8.3 Kosten van vreemd vermogen 8.4 Hefboomeffect van de financiële structuur 8.5 Rendement op een belegging in obligaties.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bedrijfseconomische analyse
Advertisements

- Kengetallen: ratioanalyse
De NV H2 Het EV van de NV Nominale waarde van een aandeel = de waarde die op het aandeel staat. Maatschappelijk kapitaal = Maatschappelijk aandelenvermogen.
H 11: Eigen vermogen 11.1: aandelenvermogen 11.2: emissie van aandelen
Hoofdstuk 7 Kasstroomanalyse.
Info obligaties aanschaf Probounce banen 8 en 9
Module 6 Stop! Geen risico!?
Hefboomeffect Stel het volgende: RTV = 9,8% IVV = 6,3 %
Een financiële uitwerking van de zonnepanelen.
H1 Stichting of vereniging
Case Steel NV 4a. Geef de definitie van het begrip rentabiliteit. Rentabiliteit betekent winstgevendheid. Rentabiliteitskengetallen geven een indicatie.
Herhaling Examenstof M&O
INVESTERINGSPROJECTEN
Inflatiepiek in 2001: BTW verhoging Bron: CBS, statline.cbs.nl.
Externe verslaggeving
Agenda  Lessen 53 tm 56  wk 8 en wk 9  hs 43
Externe verslaggeving
Goedemiddag H3b.
Goedemorgen H3b.
H 36 (Havo)/H 43 (Vwo): Rentabiliteit
Aandeelhouderswaarde
Hoofdstuk 6 Termijnrekening
Beoordeling financiële structuur
Financiering en inkoop
Budgetteren Filiaalmanager
Effecten Aandelen Obligaties.
Stel: EV = € en VV = € RTV = 10% en IK (IVV) = € 40
de zeven kostensoorten
 Om te kijken of je belegging echt beter is als je geld op de spaarrekening zetten, moet je het rendement berekenen.  Bij rendement wordt de winst vergeleken.
1 CCC & CCM - Mod IBA Integrale Bedrijfsanalyse H3. Bedrijfsanalyse Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT.
Bedrijfseconomie H7 Kengetallen Junior accountmanager.
1 CCM - Mod FIN B&P FIN: Beslissingen en Planning H6. Duration Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT.
Business IT & Management
BUSINESS IT & MANAGEMENT Instituut voor Bedrijfskunde.
1 8.1 Vreemd vermogen op korte termijn 8.2 Vreemd vermogen op midden en lange termijn.
Vreemd vermogen 11.5 t/m vreemd vermogen op korte termijn 11.6 voorzieningen 11.7 zekerheidsstelling 11.8 financiering MKB Opgave
Vreemd vermogen op lange termijn Vreemd vermogen op korte termijn Voorzieningen Bedrijfsadministratie.
Bouw uw eigen beleggingsportefeuille Joost van Leenders, april 2014.
Beleggen en financiële markten Hoofdstuk 3 Nominale titels
Hoofdstuk 11 Vreemd vermogen (11.1 t/m 11.4) 11.1 behoefte aan Vreemd vermogen 11.2 vreemd vermogen 11.3 indeling naar looptijd 11.4 Vreemd vermogen op.
Basisboek Bedrijfseconomie hoofdstuk 3 Financiële overzichten Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers © 2010 Economie Leer Kracht.
Hoofdstuk 7 Eigen vermogen deel Kapitalisatie 7.5 Emissie van aandelen 7.6 Eigen vermogen op de balans 7.7 Kosten van financiering met EV 7.8 Bepaling.
Beleggen en financiële markten Hoofdstuk 6 Vastgoed 6.1 De producten Direct en indirect vastgoed Rendement op vastgoed 6.2 Markt en prijsvorming De markt.
1 Vreemd vermogen op (middel)lange termijn Hypothecaire lening: lening met onroerendgoed als onderpand Onderhandse lening: lening verstrekt door enkele.
Jaarrekening H 12.6 t/m Analyse vd financiële structuur.
© 2008 Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten Basisboek Bedrijfseconomie Sheets hoofdstuk 3 Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers Alle rechten voorbehouden.
Aantekeningen hoofdstuk 8. Een ondernemingsplan maken 1. Een goed idee en jezelf kennen als ondernemer. 3. Zoek naar benodigde vergunningen, diploma’s.
Antwoorden hoofdstuk 8. Antwoorden 8.3 a Toename van het aantal faillissementen. b 1700 / 95 x 100 = 1789 c Van de bedrijven die failliet gingen, waren.
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Financieel Hefboomeffect
Financieel Hefboomeffect
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Ondernemerschap E43.
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
H3 Financiering van een bedrijf
Ondernemerschap E43.
H7.1: Weten Moral hazard & asymmetrische informatie:
Ondernemerschap E43.
Hoofdstuk 8 Vreemd vermogen.
Hoofdstuk 25.1 Permanentie: Kosten & Uitgaven
Antwoorden proeftoets hoofdstuk 8
Opfriscursus kengetallen
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Hfst 31 t/m 36 Externe verslaggeving Activa Passiva Resultatenrekening
H3-7 De overheidsfinanciën
De Eindbalans De prognose eindbalans wordt opgesteld na 1 jaar met als basis de openingsbalans en de prognose resultatenrekening.
Financiële overzichten en vreemd vermogen
Je hebt niet altijd geld te besteden
Financiële kengetallen
Michiel Kamermans Rob van den Berg Bestuursleden HPF
Transcript van de presentatie:

