Opdracht Orden de vijftien zinnen in 2 categorieën, beschrijf iedere categorie. 1. Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet lekker. 2. Dat.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Gesprekjes….
De samengestelde zin.
Briefjes ter attentie van de melkboer
Nieuws van de OC Vanaf heden zal de OC (oudercommissie) om de paar maanden een update geven van onze activiteiten, zodat u inzicht krijgt waar de OC zich.
Met veel liefs van deze engel
D o e d a g E I N Z E Wat wil ik worden? Ga ik naar Technisch, of naar ASO? Wil ik denkwerk doen? Of toch liever iets met mijn handen? … Al deze vragen.
Cursus 1 het verhaal: “De nieuwe rok” “Sem en Igor in de speeltuin”
Taaloefeningen. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden.
Schoolplein Rachelle Lisa Chantal Xian Leroy.
Een schooldag van Jemuel Hallo! Ik ben Jemuel. Ik ben 11 jaar oud en woon samen met mijn ouders en mijn zusje Gaby in de Filippijnen. De Filippijnen bestaat.
De overstap naar het voorgezet onderwijs!
Een romantisch sprookje
DE SAMENGESTELDE ZIN HOOFDSTUK 2.
„Heb je het gehoord? Onze chef is gestorven."
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Zeeklassen Noor Fie alicia.
EEN VERRASSING KRIJGEN
Ik zal me even in het kort voorstellen….
Glimlach...en zet het geluid aan.
Mijn buurman uit België kwam om ca uur op de koffie.
De Grote Opdracht Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de.
Een man komt bij een apotheek …
Het lijdend voorwerp!.
Wie is de baas over mijn zakgeld? Bewerkt door Pierre, Jordi, Laurent en Dieter Les 2.
Mijn buurman uit Belgie kwam om ca uur op de koffie.
Les voor groep 7 Pak je schrift en potlood en kom naar de instructietafel
Taaloefeningen. De grote man liep door de Dennenweg. zin 1 Zinnen ontleden.
Mijn klas (4 Havo) heeft op 11 oktober parijs bezocht, in deze presentatie laat ik foto’s zien en recensies. Gemaakt door Gilian Sanders 4hna.
ALBERTO PRESENTEERT POWERPOINT SHOW LAAT ONS NIET ACHTER ALS U MET VAKANTIE GAAT!!!!!!!!!!!!!
Bidden: Les 5 God, hoort u mij?
Onder, boven, voor en achter
Een schooldag van Jemuel Hallo! Ik ben Jemuel. Ik ben 11 jaar oud en woon samen met mijn ouders en mijn zusje Gaby in de Filippijnen.
Op een dag stond een jonge man midden in de stad en verklaarde, dat hij het mooiste hart had dat men ooit had gezien.
Er was eens een leesvirus,die was zijn stippen kwijt.
De reis Om 6 uur vertrokken we met de bus naar Parijs. Het was zo’n 6 uur reiden met de bus voordat we in Parijs aankwamen. Toen de bus geparkeerd was.
Lucas 18: Bijbel in Gewone Taal
K O E K J E S.
Een jongeman komt bij de kapper kapperenvraagt: Hoelang zal het duren voor dat ge mijn haar kunt knippen ?
Er was eens een oud koppel van 85 jaar
Argumentatiestructuren
Vorige keer Standaardfouten bij het formuleren Dubbelopfouten.
Gisteren nog, was ik twintig jaar, Ik amuseerde me in het leven Ik dacht al de tijd te hebben Ik wist nog niet dat het leven Tussen onze vingers verdwijnt,
Formuleren en spellen 4 havo.
Correct formuleren incongruentie, dat/als-constructie, foutieve samentrekking, foutieve beknopte bijzin, zinnen onjuist begrenzen.
Kijk eerst even waar je moet zitten!
Ik kreeg een bos met bloemen Er waren rode roze en gele bij.
2. Grammatica en spelling
Meervoudig samengestelde zinnen
Ikke! Kinderen, wie van jullie kan drie goede zinnen met het werkwoord “vermoeden” maken?
Mijn buurman uit België komt iedere avond rond uur bij mij op de koffie.
Werkwoorden in de v.t. Reeks 1.
Voegwoorden.
Lidwoorden Dat is X heel goed idee! Laten we naar X bioscoop gaan.
Te laat, te laat 1 Te laat, te laat, alweer te laat op school
@ allesvoorengels.nl. 1. Pak een lijntjesblaadje van mijn bureau 2. Zet de tafels uit elkaar 3. Leg dit op je tafel: - 2 zwarte / blauwe pennen - Leesboek.
Dit is liefde, Vincent (het effect van genade) 1.
Shake Song Fort van de Verbeelding Bovenbouw Groep 7 en 8 (en soms ook groep 6)
HAAR Juf staat voor de klas en schrijft wat op het bord. Jantje roept:
1.7 Iedereen is bezig Samengestelde zinnen. Opa heeft alles wat zijn hartje begeert. Opa wil graag een hut hebben. Kun je hier één zin van maken?
Durf jij het aan??. Je hebt 16 vragen om de rest van de klas uit te schakelen. Je kunt kiezen uit 16 categorieën. Je kunt in elke categorie kiezen uit.
Parijs Hallo,klasgenoten en meester. Mijn spreekbeurt gaat over Parijs. Ik heb dat gekozen omdat ik fan ben van de Eiffeltoren en dan dacht ik waarom doe.
Briant College H2 het onderwerp. Briant College H1 De persoonsvorm vinden en zinsdeelstrepen zetten Hoe vind je de pv? -zin vragend maken -de zin van.
CURSUS FORMULEREN Paragraaf vijf en zes foutieve samentrekking en foutief beknopte bijzin.
De samengestelde zin.
Nevenschikking en onderschikking
Cadeau’s voor het kindje
Mijn buurman uit België kwam om ca uur op de koffie.
H2 het onderwerp.
Nevenschikking en onderschikking
Transcript van de presentatie:

