwachte aantal slachtoffers door de meldkamer of door de hulpverlening ter plekke, kan de meldkamer een beroep doen op hulp van de aangrenzende buitenlandse regio’s.
Wijze van alarmering Alarmering van bijstand verloopt uitsluitend op aanvraag van de meldkamer binnen wiens jurisdictie de ongevallocatie valt. Het voor de inzet verantwoordelijke commando kan te allen tijde de alarmering intrekken of de EUMED classificatie reduceren nadat de aard en omvang van de calamiteit ter plaatse zijn bepaald.
Ontvangst (1) De ter beschikkingstelling en overdracht van grensoverschrijdende burenhulp vindt plaats op loodsposten waarvan de ligging door middel van een letter-cijfercombinatie door de aanvragende meldkamer wordt medegedeeld. De voor de inzet verantwoordelijke meldkamer dient te zorgen voor begeleiding vanaf de loodspost naar de plek incident of naar het verzamelpunt/ ziekenautostation. De ingezette hulpdiensten maken voor de onderlinge communicatie in principe en voor zover mogelijk gebruik van eigen apparatuur en de radiofrequentie van de eigen meldkamer om een extra belasting van het radioverkeer op de ongevallocatie te voorkomen.
Ontvangst (2) De aanvoer van eenheden voor EUMED-fase 3 kan uitsluitend op gecoördineerde wijze plaatsvinden via op grotere afstand van de ongevallocatie gelegen verzamelplaatsen. Deze eenheden dienen vanwege de functionele afhankelijkheid van de bijbehorende voertuigen in konvooi te worden aangevoerd. Uw eenheid staat vanaf het tijdstip van aankomst op de loodspost onder bevel van het voor de inzet verantwoordelijke lokale commando.
Inzet (1) De operationele uitvoering zal plaatsvinden onder uw leiding en zal in eigen inzetvakken plaatsvinden. Inzetopdrachten aan uw eenheid kunnen uitsluitend worden gegeven door het voor de inzet verantwoordelijke commando. Inzet en transport van patiënten mogen niet zelfstandig plaatsvinden zonder het voor de inzet verantwoordelijke commando hierover te informeren.
Inzet (2) Geneeskundige inzetopdrachten kunnen als volgt worden onderverdeeld door het commando rampterrein: –Louter transportopdrachten aan afzonderlijke hulpverleningseenheden; –Stationaire verzorgingsopdrachten ter plaatse voor delen van de ongevallocatie; –Zelfstandige verzorgingsopdrachten, incl. transport. Voor triage wordt stoplichtsysteem “rood-geel- groen” gehanteerd. Gewondenkaarten worden gebruikt als registratiemiddel.
Transport (1) Ook ingeval van grootschalige calamiteiten dienen patiënten bij voldoende transportcapaciteit naar voor de verdere verzorging geschikte ziekenhuizen of diagnose- of behandelcentra te worden getransporteerd. De beslissing over het uiteindelijke doel van het transport behoort tot de taken van het voor de inzet verantwoordelijke geneeskundig commando ter plaatse. Hij heeft 3 mogelijke strategieën: –Centrale toewijzing aan ziekenhuizen van alle patiënten door het voor de inzet verantwoordelijke geneeskundig commando; –Decentrale verdeling van de patiënten op basis van de herkomst van de hulpdiensten; –Mengvorm van de beide bovenstaande strategieën.
Transport (2) Ten behoeve van grensoverschrijdende gewondenspreiding zijn in de Euregio Maas-Rijn 9 ziekenhuizen beschikbaar: AZM, Atrium, Maaslandziekenhuis, Klinikum, ZOL, Salvator, Virga Jesse, CHU, CHR. De verdeling vindt plaats op grond van: –Aard van letsel –Beschikbare capaciteit ziekenhuizen (is reeds vastgesteld) –Beschikbare ambulancecapaciteit en toestand patiënt –Competenties ambulancepersoneel Alle contacten verlopen via de meldkamers en er wordt noch vanaf het rampterrein noch vanuit de ambulances contact gelegd met de ziekenhuizen in de Euregio Maas- Rijn.
Transport (3) Nadat er een eerste inschatting is gemaakt van het aantal T1 en T2 slachtoffers, wordt dit doorgegeven aan de voor het gebied verantwoordelijke meldkamer, die op haar beurt een melding geeft aan de ziekenhuizen; ook voor de buitenlandse ziekenhuizen verlopen de contacten via de meldkamers. Indien daaromtrent meer duidelijkheid is, zal de verantwoordelijke op het rampterrein trachten deze informatie via de meldkamers aan de betrokken ziekenhuizen te geven. (Een voormelding, dat er ergens in de Euregio een ramp is, is niet zinvol en wordt derhalve ook niet gedaan.) Het is van belang dat de ziekenhuizen die patiënten hebben ontvangen via de eigen meldkamer het bericht krijgen dat er geen patiënten meer naar hun ziekenhuis komen.
Voorlichting De voorlichting geschiedt in ieder land door die dienst(en)/ functionarissen die daartoe zijn aangewezen.
Vergoeding kosten De kosten voor het transport van patiënten kunnen op basis van de daarvoor gebruikelijke tarieven aan de patiënten of ziekenfondsen in rekening worden gebracht. Bij Eumed fase 2 en 3 worden voor de terbeschikkingstelling en inzet van hulpdiensten ten behoeve van grensoverschrijdende hulpverlening worden geen kosten in rekening gebracht op grond van de overeenkomsten zoals die gesloten door de federale overheden van Nederland, België en Nordrhein-Westfalen.
Beëindiging van de inzet Het einde van de inzet van grensoverschrijdende hulp wordt door de meldkamer die de hulp heeft aangevraagd, rechtstreeks zowel mondeling als schriftelijk medegedeeld aan de bij de inzet betrokken meldkamers. Ten behoeve van de beoordeling en verdere ontwikkeling van de burenhulp dient elke inzet achteraf te worden geëvalueerd.
Afsluiting U heeft het instructieprogramma met succes doorlopen. Voor meer informatie kunt u terecht op Meer informatie over de hulpverlening in Nederland, België en Duitsland en samenwerkingsafspraken binnen de Euregio vindt u in het rapport 'Grensoverschrijdende hulpverlening in de Euregio Maas-Rijn'.Grensoverschrijdende hulpverlening in de Euregio Maas-Rijn Meer informatie over de samenwerkingsafspraken met betrekking tot grensoverschrijdende hulpverlening vindt u in 'Beter een goede buur, dan een verre vriend'.Beter een goede buur, dan een verre vriend' Klik hier om terug te gaan naar instructie per functie.hier