Het RSV virus… Samantha Jeen December 2015
Inhoudsopgave hRSV Epidemiologie Transmissie Klinische manifestaties Diagnose Behandeling Preventie
Humaan Respiratoir Syncitieel Virus (RSV) Paramyxoviridae Pneumovirus genus ssRNA virus G-glycoproteïne (hechting): bepaalt subtype (A of B) F-glycoproteïne (fusie van geïnfecteerde cellen)
Epidemiologie Piekincidentie: december en januari Hoogste incidentie bij zuigelingen Geen blijvende immuniteit: herinfectie bij oudere kinderen en volwassenen
Transmissie Direct contact met gecontamineerde secreties en zelf inoculatie via neus of conjunctiva Virus overleeft tot enkele uren op de huid en gladde oppervlakten Incubatie tijd varieert van 2 tot 8 dagen
Klinische manifestaties Apnee < 5 maanden Rhinitis Otitis Gastro-enteritis Laryngitis Bronchitis Bronchiolitis Pneumonie
Diagnose Cultuur, detectie van het viraal antigeen of PCR Staalafname: NPA of keelwisser Sensibiliteit en specificiteit > 90%
Behandeling Afhankelijk van de presentatie Voornamelijk supportief: Neusspoeling Aerosoltherapie (geen evidentie) Extra zuurstof ondersteuning Vocht ondersteuning
Preventie Vaccinatie: momenteel nog niet beschikbaar Passieve immunisatie: middels monoclonale antilichamen (Palivizumab, Synagis ) IM gericht tegen het F-proteïne mg/kg, 1 x per maand gedurende 5 maanden van november tot maart
Besluit Veelvoorkomend in de winter Hoogste frequentie op jonge leeftijd Risico en hospitalisatie bij prematuren en zuigelingen Over het algemeen banaal