8.3 Kosten van vreemd vermogen 8.4 Hefboomeffect van de financiële structuur 8.5 Rendement op een belegging in obligaties

8.3 Kosten van vreemd vermogen Interest afhankelijk van: risico/kredietwaardigheid alternatieven inflatie interestverwachting looptijd aflossing verhandelbaarheid vraag en aanbod ECB

Kredietwaardigheid verhouding: EV/VV (gearing) rating: (Standard &Poors) (S&P) De ratings zijn, in aflopende volgorde: De A-categorie: AAA, AA+, AA, AA-, A+, A, A-.. Veel staatsbanken en -bedrijven. De B-categorie: BBB+, BBB, BB+, BB, BB-, B+, B, B-.. Het risico is groter. De rentevergoeding vaak ook. De C-categorie: CCC, CC, C.. (junkratings). De risico's zijn erg groot, maar meestal bieden deze leningen hoge rentes. D. D-categorie. D is het laagste. Een D-rating betekent: investeer hier niet in, deze onderneming gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

© Noordhoff

8.4 Hefboomeffect/ van de financiële structuur ( Financial Leverage) rentabiliteit: = Opbrengst van het vermogen tov geïnvesteerd vermogen Rentabiliteit Vreemd vermogen: (interest vreemd vermogen) = Interest/ Gemiddeld vreemd vermogen Rentabiliteit Eigen vermogen: = Winst/ Gemiddeld eigen vermogen Rentabiliteit Totaal Vermogen: (economische rentabiliteit) = Winst + interest / gemiddeld totaal vermogen

Voorbeeld Ik leen € tegen 5% interest. Ik heb ook nog € eigen geld en ik koop voor € aandelen. De waarde van de aandelen is na 1 jaar € Winst: = € 1000 RVV: 500/ = 5% RTV: 1500/ = 10% REV: 1000/5.000 = 20% Hefboomformule: REV = {RTV + ((RTV-RVV)x GVV/GEV)} = {10% + ((10-5) x /5.000)}

Hefboomformule: REV = {RTV + ((RTV-RVV)x GVV/GEV)} = {10% + ((10-5) x /5.000)} = RTV + (Rentemarge x hefboomfactor) = 10% + (5% x 2)

kanttekeningen hefboomeffect Hoe meer VV t.o.v. EV hoe hoger het risico (en rente) verliescompensatie Belastingen: bijv 25% REVnb = (1-b) { RTV + ((RTV-RVV)x GVV/GEV)} REVnb = 0,75 * {10% + ((10-5) x /5.000)} = 15% en dan dit Financiële structuur: Vermogensstructuur: EV t.o.v. VV Kapitaalstructuur: Verhouding Verschillende Activa

8.5 rendement op een belegging in obligaties modified duration: = koersgevoeligheid van een obligatie t.g.v. verandering interest (op basis van gewogen gemiddelde looptijd van rente en aflossingstermijnen). Looptijd: als 75% van een portefeuille een looptijd heeft van 8, and 25% een looptijd van 12 dan is de gemiddelde looptijd: (8 × 0.75) + (12 × 0.25) = 9.

Voorbeeld: Modified duration: (1/9/2008) Robeco 4,6 ABN AMRO 3,2 Fidelity en Petercam 2,5 Postbank Obligatiefonds ligt op ongeveer 4. Nederlandse staatsschuld 3,8