TAAL BIJ TOETSEN Extra uitleg bij een aantal lastige kwesties.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Algemene Weetjes Over Tekst verklaren en het CSE.
HET CSE NEDERLANDS. Je spreekt toch al jaren
De samengestelde zin.
Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)
Herhaling van hoofdstuk
Schema en synthese van een zakelijke tekst
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Veilig Internet Geef antwoord op de vragen en ontdek of jij veilig gebruik maakt van het internet!
Veelvoorkomende taalfouten 2
TAALPROBLEMEN ODD ONE OUT.
DE SAMENGESTELDE ZIN HOOFDSTUK 2.
How to tackle a text Vakgroep Engels.
KOMMAGEBRUIK.
WELKOM OP TOV!.
Bezittelijk voornaamwoord
Uitleg bijvoeglijke bepaling (bvb)
Interpreteren van data
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Leestekens . ? , : ; ! “ ‘.
Vorige keer Standaardfouten bij het formuleren Dubbelopfouten.
Stappenplan Samenvatten
Vandaag gaan we werken aan spelling.
Kijk eerst even waar je moet zitten!
QUIZ hoofdstuk 1.
Beschouwing – De Laatste Tips
Uitleg persoonsvorm (pv)
Samenvatting Havo 5.
SE-Seneca voorbereiding op CE 2013!
Online filmpjes maken. (
Stage: Basisschool de Klingerberg
Leestekens 5 vwo.
Overige spellingsregels
Verkeerde verwijswoorden
Voegwoorden.
Paragraaf twee: verkeerde verwijswoorden
Paragraaf 7: losstaand zinsgedeelte
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Woordsoorten benoemen
Module Grammatica K3 zinsontleding.
Methodiek: Plancyclus
Mapping the field. ALEX KLAASEN Eigen website Beginpagina is stijlvol en nodigt uit om verder te kijken op de site. Helaas is de inhoud.
Hoe maak ik een PowerPoint presentatie?
DAG VAN HET LEREN Hoe komt zo'n taal eigenlijk in je hoofd? door Henk Wolf.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Hoe maak je een werkstuk? Begin op tijd!!. Kies een leuk onderwerp  Denk aan een hobby, sport, beroep, stad of onderwerp uit een van de lesboeken van.
Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen.
Leesvaardig Examentraining.
1.7 Iedereen is bezig Samengestelde zinnen. Opa heeft alles wat zijn hartje begeert. Opa wil graag een hut hebben. Kun je hier één zin van maken?
Werkwoordsvormen, voorzetsels en voegwoorden
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Centraal Examen Nederlands
SAMENGESTELDE ZINNEN Hoofdzin en bijzin. Wat gaan we deze les leren? Wat zijn samengestelde zinnen? Wat is een bijzin? Wat is hoofdzin?
STAPPENPLAN VOOR HET MAKEN VAN EEN LEESTOETS LEESRONDE 1 - ORIENTEREND: -Lees titel, tussenkopjes etc. -Lees eerste en laatste alinea -Formuleer hoofdgedachte.
De vraag is je beste vriend
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Lesplanning Eerste 5 minuten: maak de opdracht die je op papier gekregen hebt (leestekens invullen) Daarna: theorie en opdracht bespreken Opdrachten maken.
Hoe schrijf je een recensie?
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Punten en komma’s Valt onder leestekens.
Transcript van de presentatie:

TAAL BIJ TOETSEN Extra uitleg bij een aantal lastige kwesties

ZINNEN BEGRENZEN Het begrenzen van zinnen van op twee manieren verkeerd gaan: 1.Soms staat een zinsdeel los dat eigenlijk deel uitmaakt van een grotere, samengestelde zin (zie: losstaand zinsgedeelte). 2.Soms worden twee zelfstandige zinnen ten onrechte aan elkaar geplakt (zie: zinnen aan elkaar plakken).

Losstaand zinsgedeelte Een bijzin is een zinsdeel binnen een grotere, samengestelde zin. Zo’n bijzin mag dus niet los staan van een zin waar hij in hoort. De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Hoewel hij volgens mij al genoeg geld verdiend heeft. De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan, hoewel hij volgens mij al genoeg geld verdiend heeft. NB: er moet een komma staan voor het voegwoord ‘hoewel’. De groenteboer heeft nog geen zin om met pensioen te gaan. Toch heeft hij volgens mij al genoeg geld verdiend.

Let vooral ook op bij het voegwoord ‘maar’: Veel schrijvers beginnen een zin met het voegwoord ‘maar’. De minister is van plan om een handelsdelegatie te sturen. Maar het is nog niet zeker of hij dat ook echt gaat doen. Hoewel de zin ‘Maar het is … echt gaat doen.’ een losstaande hoofdzin is (en dus geen bijzin) is het toch verstandig om de zin met ‘maar’ door middel van een komma aan de rest van de zin te koppelen. De minister is van plan om een handelsdelegatie te sturen, maar het is nog niet zeker of hij dat ook echt gaan doen.

