Ziekte van Parkinson Intro slide: Dr. Verhellen Eva 12 mei 2016.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De rol van de verpleegkundige bij medicatietoediening
Advertisements

De ziekte van Parkinson Casuïstiek en verpleegkundige interventies
Rianne Esselink Neuroloog UMC St. Radboud
VROEG of LAAT… in de ziekte van Parkinson
Patiënt presentatie A.de Louw
16A Frederike Bierens Tom Custers Patrick de Hoogt Jasper van Miert
Hoe ontstaat Parkinson tremor?
Korte Synthese Laleman Angelique.  1. Inleiding  2. Motorische ontwikkeling van kinderen met een gehoorstoornis.  3. Het verband tussen evenwichtsstoornissen.
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
MOTORISCH SYSTEEM NEUROBIOFYSICA Dr. J.A.M. van Gisbergen.
Patientendemonstratie 20 oktober 2004
Stijf van de pillen parkinsonisme geïnduceerd door natriumvalproaat
Amyotrofische Lateraal Sclerose
DBS voor essentiële tremor
SPECT scans bij M. Parkinson
Substantia nigra.
Taalstoornissen bij Fronto-temporale dementie
DBS, Feiten en Fabels Dr. Y. Temel
Postoperatieve zorg bij diepe hersenstimulatie L. Daeter & M. Postma, V erpleegkundig Consulent Parkinson Amsterdam, februari 2007.
M. Postma, Parkinsonverpleegkundige
Zelfmanagement bij de ziekte van Parkinson
Mental Dysfunction in Parkinson’s Disease
Thema 9 Dementie.
“ als de dokter het hoofd maar wel koel houdt....”
Hoe staat het met de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson? Een update.
Wat is Parkinson ? Dr. Carla Verstappen
“Tijdig spreken over levenseinde”
Werelddag 3 oktober 2014 Multiple system atrophy - MSA
Stofwisselingsscans en parkinson
Neurosurgical treatment of Parkinson’s disease
Krasse knarren, broze breinen
Parkinson wat kan je er mee?
Wat doet Parkinson met mij? Een inleiding
Dementie – diagnose en symptomen
Medicatie bij M. Parkinson
De rol van de huisarts in de laatste levensfase
Revalidatie bij reumatoïde artritis
Aandoeningen van het zenuwstelsel
'shaking palsy' ofwel 'schudverlamming
Behandelingen voor gevorderde ziekte van Parkinson
Valpreventie bij ouderen (65+) 15 april Therapeutisch Centrum van Berkel.
ZORGVRAGER MET DE ZIEKTE VAN PARKINSON
Omgaan met dementie Luc Van de Ven Ouderenpsycholoog UPC-KULeuven Campus Leuven.
“ A thrilling story “ Dr. Narender van Orshoven, Neuroloog
DEMENTIE.
Hoofdstuk 11 VP14 Verpleegkunde Carin Hogenbirk Juni 2015.
 Wat is de ziekte van Parkinson?  Wie was Parkinson?  Wat is het verloop?  Wat zijn de symptomen?  Onderzoek en behandeling?  Verpleegkundige zorg?
Parkinson en medicatie(-beleid)
DEMENTIE.
MODULE 07 GERIATRIE EN DEMENTIE PPt dementie 1
INFORMATIE OVER VERGEETACHTIGHEID EN DEMENTIE
en palliatieve terminale zorg
Casusvoorstelling Sectie Neuroradiologie KBVR
WZC De Liberteyt Meer dan u denkt! Leven in balans Parkinsonwerking.
Dagkliniek bewegingsstoornissen
מרצה: אסיה גלר R.N., B.A.
Parkinson en medicatie(-beleid)
ZIEKTE VAN PARKINSON Dr. B. Lagae.
DEMENTIE.
Parkinson KinetiGraph PKG horloge
Doorleven met de ziekte van Parkinson
P. Canavar Bayram Neuroloog
Het patiëntenperspectief bij wetenschappelijk onderzoek Rob Hagen
MODULE 07 GERIATRIE EN DEMENTIE PPt dementie 1
Parkinson en Depressie
Neurologische aandoeningen (2)
Informatievaardigheden
Muziektherapie en logopedie bij Parkinson
Ziekte van Parkinson en parkinsonisme www. medifarm
Transcript van de presentatie:

Ziekte van Parkinson Intro slide: Dr. Verhellen Eva 12 mei 2016

Geschiedenis 1817 James Parkinson 1868-1881 Trousseau, Gowers, Charcot Naamgeving ziekte Rigiditeit, bradykinesie 1911 Levodopa synthese 1912 Frederic Lewy Lewy bodies 1919 Konstantin Tretiakoff Substantia nigra 1938 Rolf Hassler 1950 Arvid Carlsson Dopamine Nobelprijs Physiology 1967 Levodopa behandeling Late 1980 DBS in Grenoble James Parkinson (1755-1824) beschreef ziekte voor het eerst Charcot was degene die de ziekte naar hem noemde Korte, maar beroemde publicatie in 1817, 7 jaar voor zijn dood Lewy bodies: microscopische partikels in de hersenen Substantia nigra theorie pas geaccepteerd door onderzoek Rolf Hassler Levodopa synthese reeds in 1911, doch gebruik pas midden 20e eeuw aan succes gewonnen

