VAN PAMPUS & FILOSOFIE
17 september Aristoteles 1 oktober Sophocles 15 oktober Lao Zi EEN DRIELUIK Catharina de Haas / Jan Flameling
filosofie als ‘politicologisch’ project Aristoteles’ opvattingen de actualiteit van Aristoteles
POLITEIA de stadstaat hoort bestuurd te worden door iemand die over inzicht beschikt de filosoof is iemand die, door op een ascetische wijze te leven, (het oog van) de ziel reinigt en zich op deze manier in staat stelt ware kennis te verkrijgen van het wezen van de werkelijkheid diegene die daadwerkelijk in staat is ‘de vormen te schouwen’ hoort de taak te krijgen (en te aanvaarden) de stadstaat te besturen
384 geboorte te Stagiros, dichtbij de grens van Macedonië, zijn vader is geneesheer aan het hof van de grootvader van Alexander de Grote leerling van Plato en leraar aan de Academie te Athene biologisch veldonderzoek op Lesbos en bij Assos leermeester van Alexander de Grote onderwijs aan het Lyceum te Athene, na de dood van Alexander de Grote vlucht Aristoteles uit Athene en sterft in 322
ARISTOTELES filosofie als manier van denken, manier van leven en ‘politicologisch project’ het vraagstuk: hoe kan het bestuur van de stadstaat verbeterd worden? het ‘Lyceum’ versus de ‘Academie’ colleges gericht op de vorming van mannen zodat zij zich een houding eigen kunnen maken waardoor ze ethisch (en politiek) verantwoord ‘weten’ te handelen respectievelijk ‘deugen’
POLITICA contra Plato: het gaat niet om één heerser/wetgever met inzicht (in rechtvaardigheid) maar om bestuur en besluitvorming door voortreffelijke mannen/burgers de ‘stadstaat’ is een natuurlijk gegeven dat zelfredzaamheid (autarkeia) en het goede leven mogelijk maakt de mens is een levend wezen dat van nature in een ‘stadstaat’ leeft, i.e. een gemeenschapswezen (zoon politikon)
de mens is een levend wezen dat kan spreken (zoon echon logon) en begrijpt wat ‘rechtvaardigheid’ betekent gerechtigheid is een wezenlijk kenmerk van de stadstaat een burger: een ieder die (a) het voorrecht geniet te kunnen deelnemen aan wet- geving of rechtspraak en (b) streeft naar het behoud van de stadstaat de stadstaat: een gemeenschap van burgers met een bepaalde staatsvorm / staatsinrichting (politeia)
er bestaan zes staatsvormen: regering| algemeen| eigen in/door| belang | belang een persoon| monarchie| tirannie enkelen| aristocratie| oligarchie allen| ‘politeia’| democratie en: een actief leven is het beste voor de stad- staat en de mens, een ‘gelukt’ leven is het doel van de mens en de stadstaat, dus: vorming tot voortreffelijkheid (als houding) en burgerschap
ETHICA vorming (‘Bildung ’) tot voortreffelijkheid (als houding) en burgerschap een training in morele oordeelsvorming het menselijk bestaan heeft een doel / bestemming (telos), n.l. het ‘volkomen tot bloei komen’ van de vermogens waar het van nature over beschikt het doel van handelen (praxis /prattein): ‘gelukken’ - niet: ‘geluk’ je handelen toont dat je ‘door een goede geest bezeten bent’ (eudaimonia)
je handelen toont dat je ‘deugt’ (arete), optimaal functioneert, voortreffelijk van karakter (ethos) bent dat je je een (karakter)houding (hexis) hebt eigen gemaakt waardoor je in een hande- lingssituatie ‘weet’ wat de situatie van je vraagt dat je een weloverwogen keuze (prohaire- sis) kunt maken dat je in staat bent ‘het midden’ (to meson) te bepalen dat je gebruik weet te maken van ‘verstan- digheid’ (phronesis) dat je verstandig bent
redelijk deel ‘gelukken’ onredelijk deel van de ziel (eudaimonia) van de ziel | | | verstandigheid-> handelen<- verlangen (phronesis) (praxis) (orexis) | | ‘deugen’ aandoening (arete) (pathos) gewaarwording (aisthesis) voedingsaanleg (threptikon)
redelijke deel van de ziel intellect (nous) speculatief (epistemonikon) de rede wetenschappelijke kennis (episteme) intuïtieve kennis (noesis) filosofisch inzicht (sophia) berekenend/ beradend (logistikon) aan de rede gehoorzamend vaardigheden (techne) | creatie / productie (poiesis) verstandigheid (phronesis) | handelen
‘ziel’ (psuche): -levensbeginsel / adem (pneuma) -vermogens (‘capabilities ’) ofwel: een levend lichaam = een ademend lichaam = een ‘bezield’ lichaam = een lichaam met bepaalde vermogens/functies ‘ziel’ (psuche): -gestalte/structuur/vorm (morphe) / lichaam = ‘materiaal’ (hyle) -eerste verwerkelijking van een natuurlijk, werktuiglijk lichaam (entelecheia) ofwel: ‘actualisering van potentialiteit’
RETORICA een spreker kan gebruik maken van drie middelen om toehoorders te overtuigen het beeld dat de spreker al sprekend opbouwt van zichzelf, van zijn karakter / ethos de gevoelens die een spreker bij zijn gehoor weet op te wekken / pathos (de consistentie van) de argumentatie waar hij gebruik van maakt / logos POETICA dichtkunst en tragedie zijn nuttig en waardevol, zowel voor de staat als het individuele leven, omdat fundamentele patronen van het menselijk leven worden verhelderd (katharsis) de tragische katharsis brengt een levende, vanzelf overtuigende ethiek naderbij
SYNOPSIS
gelukken | deugen | het midden weloverwogen keuze | houding verstandigheid - strevingen | gemeenschaps- wezen
zelfredzaamheid (autarkeia) het zelf: zoon echon logon / een levend wezen dat [van nature] kan denken, spreken, beraden (over hoe te handelen) zoon politikon / een levend wezen dat [van nature] met anderen in een gemeenschap leeft dus: ‘vita activa politica’!
DE ACTUALITEIT VAN ARISTOTELES Aristoteles: de ‘neurobioloog’ van Athene Aristoteles – Martin Heidegger Athene - Den Haag / de lessen aan het Lyceum en de trainingen in morele oordeelsvorming bij de overheid
‘geweten’ taalvermogen autobiografisch zelf geheugen (werk/autobiografisch) kernzelf gevoel emotie elementaire bioregulatie denken verstandigheid ‘deugen’ verlangen aandoening gewaarwording streven te (over)leven in welbevinden VOELEN WAT ER GAANDE / GEVRAAGD IS
VERANTWOORDELIJK VOELEN / ’WETEN’ vormgeving van het bestaan vanuit (a) het besef in betrekkingen te zijn en (b) een gevoel van betrokkenheid ‘engagement’ zelfredzaamheid: burgerschap vanuit (a) het besef een gemeenschapswezen te zijn en (b) een gevoel van verantwoordelijkheid gemeenschapszin
DILEMMABERAAD
een onderzoek van je opvattingen met behulp van ‘gereedschap’ een analyse van argumentatie en motivatie een training in (morele) oordeelsvorming een oefenpraktijk met ‘ontwerp’-karakter een manier om binnen een gespreks- gemeenschap de orde van spreken, het eigen spreken en (daarmee) het handelen van de sprekers te onderzoeken en ver- anderen een poging om het staatsbestuur te ver- beteren
ARISTOTELES!
1 OKTOBER: KAIROS EN ANTIGONE