Zinnen aan elkaar plakken Twee hoofdzinnen kun je aan elkaar plakken met ‘en’, ‘of’, ‘want’, ‘maar’ of ‘dus’. Als je geen verbindingswoorden gebruikt, moet je twee hoofdzinnen van elkaar scheiden door een punt te zetten en de volgende zin met een hoofdletter te laten beginnen. Nederlandse studenten kunnen steeds makkelijker geld lenen bij DUO, daardoor raken ze echter steeds vaker in de schulden, dat kan in hun latere leven tot problemen leiden. Nederlandse studenten kunnen steeds makkelijker geld lenen bij DUO. Daardoor raken ze echter steeds vaker in de schulden. Dat kan in hun latere leven tot problemen leiden.

WOORDEN, WOORDGROEPEN EN ZINNEN Hoe noteer je de verschillende soorten antwoorden? Als het antwoord een woord is, dan begin je met een kleine letter en zet je geen punt. Vraag: Wat wil Peter later worden? Antwoord: acteur Als het antwoord een woordgroep is, dan begin je met een kleine letter en zet je geen punt. Vraag: Bij welke alinea begint het slot? Antwoord: bij alinea 10

Als het antwoord een hele zin is, dan begin je met een hoofdletter en dan sluit je af met een punt. Vraag: Wat zou iedereen volgens de schrijver moeten doen? Antwoord: Iedereen zou volgens de schrijver lid moeten worden van Amnesty International. (Je kunt hier ook antwoorden met een woordgroep. Antwoord: lid worden van Amnesty International)

Wat moet je doen als het antwoord met ‘omdat’ begint? Een antwoord dat begint met ‘omdat’ is in de meeste gevallen geen hoofdzin, maar een bijzin. Als er geen hele zin is, dan begin je dus niet met een hoofdletter en je sluit ook niet af met een punt. Vraag: Waarom moet Anne een paraplu meenemen? Antwoord: omdat het gaat regenen (Er zijn overigens gevallen waarbij ‘omdat’ wel aan het begin van een zin staat: Omdat het gaat regenen, neem ik mijn paraplu mee)

Wat te doen als het antwoord een combinatie is van bijvoorbeeld een woord en een zin? Over het algemeen leiden combinaties van verschillende constructies tot problemen met hoofdletters en leestekens. De makkelijkste oplossing is om in dit soort gevallen een hele zin te formuleren, ook als er geen ** voor de vraag staan. Vraag: Noem een personage en geef aan wat het geheim van dat personage is. Antwoord: Warenar: hij heeft een pot met goud Antwoord: Warenar heeft een pot met goud.

KOMMA’S Komma’s maken lange zinnen overzichtelijk. Op deze plaatsen zet je een komma: - tussen de onderdelen van een opsomming, maar niet voor ‘en’; - tussen twee persoonsvormen; - voor of na een aanspreking of tussenwerpsel; - voor en na een bijstelling; - voor een voegwoord waarmee de bijzin begint. Jan, Piet, Tjores en Corneel Allen die met ons de walrus kelen, moeten mannen met baarden zijn. Zeg, mag ik je dochter trouwen, ouweheer? Ollie B. Bommel, de bekende stripfiguur, is een man van stand. Je kunt helaas geen muziek kiezen, omdat je geen instrument bespeelt.

AANHALINGSTEKENS Aanhalingstekens gebruik je: - bij een citaat; - bij de directe rede; - bij titels van boeken, tijdschriften, kranten enzovoort. De novelle ‘De uitvreter’ (titel) begint met de zin ‘Zijn reis naar Friesland is altijd onopgehelderd gebleven.’ (citaat) ‘Ik ga mijn verkering uitmaken’, zei Anne. (directe rede) Let op: - Namen van websites komen niet tussen aanhalingstekens. - Het is belangrijk de leestekens bij een citaat goed te plaatsen (bij bovenstaande directe reden staat de komma na het aanhalingsteken, omdat de komma hier niet bij het citaat hoort).

WERKWOORDSPELLING De regels voor de werkwoordspelling zou je 5 vwo allemaal goed moeten beheersen. Op pp. 215 en 216 van ‘Nieuw Nederlands’ kun je de regels voor de werkwoordspelling vinden. In het boek staan ook oefeningen die je kunt maken. In het hoofdstuk ‘Spelling’ kun je uitleg en oefeningen bij nog veel meer regels vinden.

VERWIJSWOORDEN Ook de regels voor de verwijswoorden zijn de afgelopen jaren uitgebreid aan bod gekomen. De theorie is te uitgebreid om hier helemaal weer te geven. Mocht je wel behoefte hebben aan die theorie, vraag je docent dan om een kopie uit het 4 vwo- deel van ‘Nieuw Nederlands’. Een aantal veelvoorkomende fouten: Ajax is trots op haar overwinning (zijn – namen van landen, steden en clubs zijn onzijdig). Ik geef het boek aan hun (aan hen of Ik geef hun het boek – na een voorzetsel gebruik je ‘hen’ in plaats van ‘hun’). Het boek wat je daar ziet, is leuk (dat – ‘wat’ kan slechts in drie andere gevallen als betrekkelijk voornaamwoord gebruikt worden). De kinderen waarmee ik in de klas zit, zijn vervelend (met wie – bij personen gebruik je nooit ‘waar’ + voorzetsel, maar voorzetsel + ‘wie’).