Opdracht Orden de vijftien zinnen in 2 categorieën, beschrijf iedere categorie. 1. Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet lekker. 2. Dat hij niet is komen opdagen, verbaast me niet. 3. De bekeuring die ik kreeg, heb ik zelf betaald. 4. De man die ik zag, leek op mijn buurman. 5. Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open. 6. Je kunt mijn fiets lenen, maar je kunt ook je eigen fiets pakken. 7. Pratend en lachend verlieten de leerlingen het schoolplein. 8. Na koffie te hebben gedronken in Antwerpen, reed de bus richting Frankrijk. 9. Ik heb gehoord dat we morgen een proefwerk hebben. 10. Zich van geen gevaar bewust, liep hij richting afgrond. 11. Ik ga naar huis, want ik moet mijn huiswerk nog maken. 12. Huppelend van plezier kwamen de kinderen de klas binnen. 13. De eik, die eeuwen oud is, wordt binnenkort gekapt. 14. Als je hoogtevrees hebt, kun je beter niet de Eiffeltoren beklimmen. 15. Wachtend op het perron, bleek de trein al vertrokken.

Opdracht Orden de vijftien zinnen in 3 categorieën, beschrijf iedere categorie. 1. Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet lekker. 2. Dat hij niet is komen opdagen, verbaast me niet. 3. De bekeuring die ik kreeg, heb ik zelf betaald. 4. De man die ik zag, leek op mijn buurman. 5. Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open. 6. Je kunt mijn fiets lenen, maar je kunt ook je eigen fiets pakken. 7. Pratend en lachend verlieten de leerlingen het schoolplein. 8. Na koffie te hebben gedronken in Antwerpen, reed de bus richting Frankrijk. 9. Ik heb gehoord dat we morgen een proefwerk hebben. 10. Zich van geen gevaar bewust, liep hij richting afgrond. 11. Ik ga naar huis, want ik moet mijn huiswerk nog maken. 12. Huppelend van plezier kwamen de kinderen de klas binnen. 13. De eik, die eeuwen oud is, wordt binnenkort gekapt. 14. Als je hoogtevrees hebt, kun je beter niet de Eiffeltoren beklimmen. 15. Wachtend op het perron, bleek de trein al vertrokken.