Achtergrond Progressieve neurodegeneratieve aandoening Dopamine verlies substantia nigra 100-200/100.000 bij >40-jarigen Zeldzaam < 40 jaar Toenemende incidentie > 60 jaar Gemiddelde leeftijd bij diagnose 70 jaar Complexe aandoening Primaire vs. secundaire vormen Lang gedacht zuiver motorische aandoening, doch complex : motor, non-motor, psychiatrisch

Kliniek Tremor Brady- en hypokinesie Rigiditeit Posturale instabiliteit Drie cardinale symptomen, posturale instabiliteit eigenlijk pas in later verloop van de ziekte, wordt niet gerekend bij diagnostische criteria Ernst motore symptomen onafhankelijke predictor van mortaliteit

1. Tremor Rust tremor Geen tremor Inwendig beven Unilateraal, hand Pilrol tremor 3-7 Hz, vnl. 4-5 Hz Angst, emotie, stress Benen, lippen, kaak, tong, NIET hoofd Geen tremor Inwendig beven Presenterend symptoom bij 70% Bilateraal na enkele jaren, kant van ontstaan meer aangetast in de loop van de ziekte dan andere kant In tegenstelling tot essentiële tremor, typisch bij activiteiten, houding Ook wel mogelijk dat Parkinson tremor aanwezig is bij activiteiten, houding, doch typisch dat rusttremor dan veel meer uitgesproken aanwezig is Kenmerkend dat tremor afneemt bij doelgerichte actie Tremor niet altijd merkbaar door omgeving Zwaartekracht uitgeschakeld, in zit, handen in de schoot, ondersteund Patiënt afleiden, vb. door te laten tellen, of tremor merkbaar bij het stappen Uiteindelijk over verloop van de ziekte bij 80-100% van de patiënten aanwezig

2. Brady- en hypokinesie Veralgemeende traagheid, bewegingsarmoede Fijne motoriek Initiatie beweging Hypomimiek Freezing Festinatie Door patiënten vaak zeer moeilijk te omschrijven, spreken van zwakte, geen coördinatie, vermoeidheid BL : knopen dichtdoen, aardappelen schillen, geld uit broekzak halen, muis dubbelklikken OL : benen slepen, kortere pasjes, instabiel (draaiierig) Moeite rechtkomen uit zit, uit auto Uitleggen hoe je dat bij KNO nakijkt

3. Rigiditeit Weerstand bij passieve beweging over gewricht Unilaterale onset Tandradrigiditeit, toename bij Froment Loden-pijp rigiditeit Stijfheid, pijn Striatale hand Verminderde armzwaai, voorovergebogen houding Bij 90% Vaak aan zelfde kant tremor Gaat naar contralateraal, doch blijft asymmetrisch TRR : patroon van weerstand en relaxatie bij testing full ROM over een gewricht, typisch pols, doch ook andere gewrichten Tremor bovenop een toegenomen tonus Niet allemaal TRR, soms ook hypertonie omschreven als loden-pijp rigiditeit, weerstand die glad is over volledige verloop Striatale hand vaak niet herkend als parkinson symptoom meestal bij gevorderde PD, doch kan ook in begin, dan vaak miskend, gezien ook gezien bij reuma, orthopedische aandoeningen extensie DIP, PIP, flexie MCP

4. Posturale instabiliteit Stoornis in centraal gemedieerde posturale reflexen Onevenwicht, vallen Alarmsymptoom indien vroeg in de ziekte (PSP, MSA) Pull test Weinig levodopa responsief Pull test, niet meer dan 1 stap correctie normaal gezien. PD meerdere stappen ter correctie of vallen

Subtypes Tremor dominante vorm Akinetisch-rigiede vorm Posturale instabiliteit en gangstoornissen Eerste tragere progressie en minder neuropsychologische stoornissen Subtypes kunnen veranderen naarmate progressieve ziekte Individueel verloop niet te voorspellen

Bijkomende symptomen Motorisch Niet-motorisch Hypomiek Spraakstoornissen (dysarthrie, hypofonie) Slikstoornissen Speekselvloed Vertraagde oogbewegingen Bemoeilijkte opwaartse blik Oogopeningsapraxie Micrografie Dystonie Myoclonus Voorovergeboden houding Camptocormie, Pisa syndroom Moeilijk draaien in bed 97% non-motor symptomen Meestal psychiatrische symptomen Impulscontrole stoornissen Depressie, angst, apathie Vermoeidheid, REM slaap stoornissen Autonome dysfunctie Olfactorische dysfunctie GI dysfunctie

