het circus Een voorstelling in een tent met mensen en dieren.
de circustent
de circusdirecteur De baas van het circus.
de circusartiest Een artiest in een circus. Bijvoorbeeld een clown.
het kostuum Kleding die bij een bepaalde activiteit hoort. Bijvoorbeeld: het clownskostuum
de acrobaat Iemand die kunsten vertoont waarvoor je heel lenig moet zijn.
het circusnummer Een voorstelling in het circus. Bijvoorbeeld: een circusnummer met paarden.
de koorddanser Iemand die evenwichtskunsten uitvoert op een koord.
de circusattributen De spullen die je nodig hebt voor de acts in het circus.
de trapeze Een zweefrek voor acrobaten.
de leeuwentemmer Iemand die wilde dieren leert om in het circus trucjes te doen.
vuurspuwen Met je mond brandstof sproeien en aansteken.
jongleren voorwerpen in de lucht gooien en houden
de piste ronde middendeel van de circustent waar de voorstellingen worden gegeven
de eenwieler Een fiets met een wiel.
de clown Iemand die als beroep mensen aan het lachen maakt.
de tribune Zitplaatsen van boven naar beneden voor het publiek.
de salto Kopjeduikelen in de lucht.