Opdracht Orden de vijftien zinnen in 4 categorieën, beschrijf iedere categorie. 1. Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet lekker. 2. Dat hij niet is komen opdagen, verbaast me niet. 3. De bekeuring die ik kreeg, heb ik zelf betaald. 4. De man die ik zag, leek op mijn buurman. 5. Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open. 6. Je kunt mijn fiets lenen, maar je kunt ook je eigen fiets pakken. 7. Pratend en lachend verlieten de leerlingen het schoolplein. 8. Na koffie te hebben gedronken in Antwerpen, reed de bus richting Frankrijk. 9. Ik heb gehoord dat we morgen een proefwerk hebben. 10. Zich van geen gevaar bewust, liep hij richting afgrond. 11. Ik ga naar huis, want ik moet mijn huiswerk nog maken. 12. Huppelend van plezier kwamen de kinderen de klas binnen. 13. De eik, die eeuwen oud is, wordt binnenkort gekapt. 14. Als je hoogtevrees hebt, kun je beter niet de Eiffeltoren beklimmen. 15. Wachtend op het perron, bleek de trein al vertrokken.

Opdracht Orden de vijftien zinnen in 5 categorieën, beschrijf iedere categorie. 1. Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet lekker. 2. Dat hij niet is komen opdagen, verbaast me niet. 3. De bekeuring die ik kreeg, heb ik zelf betaald. 4. De man die ik zag, leek op mijn buurman. 5. Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open. 6. Je kunt mijn fiets lenen, maar je kunt ook je eigen fiets pakken. 7. Pratend en lachend verlieten de leerlingen het schoolplein. 8. Na koffie te hebben gedronken in Antwerpen, reed de bus richting Frankrijk. 9. Ik heb gehoord dat we morgen een proefwerk hebben. 10. Zich van geen gevaar bewust, liep hij richting afgrond. 11. Ik ga naar huis, want ik moet mijn huiswerk nog maken. 12. Huppelend van plezier kwamen de kinderen de klas binnen. 13. De eik, die eeuwen oud is, wordt binnenkort gekapt. 14. Als je hoogtevrees hebt, kun je beter niet de Eiffeltoren beklimmen. 15. Wachtend op het perron, bleek de trein al vertrokken.

Opdracht Zet de juiste benaming bij de zinnen. 1. Vandaag ga ik niet naar school, want ik voel me niet lekker. 2. Dat hij niet is komen opdagen, verbaast me niet. 3. De bekeuring die ik kreeg, heb ik zelf betaald. 4. De man die ik zag, leek op mijn buurman. 5. Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open. 6. Je kunt mijn fiets lenen, maar je kunt ook je eigen fiets pakken. 7. Pratend en lachend verlieten de leerlingen het schoolplein. 8. Na koffie te hebben gedronken in Antwerpen, reed de bus richting Frankrijk. 9. Ik heb gehoord dat we morgen een proefwerk hebben. 10. Zich van geen gevaar bewust, liep hij richting afgrond. 11. Ik ga naar huis, want ik moet mijn huiswerk nog maken. 12. Huppelend van plezier kwamen de kinderen de klas binnen. 13. De eik, die eeuwen oud is, wordt binnenkort gekapt. 14. Als je hoogtevrees hebt, kun je beter niet de Eiffeltoren beklimmen. 15. Wachtend op het perron, bleek de trein al vertrokken. onderschikking foutieve beknopte bijzin beknopte bijzin bijvoeglijke bijzin met betr. vnw nevenschikking