Diagnose Parkinsonisme Supportieve criteria Bradykinesie + Rust tremor OF rigiditeit Supportieve criteria Rusttremor in een lidmaat Gunstige respons op dopaminerge therapie Levodopa geïnduceerde dyskinesieën Verlies reuk, autonome dysfunctie Red flags Rolstoel binnen 5 jaar na onset Autonoom falen : orthostatische hypotensie, urinaire retentie of incontinentie

Parkinson plus syndromen Multisysteem atrofie (MSA) MSA-p (parkinsonisme type) Parkinsonisme Autonome symptomen MSA-c (cerebellaire type) Cerebellaire symptomen : ataxie, coördinatie, dysphagie, dysarthrie Anterocollis, stridor, contracturen, Pisa syndroom Snellere progressie Progressieve supranucleaire paralyse (PSP) Vertikale, later horizontale blikparese, starre blik Spraak- en slikstoornissen Vallen

Parkinson plus syndromen Corticobasale degeneratie (CBD) Cerebrale cortex + basale ganglia Parkinsonisme Afasie, apraxie Alien hand syndrome

Caveats Exclusie criteria Red flags Cerebellaire symptomen Gangstoornissen bij onset, vallen eerste 3 jaar Neerwaartse blikparese Geen progressie over 5 jaar Frontotemporale dementie Vroege bulbaire betrokkenheid Parkinsonisme enkel OL Stridor Anti-dopaminerge medicatie Autonoom falen eerste 5 jaar Geen levodopa respons Anterocollis Corticale symptomen Contracturen handen, voeten Normale DAT scan Afwezigheid non-motor symptomen na 5 jaar ziekte Pyramidale symptomen Bilateraal symmetrisch parkinsonisme Red flags Rolstoel binnen 5 jaar na onset Autonoom falen : orthostatische hypotensie, urinaire retentie of incontinentie <Auteur>

<Auteur>

Basale ganglia Basale ganglia : groep nuclei betrokken bij controle willekeurige bewegingen nc. caudatus + putamen = neostriatum globus pallidus (interna en externa) substantia nigra (pars reticulata en pars compacta) nc. subthalamicus

Excitatoire of stimulerende impulsen D1 pathway via SNc Neocortex en motore cortex STN Thalamus Inhibitorische impulsen Neostriatum = nc. caudatus en putamen GPi en GPe D1 directe pathway : stimulerende input (-en-, uiteindelijk +) : stimuleert spierbeweging D2 indirecte pathway : inhiberende input (-) : inhibeert spierbeweging, spieren die niet betrokken moeten zijn bij bepaalde beweging D1 : neocortex (plannen beweging) stimuleert putamen : meer inhibitie van putamen naar Gpi : meer inhibitie van een inhiberende stimulus = excitatie thalamus en motore cortex, wat zorgt voor intiatie van beweging D2 : pathway volgen: inhibeert beweging Substantia nigra is als handrem, bij initiatie beweging moet handrem afgezet worden Krijgt input van motor cortex die laat weten aan SN dat beweging ingezet wordt Stimuleert directe pathway Inhibeert indirecte pathway Samen stimulatie tot beweging STN zorgt voor feedback Motor cortex: Motor loop : PMC en SMA Non motor loop : PFC ACh TURNS DOWN MOTOR ACTIVITY ACh inhibits striatal cells in the direct loop ACh excites striatal cells in the indirect loop DA TURNS UP MOTOR ACTIVITY DA excites striatal cells in the direct loop via D1 receptors DA inhibits striatal cells in the indirect loop via D2 receptors PD : verlies dopamine cellen

Natuurlijk verloop 5 stadia Braak stages anatomopathologische stadia <Auteur>

Behandeling

Medicamenteuze behandeling Geen enkele medicatie houdt progressie ziekte tegen Levodopa Dopamine kan niet door BBB, precursor levodopa wel, deze perifeer toedienen, wordt centraal omgezet naar dopamine door dopa-decarboxylase (ook inhibitor bijgeven, anders ook perifere afbraak) : Prolopa en Sinemet Bijwerkingen door perifere dopamine receptoren (nausea en braken, psychose, hallucinaties) COMT inhibitor Verminderen perifere afbraak levodopa, meer naar centraal Stalevo (prolopa + entacapone) MAO-B inhibitoren Verminderen afbraak dopamine in de hersenen, potentiatie effect resterende levodopa Eledepryl (selegiline) en Azilect (rasagiline) Dopamine agonisten Activatie neuronen in striatum Levodopa sparend Iets minder effectief dan levodopa Requip, Mirapexine, Sifrol

Verloop behandeling

Diepe hersenstimulatie Gevorderd stadium ziekte van Parkinson Duidelijke levodopa respons Ernstige ON/OFF fluctuaties Stimulatie n. Subthalamicus

Take home message Complexe aandoening Motore, niet-motore en psychische symptomen Varianten, red flags Medicamenteuze behandeling Belang kinesitherapie voor gangrevalidatie en training posturale stabiliteit