Hoofdstuk 3 Het Europese budget
Begrotingsprincipes Annaliteit Eenheid Specificiteit Universaliteit Openbaarheid
Andere kenmerken Budget moet in evenwicht zijn, kan dus geen stabilisatierol spelen in de Europese economie Verplichte vs niet-verplichte uitgaven Vastleggings- vs betalingskredieten Toewijsbare vs niet-toewijsbare uitgaven Geen echte eigen middelen: financiering gebeurt via afdrachten van de lidstaten Besluitvorming gezamenlijk door Raad en Parlement
Begrotingsprocedure april/mei n-1: ontwerpbegroting Commissie eind juli n-1: eerste lezing door Raad Wijziging mogelijk via QMV oktober n-1: eerste lezing Parlement Wijzigingen verplichte uitgaven: goedkeuring QMV Raad na tweede lezing daar Wijziging niet-verplichte uitgaven en verplichte uitgaven die geen verhoging veroorzaken: idem maar voor verwerping na tweede lezing daar eind november tweede lezing Parlement uiteindelijk stemming over totaliteit in Parlement cf ook financieel meerjarenkader
Het EU-budget EU-budget is klein : ca. 100 miljard euro Ca 1 % van het EU-BBP
EU-ontvangsten plafond : 1,24 % van EU-bni (= 110 mrd euro in 2006) soorten ontvangsten (‘eigen middelen’): douanerechten landbouw- en suikerheffingen gedeelte van BTW-ontvangsten vierde bron : % op BNP vijfde bron in het vooruitzicht?
EU-uitgaven belangrijkste uitgaven : structuurfondsen : 36 % in ‘05 landbouw : 43 % in ‘05
EU-budgetproblemen ‘juste retour’ : Duitsland, VK, Frankrijk, Zweden, Nederland,… zijn netto-bijdragers Griekenland, Portugal, Ierland,… zijn netto- ontvangers factoren : Belang landbouwuitgaven Rotterdam-Antwerpen-effect structuur van de BNP-bestedingen
besluitvorming rond budget : Fontainebleau : ‘rebate’ Delors I Delors II kosten van de uitbreiding nieuwe lidstaten dragen weinig bij (relatief arm) en krijgen veel (landbouw & structuurfondsen) plafond op uitgaven blijft evenwel, zodat er een gevoelige herverdeling komt
Financiële perspectieven Plannen Europese Commissie : 1,26 % bni Zes (kern)landen: 1% bni Akkoord Europese Raad december 2005: 1,00 % Interinstitutioneel akkoord mei 2006: 1,01 %